Kom dan en volg Mij
14–20 januari. Lukas 2; Mattheüs 2: Wij zijn gekomen om Hem te aanbidden


‘14–20 januari. Lukas 2; Mattheüs 2: Wij zijn gekomen om Hem te aanbidden’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘14–20 januari. Lukas 2; Mattheüs 2’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019

Wijzen op kamelen

Laten wij Hem aanbidden, Dana Mario Wood

14–20 januari

Lukas 2; Mattheüs 2

Wij zijn gekomen om Hem te aanbidden

Lees eerst Mattheüs 2 en Lukas 2. In het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze hoofdstukken. En in dit lesschema staan lesideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen wat ze nog weten over de geboorte van Christus. Wat is hun lievelingsstuk van het verhaal?

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Kleine kinderen

Lukas 2:1–14

De geboorte van Jezus.

Jezus verliet zijn thuis bij onze hemelse Vader om op aarde geboren te worden, zodat Hij onze Heiland kon zijn. Hoe kunt u ervoor zorgen dat de kinderen het verhaal van de geboorte van Christus onthouden?

Mogelijke activiteiten

  • Lees het verhaal van de geboorte van Christus voor en laat de kinderen het uitbeelden. Ze kunnen ook de doe-pagina van deze week gebruiken. Zie ook ‘Hoofdstuk 5: Jezus Christus wordt geboren’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 13–15, of de bijbehorende video op LDS.org.

  • Neem een kerststal mee naar de les als u er een hebt. Lees het verhaal van de geboorte van Christus voor en laat de kinderen de stukken op de juiste plek zetten. U kunt ook een afbeelding van de geboorte van Christus tonen. (Zie bijvoorbeeld het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Wijs de verschillende personen in de kerststal aan en vraag de kinderen wat ze van hen weten.

  • Zing samen de lievelingsliedjes van de kinderen over de geboorte van Jezus. Neem kansen om van de Heiland te getuigen waar. Vraag de kinderen waarom ze van Jezus houden.

Mattheüs 2:1–12

Ik kan Jezus geschenken geven.

De wijzen schonken Jezus goud, wierook en mirre. Hoe kunt u de kinderen aan de hand van dit verhaal leren dat zij ook geschenken aan Jezus kunnen geven (zoals liefde, dienstbetoon en gehoorzaamheid)?

Mogelijke activiteiten

  • Neem het verhaal over de wijzen in Mattheüs 2:1–12 met de kinderen door en toon ze ondertussen een afbeelding van de wijzen. U kunt bijvoorbeeld de afbeelding Wise Men Present Gifts op LDS.org laten zien.

  • Pak enkele afbeeldingen of voorwerpen in die geschenken voorstellen die we Jezus kunnen geven. Laat de kinderen de cadeautjes uitpakken en bespreek hoe we de Heiland die geschenken kunnen geven.

  • Help de kinderen om een tekening of lijstje te maken van geschenken die ze aan Jezus kunnen geven, zoals ‘vriendelijk zijn’ of ‘bidden’. Laat de kinderen hun lijstje voorlezen en vraag ze om er één punt uit te kiezen waaraan ze de komende week gaan werken.

Lukas 2:40–52

Jezus is ook kind geweest.

Als de kinderen meer over de jeugd van de Heiland te weten komen, gaan ze zich nauwer met Hem verbonden voelen. Vraag de kinderen hoe ze volgens deze verzen nu meer zoals Jezus kunnen zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag een van de jongeren in de wijk om in de les het verhaal te vertellen van Jezus die als jongeman in de tempel onderwees.

  • Vraag enkele kinderen van tevoren een foto van zichzelf als baby mee naar de les te nemen. Vraag in welke opzichten ze gegroeid zijn. Vertel op welke gebieden Jezus groeide (zie Lukas 2:40, 52). Zing samen een liedje over de Heiland, zoals ‘Ook Jezus was eens een kindje klein’ (Kinderliedjes, 34).

  • Lees Lukas 2:52 en leg uit wat ‘wijsheid’ en ‘grootte’ betekenen. U kunt de kinderen vragen om gebaren te maken die een toename in wijsheid en in genade bij God en andere mensen voorstellen. Ze kunnen bijvoorbeeld doen alsof ze een boek lezen of iemand helpen.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Grote kinderen

Lukas 2:1–21; Mattheüs 2:1–2

Profeten uit de oudheid hadden de geboorte van de Heiland voorspeld.

Profeten en gelovigen hadden lang naar de geboorte van de Heiland uitgekeken. Als de kinderen dat begrijpen, kunnen ze meer waardering voor het leven en de zending van de Heiland krijgen.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen waar ze naar uitkijken (bijvoorbeeld hun verjaardag of de vakantie). Laat de kinderen Helaman 14:2–5 lezen en nagaan waarnaar de profeten uitkeken.

  • Lees samen enkele profetieën over de geboorte van de Heiland (zie Jesaja 7:14; 9:5; 1 Nephi 11:18; Helaman 14:5). Help de kinderen om een lijst te maken met details die ze in die profetieën vinden. Laat ze in Lukas 2:1–21 en Mattheüs 2:1–2 naar de vervulling ervan zoeken.

  • Laat de kinderen een tekening van de geboorte van Christus maken. Vraag ze waarom ze dankbaar zijn dat Jezus geboren is.

Maria, Jozef, Simeon en het kindje Jezus

Simeon eert het kindje Jezus, Greg K. Olsen

Lukas 2:40, 52

Jezus is ook kind geweest.

De kinderen die u onderwijst, hebben net als Jezus een belangrijke zending waarop ze zich moeten voorbereiden. Wat kunnen ze van het voorbeeld van Jezus leren?

Mogelijke activiteiten

  • Lees Lukas 2:40, 52 en laat de kinderen dan vertellen wat Jezus deed. Vraag de kinderen hoe ze de afgelopen jaren gegroeid zijn. Vertel hoe u langzaamaan meer over het evangelie leert. Geef vervolgens uw getuigenis.

  • Doe activiteiten die zinsneden in Lukas 2:40, 52 voorstellen. U kunt bijvoorbeeld de lengte van ieder kind meten (‘Jezus nam toe in […] grootte’) of ze naar hun favoriete Schrifttekst vragen (‘werd gesterkt in de geest’). Laat de kinderen opschrijven op welke manieren ze groeien en er thuis over vertellen.

  • Neem Lukas 2:40, 52 door. Vraag de kinderen wat voor iemand Jezus als kind volgens hen was. Hoe zou Hij zijn moeder behandeld hebben? En zijn broertjes en zusjes?

Lukas 2:41–52

Ik kan het voorbeeld van Jezus volgen.

Jezus onderwees de ouderlingen in de tempel al als jongeman. De kinderen in uw klas kunnen de mensen om hen heen ook veel leren.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag een kind van tevoren om het verhaal in Lukas 2:41–52 samen te vatten. Leg uit wat ‘Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader’ betekent, zodat de kinderen het verhaal begrijpen. U kunt bijvoorbeeld uitleggen wat voor werk u of uw ouders doen. Wat voor werk deed Jozef, de aardse vader van Jezus? (Zie Mattheüs 13:55.) Wat is het werk van zijn hemelse Vader? (Zie Lukas 2:46–49; zie ook Mozes 1:39.)

  • Lees samen Lukas 2:46–49 en vraag: ‘Hoe was Jezus in de dingen van zijn Vader? Hoe deed Hij het werk van zijn Vader?’ Laat de kinderen op het bord een lijst of tekening maken van manieren waarop zij het werk van onze hemelse Vader kunnen doen.

  • Kinderen kunnen net als de jonge Jezus in het evangelie onderwijzen. Bouw hun vertrouwen op door ze elkaar een beginsel in Voor de kracht van de jeugd te laten onderwijzen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen om thuis iets over de geboorte van Christus te vertellen.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen zijn nieuwsgierig en leren op allerlei manieren. Ze leren graag door nieuwe en afwisselende ervaringen. Laat ze bewegen, hun zintuigen gebruiken, verkennen en nieuwe dingen uitproberen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 25–26.)

doe-pagina: Jezus in de kribbe