Leer en Verbonden 2021
Instructies voor de zangperiode


‘Instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Leer en Verbonden 2021 (2020)

‘Instructies voor de zangperiode’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2021

Afbeelding
zingende kinderen

Instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst

Geachte jeugdwerkpresidiums en dirigenten,

Door middel van jeugdwerkliedjes kunnen kinderen veel leren over het geluksplan van onze hemelse Vader en de eenvoudige waarheden van het evangelie van Jezus Christus. Wanneer kinderen over evangeliebeginselen zingen, zal de Heilige Geest van de waarheid ervan getuigen. De woorden en de muziek zullen de kinderen hun hele leven bijblijven.

Streef naar hulp van de Geest bij uw voorbereiding om het evangelie door middel van muziek te onderwijzen. Getuig van de waarheden waarover u zingt. Maak de kinderen duidelijk dat de muziek verband houdt met wat ze thuis en in de jeugdwerklessen leren en meemaken. Uw toegewijde inspanning zal de kinderen en de gezinnen waartoe ze behoren tot zegen zijn.

Wij houden van u en zijn dankbaar dat u zo toegewijd dient om onze dierbare kinderen te versterken en beschermen.

Het algemeen jeugdwerkpresidium

Richtlijnen voor het kinderprogramma in de avondmaalsdienst

In overleg met de bisschop of gemeentepresident wordt het kinderprogramma in de avondmaalsdienst gewoonlijk tijdens het vierde kwartaal gepresenteerd. Zorg dat u als jeugdwerkpresidium en als dirigent al vroeg in het jaar met de raadgever in de bisschap die toeziet op het jeugdwerk, afspreekt om plannen voor het programma te maken. Zorg dat u zijn toestemming krijgt als de plannen rond zijn.

De kinderen moeten door dit programma de kans krijgen om te laten zien wat zij en hun gezinsleden thuis en in het jeugdwerk uit de Leer en Verbonden over het evangelie van Jezus Christus hebben geleerd. Daarbij horen ook de jeugdwerkliedjes die ze dit jaar hebben gezongen. Overweeg onder gebed welke evangeliebeginselen en liedjes duidelijk maken wat ze geleerd hebben. Maak in de loop van het jaar aantekeningen van toespraakjes en ervaringen van de kinderen om die eventueel in de presentatie te verwerken. Spoor de kinderen aan om tijdens de presentatie een Schrifttekst voor te dragen, een verhaal te vertellen en hun getuigenis van de Heiland en zijn evangelie te geven. Bedenk bij het plannen van de presentatie hoe die de aandacht van de wijkleden kan richten op de Heiland en de beginselen die Hij in de laatste dagen heeft hersteld.

Als u in uw wijk weinig kinderen hebt, kunt u overwegen hoe u er gezinsleden van de kinderen bij kunt betrekken. Een lid van de bisschap kan een kort slotwoord uitspreken.

Houd bij uw voorbereiding van de presentatie de volgende richtlijnen in gedachte:

  • Repetities dienen niet onnodig tijd van de lessen of het gezin in beslag te nemen.

  • Visuele leermiddelen, kostuums en mediapresentaties zijn niet gepast voor een avondmaalsdienst.

Zie Handboek 2: de kerk besturen, 11.5.3, ChurchofJesusChrist.org.

Instructies voor de zangperiode

5 minuten (jeugdwerkpresidium): openingsgebed, een Schrifttekst of geloofsartikel, en een toespraakje

20 minuten (dirigente): zangperiode

Het doel van de zangperiode is om door muziek het geloof van de kinderen in onze hemelse Vader en Jezus Christus te verdiepen. Met dat doel voor ogen kiezen het jeugdwerkpresidium en de dirigente elke maand geschikte liedjes uit. De liedjes dienen de beginselen die de kinderen thuis en in de kerk over het evangelie van Jezus Christus leren, te bekrachtigen. Er is een lijst met liedjes die deze beginselen bekrachtigen, in deze gids opgenomen. Die liedjes worden ook genoemd in de lessen in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Wanneer u de kinderen liedjes aanleert, nodig ze dan uit om te vertellen wat ze al over de verhalen en leerstellige beginselen in die liedjes geleerd hebben. U kunt de lessen uit Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk die de kinderen krijgen, doornemen. Dan krijgt u zicht op de verhalen en beginselen die ze leren, zodat u die beter met muziek kunt ondersteunen.

Tijdens de zangperiode mag u ook liedjes die de kinderen al kennen en liedjes die ze graag zingen, herhalen. Vraag de kinderen daarbij naar hun gedachten en gevoelens over de waarheden in de liedjes.

Kinderliedjes vormt de voornaamste bron van muziek in het jeugdwerk. U kunt ook lofzangen uit het zangboek en liedjes uit de Vriend en de Liahona gebruiken. Af en toe mogen de kinderen in het jeugdwerk ook volks- of feestliederen zingen die passend zijn voor de zondag en de leeftijd van de kinderen. Elke andere soort muziek in het jeugdwerk moet door de bisschap goedgekeurd worden. (Zie Handboek 2: de kerk besturen, 11.2.4.)

Afbeelding
kinderen zingen in de avondmaalsdienst

Overzicht

Wekelijks jeugdwerkprogramma:

Zangperiode:25 minuten

Naar de klassen:5 minuten

Klassen:20 minuten

In een groot jeugdwerk mogen de leidsters de kinderen in twee groepen opsplitsen. De ene groep heeft dan de klasperiode terwijl de andere groep de zangperiode heeft. Daarna wisselen de groepen. In dat geval mogen de jeugdwerkleidsters de tijden naar hun omstandigheden aanpassen.

Muziek voor de zangperiode

Januari

Februari

Maart

April

Mei

  • Bij zijn wederkomst’, Kinderliedjes, p. 46–47

  • ‘Heb ik heden iets goeds in de wereld gedaan?’, Heilige Lofzangen, 193

  • Kies toch goed’, Lofzangen, nr. 162

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Gebruik muziek om in de leer te onderwijzen

Bedenk dat het doel van de zangperiode niet alleen is om de kinderen te leren zingen, maar om door muziek het geloof van de kinderen in onze hemelse Vader en Jezus Christus te verdiepen. De volgende ideeën kunnen u hierbij inspireren.

Leer over onze hemelse Vader en Jezus Christus. Laat de kinderen vertellen wat ze uit de liedjes die ze zingen over onze hemelse Vader en Jezus Christus leren. Laat ze iets vertellen over hun lievelingswoorden in het lied die God en de Heiland beschrijven.

Schriftteksten lezen die er verband mee houden. Bij veel liedjes in Kinderliedjes en in het zangboek staan Schriftteksten die er verband mee houden. Laat de kinderen enkele teksten lezen. Bespreek wat ze met het lied te maken hebben. U kunt ook enkele Schriftuurplaatsen op het bord schrijven en de kinderen vragen bij welk lied of welke strofe van een lied die Schriftuurplaatsen passen.

De lege plekken invullen. Schrijf een strofe van het liedje op het bord waarbij u enkele sleutelwoorden weglaat. Laat de kinderen het liedje zingen en letten op de woorden die op de lege plaatsen komen. Bespreek welke evangeliebeginselen ze leren van de toegevoegde woorden.

Afbeelding
kinderen zingen in de avondmaalsdienst

Citaten van kerkleiders. Laat de kinderen luisteren naar een uitspraak van een kerkleider die hetzelfde evangeliebeginsel verduidelijkt als het jeugdwerkliedje. Laat ze hun hand opsteken als ze iets horen waardoor ze de waarheid waarover ze zingen beter begrijpen. Vraag ze wat ze hebben gehoord.

Getuigen. Geef de kinderen een kort getuigenis van evangeliewaarheden die in het jeugdwerkliedje naar voren komen. Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat zingen een manier is om je getuigenis te geven en de Geest te voelen.

Als getuige optreden. Laat de kinderen om de beurt opstaan en vertellen wat ze leren van het liedje dat ze zingen, of wat ze vinden van de waarheden in het liedje. Vraag ze hoe ze zich voelen terwijl ze het liedje zingen, en help ze om de invloed van de Heilige Geest te herkennen.

Platen gebruiken. Laat de kinderen samen met u naar platen zoeken of platen maken die passen bij belangrijke woorden of zinsneden in het liedje. Laat ze vertellen wat de platen met het liedje te maken hebben en wat we van het liedje leren. Als u bijvoorbeeld het liedje ‘Bij zijn wederkomst’ (Kinderliedjes, p. 46–47) oefent, kunt u verspreid over het lokaal afbeeldingen plaatsen die belangrijke woorden in het liedje voorstellen (zoals engelen, sneeuw en ster.) Laat de kinderen de afbeeldingen verzamelen en ze in de juiste volgorde omhoog houden terwijl ze het liedje zingen.

Aanschouwelijk onderwijs. U kunt een voorwerp laten zien om een gesprek over een liedje op gang te brengen. In het liedje ‘Als ik gedoopt ben’ (Kinderliedjes, 53) wordt bijvoorbeeld een regenbui genoemd. U kunt een afbeelding van regen of een glas water laten zien en bespreken hoe de doop en de Heilige Geest onze geest reinigen zoals regenwater de aarde schoonwast. Dat kan tot een bespreking leiden over de zegeningen van de doop en de gave van de Heilige Geest.

Eigen ervaringen laten vertellen. Help de kinderen om de beginselen in het liedje te verbinden aan ervaringen die zij met die beginselen hebben gehad. Bijvoorbeeld, voordat u samen ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, 99) zingt, kunt u de kinderen vragen om hun hand op te steken als ze weleens een tempel hebben gezien. Vraag ze om, terwijl ze zingen, aan het gevoel te denken dat ze hebben als ze een tempel zien.

Vragen stellen. U kunt bij het zingen allerlei vragen stellen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld wat ze van iedere strofe in het liedje leren. U kunt ze ook vragen om vragen te bedenken die het liedje beantwoordt. Dat kan leiden tot een gesprek over de waarheden die in het liedje voorkomen.

Op antwoorden letten. Laat de kinderen opletten of ze antwoord op bepaalde vragen krijgen. Het lied ‘Hij zond zijn Zoon’ (Kinderliedjes, p. 20–22) bevat bijvoorbeeld verscheidene vragen en antwoorden. U kunt de vragen stellen en de kinderen tijdens het zingen van het lied op de antwoorden laten letten.

Kinderen jeugdwerkliedjes aanleren en laten onthouden

Kinderen leren liedjes door ze steeds opnieuw te horen en zingen. Zorg dat u de woorden van een nieuw liedje altijd voor de kinderen zingt, en ze niet alleen voorleest of opzegt. Daardoor gaan de kinderen de melodie met de woorden associëren. Als u een liedje hebt aangeleerd, herhaal het dan het hele jaar door op allerlei leuke manieren. Hier zijn wat ideeën om kinderen liedjes aan te leren en ze met hen te herhalen.

De toonhoogte aangeven. Om de kinderen de melodie van een lied te leren kunt u uw hand in horizontale stand houden en uw hand tijdens het zingen hoger houden voor hogere tonen en lager voor lagere tonen.

Echo. Nodig de kinderen uit om uw echo te zijn door te herhalen wat u zingt. Zing een korte zin of een zinsdeel en laat de kinderen die nazingen.

Variëren. Zing liedjes op verschillende manieren, zoals door te fluisteren, te neuriën, op de maat te klappen, sneller of langzamer te zingen of erbij te gaan staan of zitten. U kunt een kubus van papier maken en op iedere kant van de kubus een andere manier van zingen schrijven. Nodig een kind uit om de kubus te laten rollen en zo te bepalen hoe de kinderen het liedje gaan zingen.

In groepjes zingen. Laat elke klas of ieder kind één regel zingen terwijl ze staan. Wissel dan de regels om, totdat elke klas of ieder kind op zijn beurt alle regels gezongen heeft.

Gebruik gebaren. Laat de kinderen eenvoudige gebaren bedenken om zich de woorden en de boodschap van een lied in te prenten. Als u bijvoorbeeld ‘Eerbiedig en rustig’ (Kinderliedjes, p. 11) zingt, kunnen de kinderen naar hun hoofd wijzen, hun hoofd buigen en hun hand op hun hart leggen wanneer ze de desbetreffende woorden zingen.

Meisjes zingen, jongens zingen. Maak een tekening van een jongen en een tekening van een meisje. Houd bij het oefenen van het liedje een van de tekeningen omhoog om aan te geven wie moet zingen.

Mandje gooien. Zet genummerde mandjes of bakjes vooraan het lokaal – zoveel als er strofen in een liedje zijn. Vraag een van de kinderen om een bonenzakje of een prop papier in of bij een genummerd mandje of bakje te gooien. Laat de kinderen de strofe met het getal in het bakje of mandje zingen.

Een plaat bij een regel zoeken. Schrijf iedere regel van een liedje op een afzonderlijk vel papier en zoek bij iedere regel een passende plaat. Leg de platen aan een kant van het lokaal en de vellen papier met de regels aan de andere kant. Zing het liedje en laat de kinderen de platen bij de bijpassende woorden zoeken.

Posters maken. Hang posters op met de woorden van elke strofe of met plaatjes die de woorden voorstellen. Wanneer de kinderen het liedje herhalen, bedek dan enkele woorden of plaatjes totdat ze de hele strofe zonder de poster kunnen zingen. U kunt de kinderen ook met het maken van de posters laten helpen.

Afdrukken