Glas-in-loodraam in de Nauvootempel (Illinois, VS), Tom Holdman

23–29 januari

Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3

‘Maak de weg van de Heere gereed’

Schrijf uw ingevingen op terwijl u over Johannes de Doper en de doop van Jezus Christus leest. In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze Schriftteksten. U kunt ermee bijdragen aan de thuisstudie van de kinderen.

Meedoen stimuleren

Geef de kinderen de gelegenheid om te vertellen wat ze al weten. Toon een afbeelding van de doop van Jezus. Vraag wat er op die afbeelding gebeurt en hoe ze zich over hun eigen doop voelen.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 3:13–17

Ik kan mij net als Jezus laten dopen.

Hoe kunt u de kinderen aan de hand van het verhaal over Jezus’ doop op hun eigen doop voorbereiden?

Mogelijke activiteiten

• Vat het verhaal van de doop van de Heiland samen. (Zie Mattheüs 3:13–17; zie ook ‘Hoofdstuk 10: Jezus laat Zich dopen’, in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 26–29, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Leg uit dat Jezus Zich door onderdompeling liet dopen door iemand met priesterschapsgezag. Herhaal het verhaal een paar keer en laat de kinderen vertellen wat ze zich ervan herinneren.

• Toon een afbeelding van Jezus’ doop en de doe-pagina van deze week. Vraag de kinderen welke dingen de twee afbeeldingen gemeen hebben. (Het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen bevat een afbeelding van Jezus’ doop.)

• Neem de beloftes door die de kinderen bij hun doop doen. (Zie Mosiah 18:8–10; Leer en Verbonden 20:37; Doop, Trouw aan het geloof, 25–30.) Vraag ze welke van die dingen ze nu al doen.

• Vraag een lid van de bisschap de kinderen te vertellen over het doopgesprek dat ze voor hun doop zullen hebben.

• Zing samen een liedje over de doop, zoals ‘De doop’ (Kinderliedjes, p. 54–55). U kunt een kind vragen om te dirigeren terwijl de andere kinderen zingen.

We kunnen Jezus’ voorbeeld volgen door ons te laten dopen.

Mattheüs 3:11, 16

De Heilige Geest helpt mij.

De kinderen bereiden zich niet alleen op de doop voor, maar ook op de gave van de Heilige Geest. Hoe kunt u ze helpen?

Mogelijke activiteiten

• Leer de kinderen aan de hand van Mattheüs 3:11, 16 dat de Heilige Geest na Jezus’ doop op Hem neerdaalde. (Er verscheen een duif als teken dat dit gebeurd was.) Toon de afbeelding De gave van de Heilige Geest (Evangelieplatenboek, nr. 105) en leg uit dat we bij onze bevestiging de gave van de Heilige Geest ontvangen.

• Neem een doos mee met bijvoorbeeld een afbeelding van Jezus, een dekentje en een kompas of landkaart. Laat de kinderen een voorwerp kiezen en uitleggen hoe elk voorwerp een manier voorstelt waarop de Heilige Geest ons kan helpen – Hij getuigt van Jezus (zie Johannes 15:26), troost ons (zie Johannes 14:26) en wijst ons de goede weg (zie 2 Nephi 32:5).

• Vertel over situaties waarin u de hulp van de Heilige Geest ondervonden hebt.

• Zing samen bijvoorbeeld ‘De Heilige Geest’ (Kinderliedjes, p. 56) en laat de kinderen opletten hoe de Heilige Geest ons helpt.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 3

De verordeningen van het Aäronisch priesterschap zijn mij tot zegen.

Johannes de Doper droeg het Aäronisch priesterschap. Mattheüs 3 is dan ook een goede gelegenheid om de kinderen meer over het Aäronisch priesterschap te vertellen. Maak ze de zegeningen en macht duidelijk die ons dankzij dit priesterschap toevloeien.

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen aan de hand van Leer en Verbonden 20:46, 58–60; 84:111 een lijst maken met de plichten van de Aäronisch-priesterschapsdragers. Laat de kinderen in Mattheüs 3 opzoeken hoe Johannes sommige van die plichten vervulde. Hoe kunnen wij net als Johannes anderen uitnodigen om tot Christus te komen?

• Toon afbeeldingen waarop Aäronisch-priesterschapsdragers mensen dopen of het avondmaal bedienen. (Zie Evangelieplatenboek, nr. 103–104, 107–108.) Bespreek hoe die verordeningen ons voorbereiden om Jezus Christus en de zegeningen van zijn verzoening te ontvangen.

• Lees samen Leer en Verbonden 13:1 en getuig dat Johannes de Doper het Aäronisch priesterschap aan Joseph Smith hersteld heeft. Vraag in welke opzichten het herstelde Aäronisch priesterschap de kinderen tot zegen geweest is.

Mattheüs 3:13–17; Markus 1:1–11; Lukas 3: 2–18

Ik kan mijn doopverbonden nakomen.

Het verhaal over Jezus’ doop biedt u de gelegenheid om met de kinderen over hun doopverbonden te praten. Ze kunnen zich opnieuw voornemen om die na te komen.

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen om de beurt een vers uit Markus 1:1–11 voorlezen. Bespreek waarom onze hemelse Vader wil dat we ons laten dopen. Waarom liet Jezus Zich dopen, ook al hoefde Hij niet van zonde gereinigd te worden? Help de kinderen om in Mattheüs 3:13–15 en 2 Nephi 31:6–7 antwoord op deze vraag te vinden.

• Neem in Mosiah 18:8–10 en Leer en Verbonden 20:37 het doopverbond door dat de kinderen gesloten hebben. Laat de kinderen die tekstverwijzingen op de doe-pagina van deze week schrijven.

• Maak een aantal verschillende sets van twee identieke kaartjes met een zinsnede of afbeelding die een belofte in ons doopverbond voorstelt. Leg de kaartjes met de afbeelding of zinsnede naar beneden. Laat de kinderen om de beurt twee dezelfde kaartjes zoeken door telkens twee kaartjes om te draaien. Als ze twee dezelfde gevonden hebben, laat u ze vertellen hoe ze die belofte nakomen.

• Vertel hoe het nakomen van uw doopverbond u tot zegen is.

Mattheüs 3:11, 16

De Heilige Geest kan mij leiden.

Kinderen leren hoe ze de leiding van de Heilige Geest kunnen herkennen en volgen. Maak ze duidelijk dat ze zijn leiding waardig zijn als ze hun doopverbond nakomen.

Mogelijke activiteiten

• Laat ieder kind een van de volgende Schriftteksten lezen en uitleggen hoe de Heilige Geest volgens die tekst tot ons spreekt: Helaman 5:30; Leer en Verbonden 6:23; 8:2–3; 11:12–13.

• Laat een kind Mattheüs 3:11 voorlezen. Hoe is de Heilige Geest als vuur? Vuur geeft bijvoorbeeld een warm gevoel en licht dat ons de weg wijst (zie Johannes 15:26; 2 Nephi 32:5).

• Laat de kinderen hun ogen sluiten en hun handen uitsteken. Streel hun handen met een veer of een draadje. Laat ze het zeggen wanneer ze iets voelen. Hoe is deze activiteit te vergelijken met het herkennen van de ingevingen van de Heilige Geest?

• Laat de kinderen iets over hun ervaringen met de Heilige Geest vertellen. Waarom moeten we ons verbond nakomen om de leiding van de Heilige Geest te krijgen?

Thuisstudie stimuleren

Spoor de kinderen aan om hun ouders, andere familieleden, vrienden of vriendinnen naar hun doopervaring te vragen.

Ons onderwijs verbeteren

Zoek persoonlijke inspiratie. U hoeft deze lesschema’s niet te volgen. Put er inspiratie uit en denk na over de behoeften van de kinderen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 7.)