1. Heer, voor ’t scheiden bidden w’ U:
zegen wat wij leerden nu,
plant het diep in elk gemoed,
’t blijv’ ons bij als eeuwig goed.
2. Heer, in d’ onschuld onzer jeugd
zijn uw wetten onze vreugd;
’t pad der waarheid trekt ons aan,
help ons daarop voort te gaan.
3. Vader, liefdevol en goed,
schenk ons rust in ons gemoed;
maak ons tot uw dienst bereid,
sterk ons in gerechtigheid.
4. O, vergeef ons als, helaas,
ons gedrag is dom en dwaas.
Help ons zo te leven, Heer,
dat w’ U eren immermeer.
Tekst: naar George Manwaring (1854–1889)
Muziek: Benjamin Milgrove (1731–1810), bew. Ebenezer Beesley (1840–1906)