Oude Testament 2022
10 juli. Waarom is het belangrijk om Gods levende profeten te volgen? 2 Koningen 2–7


‘10 juli. Waarom is het belangrijk om Gods levende profeten te volgen? 2 Koningen 2–7’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022 (2021)

‘10 juli. Waarom is het belangrijk om Gods levende profeten te volgen?’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022

jongere kijkt op smartphone naar algemene conferentie

10 juli

Waarom is het belangrijk om Gods levende profeten te volgen?

2 Koningen 2–7

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

  • Het evangelie naleven. Wat heeft de bisschap in de jongerenwijkraad besproken? Wat voor actie kunnen we op basis daarvan ondernemen?

  • Voor de behoeftigen zorgen. Hoe kunnen we als goede christenen iets voor andere mensen betekenen als we een behoefte zien en niet weten wat we moeten zeggen?

  • Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Wat hebben we in het evangelie van Jezus Christus gevonden dat ons vreugde brengt? Hoe kunnen we die vreugde doorgeven?

  • Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Wat kunnen we doen om de band met familieleden te versterken, bijvoorbeeld met grootouders, neven en nichten?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

  • Getuig van de behandelde beginselen.

  • Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

In zekere zin lijken wij allemaal soms een beetje op Naäman, die melaats was (zie 2 Koningen 5:1–15). Net als Naäman, die kwaad werd toen de profeet Elisa zei dat hij zich alleen maar in de rivier hoefde te wassen om genezen te worden, weten wij niet altijd waarom onze profeten bepaalde raad geven. Misschien denken we zelfs dat hun raad nergens op slaat en dus niet op ons van toepassing is. Maar God belooft ons grote zegeningen als we nederig genoeg zijn om de profeet te volgen (zie Leer en Verbonden 21:4–7). Hoe ben je dichter tot de Heer gebracht door de profeet te volgen? Welke andere voorbeelden in 2 Koningen 4–6 illustreren dat we worden gezegend als we de levende profeten volgen?

Denk bij het voorbereiden van deze les over de zegeningen die we krijgen door de levende profeet te volgen na over de moeilijkheden waarmee jongeren te maken krijgen. Wat kunnen zij eraan hebben om de profeet te volgen? Lees ook de toespraak van ouderling Neil L. Andersen ‘De profeet van God’ (Liahona, mei 2018, 24–27), of de toespraak van ouderling L. Whitney Clayton ‘Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het’ (Liahona, mei 2017, 97–99).

jongemannen in een les

Jongeren kunnen hun problemen beter aan als ze de profeet volgen.

Samen leren

Breng een bespreking op gang door elk lid van je klas of quorum (of elk groepje) een van de volgende verhalen te laten doornemen: 2 Koningen 4:1–7; 5:6–14; 6:8, 13–17. Laat ze zoeken naar iets wat ze ertoe aanzet om de leringen van onze hedendaagse profeten en apostelen te lezen en na te volgen. Laat elk groepje vertellen wat ze hebben gevonden, en laat enkele jongeren dan de volgende zin aanvullen: ‘Als ik de levende profeten en apostelen navolg, dan…’ Kies daarna een of meer van de onderstaande ideeën uit om de bespreking over het volgen van profeten te verdiepen.

  • Omdat alleen de herstelde kerk van de Heer levende profeten heeft, krijgen de leden van je klas of quorum misschien weleens vragen over levende profeten voorgeschoteld. Schrijf de volgende veelgestelde vragen over profeten op het bord: Waarom hebben jullie een profeet? Hoe wordt de profeet gekozen? Hoe weet je of de profeet echt uit naam van God spreekt? De jongeren kunnen van het ‘Aanvullend materiaal’ gebruikmaken om een antwoord op deze vragen te vinden. Ze kunnen het beantwoorden van zulke vragen oefenen aan de hand van de leringen die ze hebben gevonden, en aan de hand van hun eigen gedachten en ervaringen.

  • Wat kunnen we in onze eigen moeilijkheden aan de woorden van onze levende profeet hebben? Om de jongeren met deze vraag te helpen, kun je ze op het bord een lijst laten maken van de raadgevingen en uitnodigingen die de profeet in de laatste algemene conferentie heeft gegeven. Wat hebben we gedaan om daar gehoor aan te geven? Hoe heeft dat ons leven veranderd? Vraag of iemand wil vertellen wat hij of zij een keer aan de raad van de profeet heeft gehad.

  • Hoe kun je de jongeren in je klas of quorum duidelijk maken dat ze door de profeet te volgen dichter tot de Heiland zullen komen? Je kunt alle jongeren bijvoorbeeld een kaartje geven en vragen om delen van de toespraak van ouderling Neil L. Andersen ‘De profeet van God’ te lezen. Ze kunnen dan op het kaartje schrijven hoe de profeet ze dichter tot Christus kan brengen. Op de achterkant kunnen ze schrijven wat ze gaan doen om de profeet te volgen. Laat ze vertellen wat ze hebben opgeschreven.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

‘Ware bekering houdt meer in dan de Geest voelen wanneer die de waarheid aan onze ziel bevestigt. Wij horen ook naar die waarheden te handelen. Help de deelnemers niet alleen de Geest te voelen en te herkennen, maar ook te handelen volgens de indrukken die zij ontvangen’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland10).