De verrezen Heiland bezocht Paulus in de gevangenis (zie Handelingen 23:11). Jezus Christus kan ons van het ‘juk van slavernij’ bevrijden (Galaten 5:1).

25 september–1 oktober

Galaten

‘Wandel door de Geest’

Schrijf uw indrukken op terwijl u Galaten leest. Dan kunt u er in de toekomst op terugvallen.

Schrijf uw indrukken op

Het evangelie van Jezus Christus biedt vrijheid van geestelijke slavernij. Maar soms keren mensen die de vrijheid van het evangelie geproefd hebben, zich ervan af en kiezen voor een leven ‘als slaaf’ (Galaten 4:9, NBV21). Dat deden sommige heiligen in Galatië ook. Zij keerden zich af van de vrijheid die Christus ze geboden had (zie Galaten 1:6). Paulus’ brief aan de Galaten was dan ook een dringende oproep om terug te keren naar ‘de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft’ (Galaten 5:1). Ook wij moeten deze oproep horen en in acht nemen. Omstandigheden kunnen veranderen, maar de strijd tussen vrijheid en slavernij houdt aan. Paulus schreef dat ‘tot vrijheid geroepen’ zijn niet volstaat (Galaten 5:13). We moeten er ook ‘vast’ in staan (Galaten 5:1) door op Christus te vertrouwen.

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Galaten 1–5

De wet van Christus maakt me vrij.

Paulus schreef een brief naar de heiligen in Galatië toen hij vernam dat ze door valse leringen misleid werden (zie Galaten 1:6–9). Een van die leringen was dat bekeerlingen uit andere volken zich moesten laten besnijden. Ze moesten zich ook aan andere bepalingen van de wet van Mozes houden om het heil te verwerven (zie Galaten 2). Paulus noemde deze bepalingen het ‘juk van slavernij’ (Galaten 5:1). Let onder het lezen van Paulus’ raad aan de Galaten op beginselen die u duidelijk maken waar ware vrijheid uit bestaat. U kunt ook nagaan onder welke valse overleveringen of andere jukken van slavernij u gebukt gaat. Is er iets wat u ervan weerhoudt om te genieten van de vrijheid die het evangelie biedt? Hoe hebben Christus en zijn evangelie u ‘vrijgemaakt’? (Galaten 5:1.)

Zie ook 2 Nephi 2:27; 9:10–12.

Galaten 3

Ik ben erfgenaam van de zegeningen die aan Abraham beloofd zijn.

Sommige heiligen in Galatië maakten zich zorgen omdat ze geen letterlijke nakomelingen van Abraham waren. Ze waren bang dat ze de beloofde zegeningen aan Abraham, waaronder de verhoging, zouden mislopen. Wat maakt iemand volgens Galaten 3:7–9, 13–14, 27–29 tot ‘nageslacht van Abraham’?

U vindt meer informatie over de beloofde zegeningen aan Abraham en de zegeningen die wij als zijn nageslacht kunnen beërven in ‘Verbond van Abraham’ (Trouw aan het geloof, 172–173) en ‘Abraham, verbond van’ (Gids bij de Schriften). Waarom zijn de zegeningen die aan Abraham zijn beloofd belangrijk voor u?

Galaten 3:6–25

Abraham had het evangelie van Jezus Christus.

De profeet Joseph Smith heeft uitgelegd: ‘Wij geloven toch niet dat de ouden in alle eeuwen zo weinig van het hemelse systeem wisten als veel mensen denken? Want iedereen die ooit gered is, is door de macht van dit grote verlossingsplan gered, zowel vóór de komst van Christus als daarna. […] Abraham bracht offers, maar dat neemt niet weg dat het evangelie aan hem is gepredikt.’ (‘The Elders of the Church in Kirtland to Their Brethren Abroad’, The Evening and the Morning Star, maart 1834, 143, josephsmithpapers.org.) Waarom was het voor de heiligen in de tijd van Paulus belangrijk dat ze wisten dat Abraham en andere oude profeten het evangelie van Jezus Christus hadden? Waarom is het belangrijk dat u dit weet? (Zie Helaman 8:13–20; Mozes 5:58–59; 6:50–66.)

Zie ook Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 49–60.

Galaten 5:13–26; 6:7–10

Als ik ‘wandel door de Geest’, ontvang ik de ‘vrucht van de Geest’.

Als u deze verzen bestudeert, kunt u evalueren in hoeverre u door de Geest wandelt. Geniet u van de genoemde vrucht van de Geest in de verzen 22–23? Welke andere vruchten, of gevolgen, van geestelijk leven hebt u opgemerkt? Bedenk wat u moet doen om die vrucht verder te kweken. Hoe kan het kweken van deze vrucht uw belangrijkste relaties verbeteren?

Ik moet naar de ‘vrucht van de Geest’ streven.

Als u probeert door de Geest te wandelen, maar uw inspanningen niet de beloofde vruchten lijken te brengen, lees dan Galaten 6:7–10. Wat probeert de Heer u in deze verzen duidelijk te maken?

Zie ook Alma 32:28, 41–43; Leer en Verbonden 64:32–34.

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Galaten 3:11.Wat betekent ‘uit het geloof leven’? Hoe leven we als gezin uit geloof?

Galaten 4:1–7.Bespreek ter inleiding van Galaten 4 de verschillen tussen slaven en kinderen van een koning. Welke mogelijkheden of kansen heeft het kind van een koning die een slaaf niet heeft? Denk hierover na terwijl u samen de verzen 1–7 leest. Wat staat er in deze verzen over onze relatie met onze hemelse Vader?

Galaten 5:16–26.Bespreek eventueel het verschil tussen ‘werken van het vlees’ en de ‘vrucht van de Geest’. Om de bespreking levendiger te maken, kunt u als gezin verschillende vruchten van een etiket voorzien met woorden waarmee Paulus de vruchten van de Geest beschreef. Ieder gezinslid kiest er een uit, geeft er een definitie van en vertelt over iemand die een toonbeeld van die vrucht is. Bespreek hoe u de Geest in uw gezin kunt uitnodigen en die vrucht kunt kweken. Geniet na afloop samen van een vruchtensalade.

Galaten 6:1–2.Het kan gebeuren dat iemand in uw gezin ‘onverhoeds tot enige overtreding komt’. Wat kunt u volgens Galaten 6:1–2 in zo’n situatie doen?

Galaten 6:7–10.Als u ooit als gezin iets hebt gezaaid, kunt u met dat voorbeeld dit beginsel illustreren: ‘Wat de mens zaait, zal hij ook oogsten’ (vers 7). Of vraag uw gezinsleden naar hun favoriete vrucht of groente. Bespreek wat erbij komt kijken om een dergelijke plant of boom te kweken. (Zie de afbeelding aan het eind van deze les.) U kunt praten over de zegeningen waar uw gezin op hoopt en hoe u die zegeningen kunt ‘oogsten’.

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen liedje: ‘Leer mij te wand’len in ’t licht van de Heer’, Kinderliedjes, p. 70.

Ons onderwijs verbeteren

Help uw gezinsleden de Schriften op zichzelf toe te passen. Nephi vertelde: ‘Ik paste alle Schriften op onszelf toe, opdat zij ons tot nut en lering zouden strekken’ (1 Nephi 19:23). Laat uw gezinsleden overdenken wanneer ze de genoemde vrucht van de Geest in Galaten 5:22–23 hebben ervaren. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 21.)

Paulus schreef dat we de ‘vrucht van de Geest’ zullen proeven als we door de Geest wandelen.