lachende jongemannen

13 maart

Hoe kan ik met geloof op tegenspoed reageren?

Genesis 37–41

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Hoe hebben we de hand van de Heer in ons leven gezien?

• Voor de behoeftigen zorgen. Hoe kunnen we elkaar steunen in alles wat we meemaken?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Hoe kunnen we beter gebruikmaken van technologie om het evangelie uit te dragen?

• Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Hoe brengen we onze familieleden dichter tot Christus?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Toen hij nog jong was, kreeg Jozef uit Egypte al met allerlei problemen te maken. Er waren conflicten in het gezin, en Jozef werd door zijn broers mishandeld. Hij werd ertoe verleid om de wet van kuisheid te overtreden. Niemand had respect voor zijn integriteit; hij werd juist in de gevangenis gegooid. De leden van je klas of quorum hebben misschien met soortgelijke en andere beproevingen te maken. Denk over de jongeren na terwijl je de belevenissen van Jozef in Genesis 37–41 bestudeert. Vraag jezelf af welke waardevolle lessen ze van Jozef kunnen leren. (Zie ook Ether 12:27; Henry B. Eyring, ‘Doe het, doe het, doe het’, Liahona, november 2018, 90–93.) Het verhaal van Jozef kan de jongeren in je klas of quorum inspireren om zich af te vragen: ‘Hoe kan ik met geloof op tegenspoed reageren, en hoe gaat God mij helpen?’

jongevrouwenklas

Als we ons concentreren op ons geloof in Jezus Christus, kunnen we in tegenspoed kracht vinden.

Samen leren

Laat de klas- of quorumleden op het bord enkele gebeurtenissen uit het leven van Jozef uit Egypte noteren. Zie Genesis 37 en 39–41. Als geheugensteuntje kun je eventueel afbeeldingen uit Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen laten zien. Welke raakvlakken hebben de beproevingen van Jozef met die van hedendaagse jongeren? Als Jozef nu leefde, welke raad zou hij ons dan geven over omgaan met tegenspoed? Wat zou hij zeggen over de steun die hij had aan zijn band met de Heer? De onderstaande activiteiten laten de jongeren nadenken over hun beproevingen en hoe ze er met geloof in Jezus Christus op kunnen reageren.

• Door de reactie van de Heiland op tegenspoed te bestuderen, kunnen we zelf onze tegenslagen met geloof het hoofd bieden. Vraag de jongeren naar voorbeelden van tegenspoed waar de Heiland mee te maken had, en bespreek die (zie het ‘Aanvullend materiaal’ voor ideeën). Wat vind je indrukwekkend aan de manier waarop de Heiland op tegenspoed reageerde? Hoe kunnen wij zijn voorbeeld volgen als we zelf met tegenspoed te maken krijgen?

• Soms kunnen we beter met moeilijkheden omgaan als we ze vanuit het standpunt van de Heer bekijken. Om dit te verduidelijken, laat je de jongeren in de toespraak van ouderling Rafael E. Pino ‘Het eeuwig perspectief van het evangelie’ (Liahona, mei 2015, 117–119) zoeken naar voorbeelden die illustreren wat voor invloed het juiste perspectief kan hebben. Laat ze vertellen wat ze hebben gevonden. Wat leren deze voorbeelden ons over een goede kijk en reactie op tegenspoed? Als we met de Heiland over onze problemen konden praten, wat zou Hij dan zeggen? De Schriftteksten in het ‘Aanvullend materiaal’ bieden een antwoord op deze vraag.

• Je kunt de jongeren laten vertellen over iemand (bijvoorbeeld een voorouder) die ze heeft geïnspireerd door zijn of haar manier om met grote problemen om te gaan. Of vertel zelf iets over mensen die je kent. In conferentietoespraken staan vaak verhalen van mensen die vol geloof met tegenslag zijn omgegaan. In het ‘Aanvullend materiaal’ staan enkele voorbeelden. Vind je in die toespraken iets waar de jongeren iets aan kunnen hebben? Bespreek deze voorbeelden met je klas of quorum, en wijs erop dat deze mensen in moeilijke tijden werden geholpen door hun geloof in Jezus Christus. Je kunt ook de lijst hulpmiddelen vermelden die de Heer heeft voorzien om ons in moeilijke tijden te helpen. De lijst staat aan het einde van de toespraak van bisschop W. Christopher Waddell ‘Ons tot de Heer wenden’ (Liahona, november 2017, 94–96).

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

• Mattheüs 4:1–11 (De Heer had geloof in tegenspoed.)

• Mattheüs 14:10–21; Lukas 23:33–34; Johannes 19:25–27 (De Heiland hielp anderen toen Hij zelf beproefd werd.)

• Mattheüs 27:45–46; Lukas 23:44–46 (De Heiland voelde zich eenzaam in zijn beproevingen, maar Hij vertrouwde op God.)

• Mattheüs 5:38–45; Mosiah 24:8–15; Leer en Verbonden 121:1–8; 122:5–9 (De leringen van de Heiland over omgaan met tegenspoed.)

• Neil L. Andersen, ‘Verwond’, Liahona, november 2018, 83–86

• L. Todd Budge, ‘Bestendig en veerkrachtig vertrouwen’, Liahona, november 2019, 47–49

• Jean B. Bingham, ‘Opdat uw blijdschap volkomen zal worden’, Liahona, november 2017, 85–87

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

‘Laat u leiden in uw planning en voorbereiding door uw kennis van diegenen die u onderwijst’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 7). Bid bijvoorbeeld over je planning van activiteiten met behulp van de Schriften en andere hulpbronnen, die nuttig kunnen zijn voor klas- of quorumleden die met problemen kampen.