‘7–13 Januari. Mattheüs 1; Lukas 1: “Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘7–13 Januari. Mattheüs 1; Lukas 1’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019
7–13 januari
Mattheüs 1; Lukas 1
‘Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’
Lees eerst Mattheüs 1 en Lukas 1. In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze hoofdstukken. En in dit lesschema staan lesideeën. Als u hulp nodig hebt om kleine kinderen te onderwijzen, kunt u vooraan in dit lesboek ‘Rekening houden met de behoeften van kleine kinderen’ doornemen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Laat de kinderen in een kring gaan zitten. Vraag een van hen wat hij of zij deze week (of op een andere keer) uit de Schriften geleerd heeft. Dat kind rolt dan een bal naar een ander kind, of wijst het aan. Vervolgens is het zijn of haar beurt om iets te vertellen.
In de leer onderwijzen
Kleine kinderen
Mattheüs 1:18–25; Lukas 1:26–38
Engelen kondigen de geboorte van Jezus aan.
Maria en Jozef werden allebei door een engel bezocht die de geboorte van Jezus Christus aankondigde. Als gevolg van die gebeurtenissen gaan de kinderen begrijpen hoe belangrijk de geboorte van Christus was.
Mogelijke activiteiten
-
Vraag de ouders van een van de kinderen zich als Maria en Jozef te verkleden en de les bij te wonen. Laat ze over hun ervaring vertellen die in Mattheüs 1:18–25 en Lukas 1:26–38 beschreven staat.
-
Vertel het verhaal over de engelen die aan Maria en Jozef verschenen. (Zie ook ‘Hoofdstuk 2: Maria en de engel’ en ‘Hoofdstuk 4: Jozef en de engel’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 8–9, 12, of de video’s op LDS.org.) U kunt ook de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen tonen. Vraag de kinderen om het verhaal nu aan u te vertellen.
-
Laat de kinderen een tekening maken van de gebeurtenissen in Mattheüs 1:18–25 en Lukas 1:26–38.
Mijn hemelse Vader beantwoordt mijn gebeden.
Zacharias en Elizabet hadden waarschijnlijk jarenlang om een kind gebeden. Onze hemelse Vader beantwoordde hun gebed uiteindelijk door hun een zoon te schenken, namelijk Johannes de Doper. Hoe kunt u de kinderen aan de hand van dit verhaal leren dat onze hemelse Vader hun gebeden beantwoordt?
Mogelijke activiteiten
-
Vertel het verhaal in Lukas 1:5–20, 57–63 in uw eigen woorden. Het is misschien nuttig dat u het verhaal een paar keer herhaalt. Wijs enkele kinderen de rol van de engel, Zacharias en Elizabet toe, en laat ze het verhaal uitbeelden. Beklemtoon dat onze hemelse Vader het gebed van Elizabet en Zacharias beantwoordde. Vertel hoe onze hemelse Vader een van uw gebeden beantwoord heeft.
-
Leer de kinderen bidden aan de hand van een liedje, zoals ‘Wij buigen stil ons hoofdje nu’ (Kinderliedjes, 18). U kunt ook samen ‘Gebed van een kind’ (Kinderliedjes, 6–7) zingen. Laat de kinderen hun hoofdje buigen en hun armen over elkaar doen telkens als ze de woorden ‘gebed’ of ‘gebeden’ zingen.
-
Vraag ieder kind om iets uit te beelden waarvoor ze kunnen bidden. Laat de andere kinderen raden wat ze uitbeelden. Op de doe-pagina van deze week staan enkele suggesties.
Jezus Christus is de Zoon van God.
Jezus Christus is de Zoon van onze hemelse Vader en Maria. Wat kunt u doen zodat de kinderen Hem beter leren kennen?
Mogelijke activiteiten
-
Leg uit dat de engel tegen Maria zei dat haar kindje de Zoon van God genoemd zou worden (zie Lukas 1:35). Laat de kinderen de zin ‘Jezus Christus is de Zoon van God’ herhalen. Om de kinderen te laten begrijpen wie Jezus’ ouders waren, vraagt u ze een tekening van hun eigen ouders te maken. Leg vervolgens uit dat Jezus ook ouders had, namelijk Maria en onze hemelse Vader. Bovendien werd Jozef gevraagd om Jezus op aarde te beschermen en voor Hem te zorgen.
-
Getuig dat Jezus voor onze zonden kon sterven en weer kon opstaan doordat Hij de Zoon van God was. Laat een afbeelding van de kruisiging en opstanding van Jezus zien (zie Evangelieplatenboek, nrs. 57, 59).
In de leer onderwijzen
Grote kinderen
Mattheüs 1:18–25; Lukas 1:5–37
Voor God is niets onmogelijk.
De geboorte van Jezus en van Johannes de Doper was alleen mogelijk door de macht van God. Als de kinderen over die wonderen leren, krijgen ze meer geloof dat God wonderen voor hen kan verrichten.
Mogelijke activiteiten
-
Neem samen Mattheüs 1:18–25 en Lukas 1:5–37 door. Stel vragen zoals ‘Wat zou jij zeggen als je Maria was?’ of ‘Wat zou jij denken als je Zacharias was?’
-
Vertel in eenvoudige taal het verhaal van de geboorte van Johannes de Doper en van Jezus Christus. Laat de kinderen hun hand opsteken als ze iets horen wat zonder Gods macht onmogelijk lijkt. Welke andere verhalen kennen de kinderen, waarin God iets deed wat onmogelijk lijkt?
-
Help de kinderen om Lukas 1:37 uit het hoofd te leren. U kunt het vers bijvoorbeeld op het bord zetten en een paar keer laten opzeggen. Wis telkens een woord.
Mattheüs 1:21–25; Lukas 1:30–35, 46–47
Jezus Christus is de Zoon van God.
Jezus Christus is de Zoon van onze hemelse Vader en Maria. Hoe kunt u de kinderen die waarheid leren?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Lukas 1:30–35 lezen en nagaan wie de moeder en vader van Jezus zijn. Leg uit dat Jezus Christus de enige persoon is die onze hemelse Vader als biologische Vader heeft (zie ook 1 Nephi 11:18–21).
-
Lees deze verzen en laat de kinderen zoeken naar namen of titels van Jezus Christus. Wat betekenen de namen? Wat leren ze ons over Jezus?
-
Getuig van Jezus Christus en vraag of de kinderen hun getuigenis van Hem willen geven.
Mijn hemelse Vader hoort en beantwoordt mijn gebeden.
God beantwoordt onze gebeden, maar niet altijd zoals wij willen. Hoe kunt u de kinderen die waarheid aan de hand van het verhaal van Zacharias en Elizabet duidelijk maken?
Mogelijke activiteiten
-
Vraag de kinderen wat ze zouden zeggen tegen iemand die om een zegening gebeden had, maar die nog niet ontvangen heeft. Laat ze samen Lukas 1:5–25, 57–80 lezen en ondertussen over die vraag nadenken. (Zie ook ‘Hoofdstuk 1: Elizabet en Zacharias’ en ‘Hoofdstuk 3: Johannes de Doper wordt geboren’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 6–7, 10–11, of de bijbehorende video’s op LDS.org.) Wat zouden Zacharias en Elizabet zeggen tegen iemand die het gevoel heeft dat zijn of haar gebed niet beantwoord wordt?
-
Vraag enkele kinderen van tevoren om een ervaring te vertellen waarbij onze hemelse Vader hun gebed beantwoord heeft. Vertel over een situatie waarin uw gebed op een onverwachte manier beantwoord werd.
-
Laat de kinderen een tekening maken over een situatie waarin onze hemelse Vader een gebed (liefst hun eigen gebed) beantwoord heeft. Laat ze hun tekening aan de rest van de klas tonen.
Thuisstudie stimuleren
Laat de kinderen hun tekening thuis tonen en aan de andere gezinsleden vragen hoe God hun gebeden beantwoord heeft.