‘27 april–3 mei. Mosiah 7–10: “In de kracht van de Heer”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘27 april–3 mei. Mosiah 7–10’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020
27 april–3 mei
Mosiah 7–10
‘In de kracht van de Heer’
Lees Mosiah 7–10 met een gebed in het hart en denk na over de ingevingen die u krijgt. Hoe kunnen de waarheden in deze hoofdstukken in de behoeften van de kinderen in uw klas voorzien?
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag de kinderen wat ze van de gebeurtenissen in die hoofdstukken weten. U kunt ‘Hoofdstuk 13: Zeniff’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 36–37) gebruiken.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
God hielp de mensen in de Schriften, en Hij kan mij helpen.
Het volk van Limhi leefde in slavernij onder de Lamanieten. Ze moesten geloven dat God hen zou helpen, en daarom herinnerde Limhi hen aan de situaties waarin God zijn volk had geholpen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen vertellen over een situatie waarin ze hulp nodig hadden. Leg uit dat het volk van koning Limhi het moeilijk had, en daarom vertelde hij hun een verhaal om ze te helpen geloof te hebben. Lees Mosiah 7:19 voor, en toon een afbeelding van de kinderen van Israël die door de Rode Zee trekken. Neem dat verhaal en het verhaal van het manna nog een keer door, en laat de kinderen het naspelen. (Zie Hoofdstuk 17 en 18 in Verhalen uit het Oude Testament.) Hoe hielp de Heer die mensen? Getuig dat de Heer ook ons kan helpen.
-
Lees Mosiah 7:33 voor en leg de kinderen uit wat we volgens dat vers moeten doen om hulp van de Heer te ontvangen. Bedenk er samen gebaren bij en herhaal het vers terwijl de kinderen de gebaren maken. Waarmee hebben we zoal hulp nodig? Hoe kunnen we laten zien dat we de Heer vertrouwen? Vertel over een situatie waarin u de Heer vertrouwde en Hij u hielp.
-
Zing samen enkele strofen van ‘Verhalen uit het Boek van Mormon’ of ‘Nefi’s moed’ (Kinderliedjes, 62–63, 64–65). Laat de kinderen vaststellen hoe de Heer de mensen in het Boek van Mormon hielp. Vertel andere verhalen uit de Schriften die de kinderen volgens u kunnen aansporen om de Heer te vertrouwen.
God heeft ons profeten, zieners en openbaarders gegeven.
Hoe kunt u de kinderen aan de hand van Mosiah 8:16–17 meer over de rol van de profeet als ziener vertellen?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen zien hoe ze hun handen moeten houden om te doen alsof ze door een bril of een verrekijker kijken. Lees Mosiah 8:17 en laat de kinderen hun ‘bril’ opzetten als ze het woord ‘ziener’ horen. Leg uit dat God ons profeten heeft gegeven, en dat het een van de taken van een profeet is om een ‘ziener’ te zijn, omdat hij toekomende dingen kan ‘zien’. Geef voorbeelden van dingen die profeten hebben gezien en die ze ons hebben geopenbaard (zoals de Schriften), of vertel over een profeet die als ziener fungeerde (bijvoorbeeld 1 Nephi 11:20–21).
-
Maak voetstappen van papier en teken er dingen op die profeten ons hebben aangeraden. Leg de voetstappen in de klas op de grond zodat ze een pad vormen, en leg uit wat erop getekend staat. Laat de kinderen om de beurt doen alsof ze een profeet zijn en de andere kinderen over de voetstappen leiden.
-
Toon de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Laat de kinderen beschrijven wat ze zien. Benadruk dat de profeet Joseph Smith een ziener was. De Heer gaf hem een zienersteen en uitleggers die de Urim en Tummim heten, om hem bij de vertaling van het Boek van Mormon te helpen.
-
Laat een fragment uit een recente conferentietoespraak van de president van de kerk zien (of laat een foto van hem zien terwijl u een citaat van hem voorleest). Geef uw getuigenis dat hij een profeet, ziener en openbaarder is.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Mosiah 7:18–20, 33; 9:14–19; 10:6–10, 19–21
God hielp de mensen in de Schriften, en Hij kan mij helpen.
Zeniff en zijn volk, die zich op Lamanitisch grondgebied hadden gevestigd, werden door de Lamanieten aangevallen. Ze hadden Gods hulp nodig. Wat kunnen de kinderen uit dit verhaal leren over het feit dat God zijn kinderen helpt?
Mogelijke activiteiten
-
Verdeel de klas in drie groepen, en laat elke groep een van de volgende verhalen uit de Schriften bestuderen: de Israëlieten steken de Rode Zee over (zie Exodus 14:10–14, 21–31), Lehi reist met zijn gezin door de wildernis (zie 1 Nephi 16:9–16; 17:1–6), en het volk van Zeniff wordt van de Lamanieten bevrijd (zie Mosiah 9:14–19; 10:6–10, 19–21). Hoe toonden de mensen in die verhalen dat ze op God vertrouwden? Hoe hielp God hen? Hoe helpt Hij ons als we Hem vertrouwen?
-
Laat drie kinderen op het bord een moeilijkheid of beproeving schrijven waarmee ze nu te maken hebben. Laat een kind Mosiah 7:33 lezen, en laat de andere kinderen een van hun moeilijkheden of beproevingen uitvegen als ze iets horen wat ze kunnen doen om hulp van de Heer te ontvangen. Hoe kunnen we onze beproevingen overwinnen door op de Heer te vertrouwen?
God voorziet in profeten, zieners en openbaarders voor het welzijn van de mensen.
Wij steunen het Eerste Presidium en de twaalf apostelen als profeten, zieners en openbaarders. Hoe kunt u de kinderen de waarde van profeten laten inzien?
Mogelijke activiteiten
-
Kies de belangrijkste woorden uit Mosiah 8:12–19 en zet ze op het bord. Laat een kind die verzen voorlezen, en laat de andere kinderen hun hand opsteken als ze een van de woorden op het bord horen. Laat het kind dat voorleest telkens stoppen en bespreek het woord klassikaal.
-
Laat de kinderen in Mosiah 8:16–18 nagaan wat een ziener is. Schrijf op het bord: Een ziener is als een. Bedenk samen manieren om de zin aan te vullen die aangeven waarom een ziener ons tot zegen is. Bijvoorbeeld: een ziener is als een strandwacht, die ons voor gevaar waarschuwt.
-
Kies een zinsnede uit Mosiah 8:16–17 en schrijf die op het bord, maar vervang elk woord door een symbool. Geef de kinderen een lijst met de symbolen en de woorden waarvoor ze staan, en laat ze de zinsnede ontcijferen of ‘vertalen’ zoals zieners dat doen. Op welke manieren zijn profeten, zieners en openbaarders nog meer ‘grote weldoener[s]’ voor ons? (Mosiah 8:18.)
Als ik mij zwak voel, kan de Heer mij sterken.
Als kinderen met beproevingen te maken krijgen, voelen ze zich soms zwak en hulpeloos. Leer de kinderen aan de hand van het verhaal van Zeniffs volk dat ze kracht van de Heer kunnen ontvangen.
Mogelijke activiteiten
-
Vraag de kinderen hoe ze lichamelijk sterk kunnen worden. Wat houdt het in om ‘de kracht van mensen’ te hebben? (Zie Mosiah 10:11.) Wat houdt het in om ‘de kracht van de Heer’ te hebben? (Zie Mosiah 9:17–18; 10:10.) Hoe ontvangen we de kracht van de Heer?
-
Laat de kinderen iemand tekenen die volgens hen de kracht van de Heer heeft, en laat ze vertellen waarom ze die persoon hebben getekend.
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om thuis een verhaal uit de Schriften te vertellen dat ze inspireert om ‘[hun] vertrouwen in God’ te stellen (Mosiah 7:19).