1. Laat uw lampen helder lichten,
schijnen ook voor and’rer voet.
’t Is een heil’ge dienst verrichten
als g’ een zwakke broeder hoedt.
’t Is een heil’ge dienst verrichten
als g’ een zwakke broeder hoedt.
2. Laat uw lampen helder lichten,
heil’gen, u is d’ eer gegund!
Waarom zou een moede zwichten
die gij helpen, redden kunt?
Waarom zou een moede zwichten
die gij helpen, redden kunt?
3. Broeders, weet, door Gods genade
zijn wij kind’ren nu des lichts.
Waakt dan, ’t komt eerlang te stade,
dra komt d’ ure des gerichts.
Waakt dan, ’t komt eerlang te stade,
dra komt d’ ure des gerichts.