Oude Testament 2022
1–7 augustus. Job 1–3; 12–14; 19; 21–24; 38–40; 42: ‘Zou ik niet hopen?’


‘1–7 augustus. Job 1–3; 12–14; 19; 21–24; 38–40; 42: “Zou ik niet hopen?”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘1–7 augustus. Job 1–3; 12–14; 19; 21–24; 38–40; 42’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

drie mannen praten met een man op de grond

De oordelen van Job, Joseph Brickey

1–7 augustus

Job 1–3; 12–14; 19; 21–24; 38–4042

‘Zou ik niet hopen?’

Welke boodschappen hebt u in Job voor uw eigen leven gevonden? Wat denkt u dat de kinderen in uw klas moeten horen?

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Toon de kinderen de afbeelding van Job (zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Vraag hoe de man in de afbeelding zich volgens hen voelt. Wat weten ze nog meer over Job?

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Job 1–2; 13:15

Mijn hemelse Vader en Jezus Christus zullen me in moeilijke tijden helpen omdat ik geloof in Hen heb.

Job vertrouwde op God en was in staat om trouw te blijven, zelfs toen hij met zware beproevingen te maken kreeg. Het verhaal van Job kan het geloof van de kinderen in onze hemelse Vader en Jezus Christus versterken. Dan zijn ze voorbereid om hun eigen zware beproevingen het hoofd te bieden.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen wat ze over Job weten. Leg uit wat er met hem gebeurde (zie Job 1–2; ‘Job’ in Verhalen uit het Oude Testament). Vraag hoe zij zich zouden voelen als ze Job waren. Wie kan ons helpen als er trieste dingen in ons leven gebeuren? Laat een afbeelding van Jezus Christus zien. Leg uit dat Jobs geloof in de Heer hem tijdens zijn beproevingen hielp (zie Job 1:21).

  • Lees Jobs woorden in Job 13:15 aan de kinderen voor: ‘Zou ik niet hopen?’ Maak ze duidelijk dat Job hoop had omdat hij op God vertrouwde. Praat bijvoorbeeld ook over andere mensen die ze vertrouwen. Waarin vertrouwen we onze ouders? Waarin vertrouwen we onze leerkrachten? Waarin vertrouwen we onze hemelse Vader en Jezus Christus? Uit uw vertrouwen in onze hemelse Vader en Jezus Christus. Bedenk samen met de kinderen hoe zij kunnen tonen dat ze Hen liefhebben en vertrouwen.

Job 19:25

Jezus Christus is mijn Verlosser.

Job kon zijn beproevingen en lijden dankzij zijn geloof in de Heer doorstaan. Hoe kunt u het geloof van de kinderen in Jezus Christus, onze Verlosser, aanwakkeren?

Mogelijke activiteiten

  • Toon een afbeelding van Jezus aan het kruis of in het graf (zie Evangelieplatenboek, nr. 5758). Laat de kinderen beschrijven wat er op de afbeelding gebeurt. Lees Jobs getuigenis in Job 19:25 voor. Toon een afbeelding van de herrezen Heiland (zie Evangelieplatenboek, nr. 5960; zie ook de doe-pagina van deze week). Getuig dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan en dat Hij leeft. Waarom zijn we dankbaar dat Jezus is opgestaan?

  • Laat een afbeelding van Job zien en leg uit dat hij veel pijn had omdat zijn huid vol zweren zat. Hij was zijn huis kwijtgeraakt en zijn kinderen waren gestorven. Maar Job wist iets heel belangrijks dat hem troost gaf. Lees Job 19:25 voor en vraag de kinderen wat Job wist. Vertel hoe u weet dat Jezus Christus leeft, en laat de kinderen van Hem getuigen.

    man kijkt omhoog

    Job, Gary L. Kapp

  • Laat de kinderen de doe-pagina van deze week inkleuren. Speel of zing een liedje over Jezus’ opstanding, zoals ‘Is Jezus werk’lijk opgestaan?’ of ‘Hij is verrezen’ (Kinderliedjes, p. 45, 44). Vraag naar hun gevoelens over Jezus. Leg uit dat we goede gevoelens van de Heilige Geest kunnen krijgen om ons te laten weten dat Jezus Christus bestaat.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Job 1–2; 1219

Mijn hemelse Vader en Jezus Christus zullen me door mijn moeilijkheden heen helpen omdat ik geloof in Hen heb.

Iedereen heeft weleens moeilijke dagen. Sommige mensen hebben beproevingen die heel lang duren. Jobs geloof in God hielp hem door zijn beproevingen heen. Bedenk hoe zijn verhaal het geloof van de kinderen in onze hemelse Vader en Jezus Christus kan aanwakkeren, zodat ze hun beproevingen, nu en in de toekomst, kunnen doorstaan.

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen wat ze over Job weten. Wat voor iemand was hij? Wat maakte hij allemaal mee? Hoe reageerde hij op zijn moeilijkheden? Wijs ze op verzen in Job 1–2 om ze het verhaal te laten vertellen (zie Job 1:1, 13–22; 2:7–10; zie ook ‘Job’ in Verhalen uit het Oude Testament). Vraag de kinderen wat volgens hen de kernboodschap van Jobs verhaal is.

  • Toon enkele afbeeldingen van Jezus Christus die met anderen omgaat. Vraag wat die afbeeldingen over de persoonlijkheid en karaktereigenschappen van Jezus Christus zeggen. Wat weten we nog meer over Hem? Laat de kinderen in de volgende verzen lezen wat Job over de Heer wist: Job 12:10, 13, 16; 19:25–27. Waarom is het waardevol om dat over de Heiland te weten?

  • Laat de kinderen in Job 19:14–19 lezen hoe andere mensen Job behandelden. Hoe zouden wij ons voelen als dit met ons gebeurde? Laat de kinderen in Job 19:23–27 lezen hoe Job in deze situatie troost vond. Wat leren we in die verzen over de Heiland? Waarom is het belangrijk om te weten dat Hij leeft en dat Hij van ons houdt (zie Johannes 17:3)?

  • Zing samen een lied dat van Jezus Christus getuigt, zoals ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (Lofzangen, nr. 92). Waarom is een getuigenis dat Jezus Christus leeft volgens het lied belangrijk? Vertel de kinderen hoe u weet dat de Heiland leeft en waarom u dankbaar voor die kennis bent. Vraag ze ook naar hun gevoelens en getuigenis.

Job 19:13–19; 22:5

Goede vrienden beuren elkaar op en moedigen elkaar aan.

Toen Job het moeilijk had, zeiden zijn vrienden dat God hem strafte omdat hij gezondigd had. Met dit verhaal kunt u de kinderen leren hoe ze beter kunnen reageren als een vriend(in) problemen heeft (zie Job 16:1–5).

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen de vele moeilijkheden doornemen die Job overkwamen (zie Job 1:13–19; 2:7). Lees samen in Job 19:14, 19 hoe Jobs vrienden op zijn beproevingen reageerden (zie ook Job 22:1–5). Laat de kinderen zich voorstellen dat ze met Job bevriend waren. Hoe zouden ze hem dan proberen te helpen? Moedig ze aan om iets te doen voor een vriend(in) die een moeilijke tijd doormaakt, iets waaruit hun liefde en steun blijkt.

  • Vraag de kinderen enkele eigenschappen van een goede vriend(in) op te noemen. Kennen ze zo’n vriend(in)? Laat een afbeelding van Jezus Christus zien. In welke opzichten is Jezus een goede vriend voor ieder van ons? Hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen aan een familielid of vriend(in) vertellen hoe onze hemelse Vader en Jezus Christus ze kunnen helpen als ze een moeilijke tijd doormaken.

Ons onderwijs verbeteren

Getuig van beloofde zegeningen. Als de Heer een gebod geeft, belooft Hij ook vaak zegeningen voor het onderhouden van dat gebod. Als u de kinderen vraagt om een bepaald beginsel na te leven, vertel ze dan ook welke beloften God daar bij monde van profeten aan heeft verbonden. U kunt ook getuigen van de zegeningen die u hebt ontvangen door dat beginsel na te leven.