1. Wanneer ik de zang van vogels hoor
of kijk naar de blauwe lucht,
wanneer ik de zachte regen voel
en de wind die me duwt in de rug,
wanneer ik seringen zie of ruik,
of rust op het mos zo zacht,
dan dank ik U, hemelse Vader, dat U
al dit moois hebt gemaakt door uw macht.
2. Van U heb ik ogen waar ik mee zie
de vlinders zo bont en zo schoon;
van U heb ik oren waar ik mee hoor
ieder lief’lijk geluid, elke toon;
van U heb ik leven, vrij en blij,
heb dank voor die gaven, Heer,
dit alles bewijst mij uw goedheid en trouw
en uw liefde oneindig en teer.