‘31 december–6 januari. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze evangeliestudie’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘31 december–6 januari. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze evangeliestudie’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019
31 december–6 januari
We zijn zelf verantwoordelijk voor onze evangeliestudie
Schrijf uw ingevingen op terwijl u de Schriftteksten in dit lesschema leest. U zult merken dat elk lesschema in dit lesboek zowel activiteiten voor kleine kinderen als voor grote kinderen bevat. Maar u mag de activiteiten aan de behoeften van uw klas aanpassen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Geef de kinderen aan het begin van elke les de kans om te vertellen wat ze van het evangelie weten. U kunt ze deze week bijvoorbeeld vragen om hun lievelingsverhaal over Jezus Christus te vertellen.
In de leer onderwijzen
Kleine kinderen
Jezus Christus wil dat ik Hem volg.
U zult dit jaar samen met de kinderen veel verhalen uit het leven van Jezus Christus lezen. Laat de kinderen inzien dat we die verhalen bestuderen om het volmaakte voorbeeld van Jezus Christus beter te kunnen volgen.
Mogelijke activiteiten
-
Lees de uitnodiging van de Heiland ‘Kom dan en volg Mij’ in Lukas 18:22. Speel een spel waarbij een kind iets doet en dan tegen de andere kinderen zegt: ‘Kom dan en volg Mij.’ Laat de andere kinderen hem of haar nadoen.
-
Toon afbeeldingen van mensen die de Heiland in zijn tijd en nu op verschillende manieren gevolgd hebben. U kunt in het Evangelieplatenboek of in kerktijdschriften afbeeldingen vinden. U kunt ook de video ‘Verlicht de wereld’ tonen (LDS.org). Laat de kinderen vertellen hoe die mensen de Heiland volgen.
-
Vraag de kinderen wat zij zelf doen om de Heiland te volgen. U kunt samen ‘Zoek de Heer’ (Kinderliedjes, 108) zingen om ze op wat ideeën te brengen. Laat ze een tekening maken van zichzelf waarop ze een van die dingen doen.
De Schriften zijn waar.
Kinderen kunnen een getuigenis van de Schriften ontvangen vóór ze kunnen lezen. Doordat u de Schriften dit jaar samen met de kinderen bestudeert, kunnen ze te weten komen dat de Schriften waar zijn.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen vertellen wat de leukste cadeautjes waren die ze voor hun verjaardag (of voor een andere gelegenheid) gekregen hebben. Neem een exemplaar van de Schriften in geschenkverpakking mee naar de les. Laat een kind het geschenk uitpakken. Getuig dat de Schriften een geschenk van onze hemelse Vader zijn.
-
Laat de kinderen een paar fictieboeken zien. Vraag ze naar hun lievelingsverhalen. Toon ze de Schriften en getuig dat die het woord van God bevatten en dat ze gaan over mensen die echt bestaan hebben en dingen die echt gebeurd zijn.
-
Lees 2 Timotheüs 3:15 en Moroni 10:3–5 voor. Laat de kinderen enkele zinsneden herhalen. Leg uit dat ze zelf te weten kunnen komen dat de Schriften waar zijn.
-
Verstop een afbeelding van de Heiland en geef de kinderen aanwijzingen om die te vinden. Leg uit dat we Jezus Christus leren kennen door in de Schriften te lezen. Laat de kinderen om de beurt de afbeelding verstoppen en aanwijzingen geven.
-
Zing samen ‘Lees, denk en bid’ en ‘Zoek de Heer’ (Kinderliedjes, 66–67). Laat de kinderen zelf bewegingen bij de tekst bedenken. Lees één of twee van uw lievelingsteksten voor. Vertel de kinderen hoe u te weten gekomen bent dat de Schriften waar zijn. Laat de kinderen over hun lievelingstekst of -verhaal uit de Schriften vertellen als ze er een hebben.
In de leer onderwijzen
Grote kinderen
Jezus Christus wil dat ik Hem beter leer kennen en Hem volg.
Hoe hebt u Jezus Christus leren kennen? Wat kunt u doen zodat de kinderen Hem leren kennen en Hem gaan volgen?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen over een vriendje vertellen. Hoe hebben ze vriendschap gesloten? Lees en bespreek Johannes 5:39 en Johannes 14:15 om te leren hoe we ons dicht bij Jezus kunnen voelen. Laat de kinderen vertellen over situaties waarin ze zich dicht bij Hem gevoeld hebben.
-
Maak samen een wandeling door de kerk. Laat de kinderen hun hand opsteken als ze iets zien dat ze doet denken aan een manier om de Heiland te volgen (bijvoorbeeld de doopvont of een afbeelding).
-
Zing samen ‘Kom, volg Mij na’ (Lofzangen, nr. 116). Vraag de kinderen wanneer ze het voorbeeld van de Heiland gevolgd hebben.
Ik kan de Schriften zelf bestuderen.
Als u samen met de kinderen in de Schriften leest en hun vragen stelt, gaan ze beseffen dat ze uit de Schriften kunnen leren en dat er waardevolle schatten aan kennis in staan.
Mogelijke activiteiten
-
Lees Johannes 5:39 en Handelingen 17:10–11 voor. Vraag de kinderen hoe ze volgens die verzen de Schriften moeten bestuderen.
-
Kies een paar eenvoudige, krachtige Schriftteksten uit het Nieuwe Testament. Schrijf elke tekst op een blaadje en verstop de blaadjes. Geef de kinderen aanwijzingen waarmee ze in het klaslokaal of kerkgebouw op ‘schattenjacht’ kunnen gaan om die Schriftteksten te vinden. Telkens als ze een tekst vinden, bespreekt u wat die betekent en waarom die een schat is.
-
Lees een paar Schriftteksten voor die u waardevol vindt en leg uit waarom. Houd als klas een lijst bij met waardevolle Schriftteksten die de kinderen dit jaar thuis of in het jeugdwerk in het Nieuwe Testament vinden.
-
Bespreek samen waarom het soms moeilijk is om in de Schriften te lezen. Laat de kinderen elkaar betreffende Schriftstudie advies geven. Vraag ze naar hun positieve ervaringen met de Schriften.
-
Help de kinderen om een eenvoudige kalender te maken waarop ze kunnen markeren hoe vaak ze in de Schriften lezen. Die kalender herinnert ze eraan dagelijks in de Schriften te lezen.
Ik heb zelf een getuigenis nodig.
De kinderen die u onderwijst hebben zelf een getuigenis nodig om in tijden van tegenspoed sterk in het geloof te blijven. Wat kunt u doen zodat ze zelf op zoek gaan naar de waarheid?
Mogelijke activiteiten
-
Vertel het verhaal van de tien maagden. (Zie Mattheüs 25:1–13; zie ook ‘Hoofdstuk 47: De tien maagden’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 118–120, of de bijbehorende video op LDS.org.) Vraag: ‘Hoe is ons getuigenis als een lamp? Waarom is het belangrijk dat we zelf een getuigenis hebben?’
-
Bespreek wat we kunnen doen om ons getuigenis te versterken. Laat de kinderen in Johannes 7:17 en Moroni 10:3–5 naar ideeën zoeken. Laat ze vertellen over dingen die waar zijn.
-
Vraag de kinderen u te helpen om etiketten met getuigenisversterkende bezigheden (zoals bidden) op bouwstenen te plakken. Laat de kinderen met die bouwstenen iets bouwen wat een getuigenis voorstelt.
Thuisstudie stimuleren
Hoe kunt u de kinderen en hun ouders stimuleren om thuis het Nieuwe Testament te bestuderen? U kunt de kinderen bijvoorbeeld aansporen om een van de Schriftteksten die u in de les besproken hebt uit het hoofd te leren. (Het kan nuttig zijn om de tekst in korte zinsneden op te delen.) Vervolgens kunnen ze die thuis opzeggen.