186 Hoe prachtig zijn uw tempels, Heer Oprecht 1. Hoe prachtig zijn uw tempels, Heer, elkeen aan U gewijd, waar trouwe heil’gen, één van hart, ontsluiten zaligheid voor dierbaren die niet meer leven in dit aards bestaan; onsterf’lijk echter is hun geest, ze zijn slechts voorgegaan. 2. Hoe prachtig zijn uw woorden, Heer, het evangelieplan, dat is hersteld en heel het mensdom zalig maken kan. Hoe prachtig is de hoop die dat aan al uw kind’ren geeft, ook ieder die aan d’ and’re zij des sluiers verder leeft. 3. Hoe prachtig de belofte, Heer, door U aan ons gedaan, dat ieder door gehoorzaamheid verhoging in kan gaan, verzegeld in familieband voor tijd en eeuwigheid. Ja, eindeloos de werelden die Gij ons hebt bereid. Tekst: naar Frank I. Kooyman (1880–1963). © 1948 IRI Muziek: Tracy Y. Cannon (1879–1961). © 1948 IRI Leer en Verbonden 138:47–48 Leer en Verbonden 132:19–20