1. Hoort der eng’len lied, zo schoon:
Ere zij Gods Een’ge Zoon!
Vreed’ op aard’ en zaligheid
door zijn liefde ons bereid.
Al gij volk’ren, zingt van vreugd,
weest met d’ eng’lenschaar verheugd,
zingt met hen: In Betlems stal
ligt het Kerstkind, Heer van ’t al!
[Chorus]
Hoort der eng’len lied, zo schoon:
Ere zij Gods Een’ge Zoon!
2. Lof aan U die eeuwig leeft
en op aarde vrede geeft;
Gij die ons geworden zijt
Bron van heil in onze tijd.
Al uw glorie legt Gij af,
ons tot redding uit het graf,
dat wij ongerept en rein
nieuwgeboren zouden zijn.
[Chorus]
Hoort der eng’len lied, zo schoon:
Ere zij Gods Een’ge Zoon!