In de woestijn, Eva Koleva Timothy

30 januari–5 februari

Mattheüs 4; Lukas 4–5

‘De Geest van de Heere is op Mij’

Begin uw lesvoorbereiding door Mattheüs 4 en Lukas 4–5 te lezen. In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze hoofdstukken. En in dit lesschema staan lesideeën.

Meedoen stimuleren

Laat de kinderen een afbeelding van Jezus doorgeven. Laat ieder kind dat de afbeelding krijgt iets noemen wat Jezus op aarde gedaan heeft.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 4:1–11; Lukas 4:1–13

Ik kan net als Jezus het goede kiezen.

Kleine kinderen ‘kunnen […] niet zondigen’ (Leer en Verbonden 29:47). Maar het voorbeeld van Jezus die Satans verleidingen weerstaat, kan de kinderen inspireren om het goede te kiezen.

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal over Jezus’ verzoeking in Mattheüs 4:1–11. (Zie ook ‘Hoofdstuk 11: Jezus wordt verleid’ in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 30–31, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Vraag op gepaste momenten in het verhaal: ‘Wat moet Jezus volgens jou doen?’

• Toon een afbeelding van Jezus Christus en beschrijf keuzes die een klein kind soms maakt. Laat de kinderen telkens een stap richting de afbeelding zetten als u een goede keuze beschrijft. Laat ze steeds een stap terug doen als u een verkeerde keuze beschrijft.

• Leer de kinderen de woorden van een liedje over goede keuzes, zoals ‘Kies het goede’ (Kinderliedjes, p. 82–83). Gebruik afbeeldingen, voorwerpen of andere visuele hulpmiddelen die met de tekst van het lied te maken hebben.

Lukas 4:18–19

Jezus Christus is mijn Heiland.

Lukas 4:18–19 beschrijft de zending van Jezus. Hoe kunt u de kinderen waardering bijbrengen voor wat Hij voor hen gedaan heeft?

Mogelijke activiteiten

• Lees Lukas 4:18–19 voor. Leg uit waarom Jezus Christus naar de aarde gekomen is (om ons te vertellen hoe we naar onze hemelse Vader kunnen terugkeren, ons te troosten en mensen te genezen). Vertel hoe Hij dat allemaal voor u gedaan heeft.

• Laat een paar kinderen doen alsof ze verward, droevig of ziek zijn. Vraag de andere kinderen uit te beelden wat ze voor hen kunnen doen. Getuig dat Jezus Christus naar de aarde gekomen is om ons te onderwijzen, troosten en genezen, en dat wij zijn voorbeeld moeten volgen.

• Toon afbeeldingen van Jezus die met zijn zending bezig is. (Zie Evangelieplatenboek.) Laat de kinderen kort weergeven wat Jezus op elke afbeelding doet. Toon ook afbeeldingen van mensen die Jezus’ voorbeeld volgen. (U vindt die wellicht in kerktijdschriften).

Mattheüs 4:18–22; Lukas 5:1–11

Jezus Christus vraagt ons om ‘vissers van mensen’ te zijn.

De oproep van de Heer ‘Kom achter Mij, en Ik zal u vissers van mensen maken’ (Mattheüs 4:19), is op iedereen van toepassing, ook op kinderen.

Mogelijke activiteiten

• Laat twee kinderen doen alsof ze Simon Petrus en Andreas zijn terwijl u Mattheüs 4:18–22 voorleest. Laat de kinderen vertellen wat die mannen achterlieten om Jezus te volgen.

• Toon de afbeelding hieronder en in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen, en laat de kinderen om de beurt het verhaal vertellen.

• Zing met de klas een liedje over Jezus volgen, zoals ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, p. 86–87). Laat de kinderen opletten hoe zij volgens het liedje Jezus kunnen volgen.

• Bespreek aan de hand van de doe-pagina van deze week hoe de kinderen ‘vissers van mensen’ kunnen zijn door Jezus te volgen. U kunt ook een combinatiespel spelen met de doe-pagina. Druk de doe-pagina twee keer af. Knip de vissen uit en leg ze met de beeldzijde naar beneden neer. Laat de kinderen proberen om twee dezelfde vissen te vinden.

Christus roept twee discipelen, Gary Ernest Smith

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mattheüs 4:1–11; Lukas 4:1–13

Jezus heeft mij het goede voorbeeld gegeven door verleiding te weerstaan.

Satan trachtte zelfs Jezus Christus te verleiden, maar Jezus bleef sterk. Hoe kunt u de kinderen aansporen om zijn voorbeeld te volgen?

Mogelijke activiteiten

• Zet twee kolommen op het bord: Satans verleidingen en Jezus’ antwoorden. Help de kinderen om de kolommen aan de hand van Mattheüs 4:1–11 en Lukas 4:1–13 in te vullen. Vraag hoe ze het voorbeeld van Jezus kunnen volgen.

• Schrijf enkele situaties op waarin een kind verleid kan worden om een verkeerde keuze te maken. Laat een kind er een voorlezen en bespreek klassikaal hoe ze de verleiding in kwestie kunnen weerstaan.

Mattheüs 4:1–2

Als ik vast, voel ik me dichter bij onze hemelse Vader.

Voordat Jezus aan zijn bediening begon, vastte Hij. En in de Engelse Bijbelvertaling van Joseph Smith staat dat Hij met God sprak (zie Mattheüs 4:2). Vertel de kinderen dat ze door te vasten geestelijke kracht kunnen ontvangen en zich dichter bij hun hemelse Vader kunnen voelen.

Mogelijke activiteiten

• Laat een kind Mattheüs 4:1 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith en Mattheüs 4:2 voorlezen. Wat deed Jezus ‘om bij God te zijn’? Vertel hoe u zich door vasten dichter bij onze hemelse Vader voelt.

• Laat kinderen die al eens gevast hebben over hun ervaring vertellen. Hoe zouden ze aan iemand die nog nooit gevast heeft, uitleggen wat dat is?

• Maak strookjes papier met vragen over vasten (zoals waarom, wanneer of hoe we vasten) en stop ze in een kom. Laat de kinderen een strookje nemen en de vraag erop proberen te beantwoorden. Over welke ervaringen met vasten kunnen u of de kinderen iets vertellen?

Lukas 4:16–22, 28–30

Jezus Christus is mijn Heiland.

Bedenk hoe de Heiland u tot zegen is. Hoe kunt u zorgen dat de kinderen zijn invloed meer waarderen?

Mogelijke activiteiten

• Vraag een kind van tevoren om het verhaal in Lukas 4:16–30 te vertellen. U zou ‘Hoofdstuk 17: Boze mensen in Nazareth’ kunnen gebruiken (in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 42–43, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org). U kunt ook de video ‘Jesus Declares He Is the Messiah’ (ChurchofJesusChrist.org) vertonen.

• Lees Lukas 4:18 voor en laat de kinderen meelezen. Laat ze een lijst maken van de dingen die de Heiland op aarde kwam doen. Vraag de kinderen naar voorbeelden uit de Schriften of uit hun eigen leven waarin Christus die dingen gedaan heeft.

• Schrijf op strookjes papier de woorden ‘Dankzij Jezus Christus …’ Geef ieder kind een strookje en laat ze de zin afmaken. Laat ze vertellen wat ze opgeschreven hebben.

Mattheüs 4:18–22; Lukas 5:1–11

Jezus Christus vraagt ons Hem te volgen en ‘vissers van mensen’ te zijn.

Er zijn veel manieren waarop kinderen de Heiland kunnen volgen en ‘vissers van mensen’ (Mattheüs 4:19) kunnen zijn. Hoe kunt u ze laten inzien dat ze een goede invloed op anderen kunnen hebben?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen Mattheüs 4:18–22 en Lukas 5:1–11 lezen. Hoe reageerden Jezus’ discipelen toen Hij hun vroeg om Hem te volgen? Hoe kunnen wij hun voorbeeld volgen?

• Toon de kinderen wat visgerei of een afbeelding van een visser. Wat houdt het in om ‘vissers van mensen’ te zijn? Welke hulpmiddelen stellen ons in staat om vissers van mensen te zijn?

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen om thuis te vertellen wat het inhoudt om een visser van mensen te zijn.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen kunnen de invloed van de Geest herkennen. Leer de kinderen dat de gemoedsrust, liefde en warmte die ze voelen als ze over Jezus Christus en zijn evangelie praten of zingen, afkomstig zijn van de Heilige Geest. Zulke gevoelens kunnen hun getuigenis versterken.