27 De blijde tijd is ingeluid Opgewekt 1. De blijde tijd is ingeluid. ’t Herstelde Godswoord breidt zich uit. Een engel Gods, beloofd weleer, verkondde ’t rijk van onze Heer. 2. De reine leer wordt weer gehoord. De waarheid kwam uit ’t duister voort. Onz’ aard’, door leugen lang ontwijd, aanschouwt een wonderschone tijd. 3. De tijd, voor zienersoog ontvouwd; de tijd, door Abraham aanschouwd; de tijd waarnaar men uitzag toen, dat God zijn grote werk zou doen. 4. De tijd waarin Gods volk het woord des Heilands van diens lippen hoort, en eng’len, boden des behouds, met mensen spreken als vanouds. Tekst: naar Philo Dibble (1806–1895) Muziek: Ebenezer Beesley (1840–1906) Leer en Verbonden 128:20–21 Handelingen 3:19–21