1. God onzer vaad’ren, U roepen wij aan,
kind’ren van ’t volk dat uw woord heeft verstaan.
Geef dat ons hart met uw heilig vuur brand’,
nimmer de zonde verpand.
[Chorus]
Nimmer, nimmer, nimmer de zonde verpand.
Immer, immer, immer beloften gestand.
2. Dankbaar voor alles waarvan G’ons voorziet,
loven en prijzen wij U in ons lied.
Leidsman en Gids, laat ons houden uw hand,
nimmer de zonde verpand.
[Chorus]
Nimmer, nimmer, nimmer de zonde verpand.
Immer, immer, immer beloften gestand.
3. Geest’lijke gaven versieren uw kerk;
Zion blijft bloeien, wordt glansrijk en sterk.
’t Slagwoord luidt: Blijf in de heilige band,
nimmer de zonde verpand.
[Chorus]
Nimmer, nimmer, nimmer de zonde verpand.
Immer, immer, immer beloften gestand.
4. Sterk in de strijd door de kracht die Gij schenkt,
streven wij voorwaarts naar ’t doel dat ons wenkt:
glorie en heil in het hemelse land,
nimmer de zonde verpand.
[Chorus]
Nimmer, nimmer, nimmer de zonde verpand.
Immer, immer, immer beloften gestand.