‘11–17 mei. Mosiah 18–24: “Wij zijn een verbond met Hem aangegaan”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘11–17 mei. Mosiah 18–24’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020
11–17 mei
Mosiah 18–24
‘Wij zijn een verbond met Hem aangegaan’
Denk aan de kinderen terwijl u Mosiah 18–24 leest. De Heilige Geest kan u helpen om te bepalen welke waarheden voor hen relevant zijn.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Laat een plaat zien van iemand die wordt gedoopt, en vraag de kinderen wat ze over de doop weten. Ze kunnen vertellen wat ze thuis in Mosiah 18–24 hebben gelezen, of wat ze in een doopdienst of een andere situatie hebben geleerd.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Als ik gedoopt word, sluit ik een verbond met God.
Een van de belangrijkste manieren om kinderen op de doop voor te bereiden, is hen te onderwijzen in het verbond dat ze bij hun doop sluiten.
Mogelijke activiteiten
-
Neem het verhaal van Alma en zijn volk aan de wateren van Mormon nog een keer door. Gebruik daarbij Mosiah 18:7–16 of ‘Hoofdstuk 15: Alma onderricht en doopt’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 43–44). Toon de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de kinderen wat ze over het verhaal weten.
-
Vertel de kinderen aan de hand van Mosiah 18:8–10 in uw eigen woorden welke beloften ze maken als ze gedoopt worden. Ze beloven bijvoorbeeld hun hemelse Vader en Jezus te volgen door mensen die droevig zijn te troosten. Vertel hoe u of iemand die u kent die beloften is nagekomen. (Zie ook LV 20:77, 79; Carole M. Stephens, ‘Wij hebben goede reden om ons te verheugen’, Liahona, november 2013, 115–117.)
-
Leg uit dat onze hemelse Vader ons ook dingen belooft als wij ons laten dopen. Vertel wat die beloften zijn. Ze staan in Mosiah 18:9–10.
Als ik gedoopt ben, word ik lid van de kerk van Jezus Christus.
Maak de kinderen duidelijk wat het inhoudt om door doop en bevestiging lid van de kerk te worden.
Mogelijke activiteiten
-
Nodig iemand die pas is gedoopt uit om over zijn of haar doop te komen vertellen. Lees Mosiah 18:17. Leg uit dat we door onze doop lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen worden en dat we beloven Jezus te volgen.
-
Toon de kinderen afbeeldingen die weergeven wat er in Mosiah 18:17–28 staat. De plaat Ordening in het priesterschap (Evangelieplatenboek, nr. 106) kan bijvoorbeeld vers 18 illustreren, en de plaat Tiendebetaling (Evangelieplatenboek, nr. 113) kan de verzen 27–28 illustreren. Vraag de kinderen wat ze op de platen zien, en maak ze aan de hand van de platen en de verzen duidelijk wat het inhoudt om lid van de kerk te zijn.
God kan mijn lasten licht maken.
Heeft God uw lasten weleens lichter gemaakt? Hoe kunt u over uw ervaringen vertellen en uw getuigenis geven?
Mogelijke activiteiten
-
Verzin samen eenvoudige gebaren die de kinderen kunnen maken terwijl u vertelt wat er in Mosiah 24:8–17 met het volk van Alma gebeurde. Wijs erop dat Alma en zijn volk onvriendelijk werden behandeld omdat Alma had gekozen om Abinadi’s leringen over Jezus te volgen, maar dat ze altijd in Jezus bleven geloven.
-
Lees Mosiah 24:14–15 voor. Vul een zak met zware voorwerpen (die lasten voorstellen), en laat een kind de zak vasthouden. Leg uit dat het kan lijken alsof we iets zwaars dragen als we verdrietig of ziek zijn, of als we andere problemen hebben. Laat de kinderen om de beurt de zak helpen dragen. Leg uit dat onze hemelse Vader onze lasten lichter maakt als we zijn hulp inroepen door te bidden, anderen te helpen enzovoort.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Als ik gedoopt word, sluit ik een verbond met God.
Hoe kunt u de kinderen laten begrijpen wat ons doopverbond inhoudt?
Mogelijke activiteiten
-
Geef elk kind een blaadje papier. Lees samen Mosiah 18:8–10. Laat de kinderen op de ene kant van het papier opschrijven of tekenen welke beloften wij bij onze doop maken, en op de andere kant de zegeningen die onze hemelse Vader ons belooft. Laat ze vertellen wat ze hebben gevonden. Daarbij kunt u de volgende vragen stellen: hoe kunnen wij ‘treuren met hen die treuren’? Wat houdt het in om ‘op alle plaatsen’ als getuige van God op te treden (vers 9)? Wat kunnen we doen om onze verbonden na te leven?
-
Laat enkele kinderen die zijn gedoopt vertellen wat ze zich van hun doop herinneren. Waarom was het een bijzondere dag? Hoe voelden ze zich? Leg uit dat ze elke zondag hun doopverbond hernieuwen als ze van het avondmaal nemen. Vergelijk samen het doopverbond dat in Mosiah 18:8–10 wordt beschreven met de avondmaalsgebeden (zie LV 20:77, 79). Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het avondmaal een bijzonder, eerbiedig moment is, net als onze doop?
-
Nodig een nieuw lid uit om te vertellen hoe hij of zij met de kerk in contact is gekomen en hoe het voelde om zich te laten dopen. Geef de kinderen de kans om vragen te stellen. Ze kunnen bijvoorbeeld vragen wat die persoon ertoe heeft gebracht om de beloften in Mosiah 18:7–16 te doen.
Ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Hoe kunt u de kinderen inspireren om dankbaar te zijn voor de zegeningen die bij hun lidmaatschap in de kerk horen?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Mosiah 18:17–28 lezen en zoeken naar leringen van de kerk van Christus in de tijd van Alma die nu nog steeds hetzelfde zijn. Schrijf hun antwoorden op blokken of bekertjes, en laat de kinderen iets bouwen wat de kerk van Jezus Christus voorstelt.
-
Zing samen of lees de woorden van ‘De Kerk van Jezus Christus’ (Kinderliedjes, 48). Vraag de kinderen wat we als lid van de kerk beloven. Bedenk samen hoe ze die beloften kunnen nakomen.
Mosiah 21:1–5, 13–16; 22:1–11; 24:8–22
God kan mijn lasten licht maken.
Het verhaal van het volk van Alma kan de kinderen laten inzien dat God ons soms helpt door ons sterker te maken zodat we onze beproevingen kunnen doorstaan, in plaats van ze weg te nemen. Hoe kunt u de kinderen meer uit dit verhaal laten halen?
Mogelijke activiteiten
-
Noem samen de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal van het volk van Limhi in Mosiah 21:1–5, 13–16; en 22:1–11 en van het volk van Alma in Mosiah 24:8–22. Laat elk kind een van deze gebeurtenissen tekenen. Laat de kinderen het verhaal vertellen door hun tekeningen in de juiste volgorde te zetten. Beklemtoon intussen dat God de mensen hielp om hun lasten te dragen.
-
Laat de kinderen Mosiah 21:14–15 en 24:13–14 lezen. Hoe verhoorde de Heer de gebeden van Limhi’s volk en Alma’s volk? Laat de kinderen vertellen over situaties waarin ze bij een beproeving om hulp vroegen en hun hemelse Vader hen heeft geholpen, of vertel iets wat u zelf hebt meegemaakt.
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om iemand anders uit te leggen wat ze als onderdeel van hun doopverbond zullen beloven of hebben beloofd.