Elke knie zal zich buigen, J. Kirk Richards

22–28 augustus

Psalmen 102–103; 110; 116–119; 127–128; 135–139; 146–150

‘Laat alles wat adem heeft de Heere loven’

Voor meer lesideeën kunt u vooraan in dit boek ‘Extra leermiddelen voor onderwijs aan kinderen’ en ‘Rekening houden met de behoeften van kleine kinderen’ doornemen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Toon enkele afbeeldingen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de kinderen wat ze op de afbeeldingen zien. Help ze om verbanden te ontdekken tussen deze afbeeldingen en wat ze in het boek Psalmen leren.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Psalmen 119:105

Gods woord is als een licht.

De kinderen in uw klas bevinden zich op het pad terug naar onze hemelse Vader. Het woord van God kan ze nu en hun hele leven lang op dat pad houden.

Mogelijke activiteiten

• Toon afbeeldingen van dingen die in Psalmen 119:105 worden genoemd. Laat de kinderen de afbeeldingen in de juiste volgorde plaatsen terwijl u het vers voorleest. Laat ze woorden in het vers met u herhalen terwijl u de afbeeldingen aanwijst.

• Vraag de kinderen wat ze ervan vinden als het donker is. Wat kun je moeilijk in het donker doen? Vraag een kind iets met de ogen dicht te doen, bijvoorbeeld een tekening maken. Waarom gaat dat makkelijker als er licht is? Maak de kinderen duidelijk hoe het woord van God in de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten onze weg terug naar onze hemelse Vader verlicht.

Psalmen 139:1–3, 23

Mijn hemelse Vader en Jezus Christus houden van mij.

We moeten ons hele leven bedenken dat onze hemelse Vader en Jezus ons persoonlijk kennen. In Psalmen 139 staat duidelijk dat Zij ons kennen en liefhebben.

Mogelijke activiteiten

• Maak lijstjes van dingen die u over ieder kind weet. Laat de kinderen raden over wie het gaat als u de lijstjes één voor één voorleest. Lees Psalmen 139:1–3 voor en leg moeilijke woorden zo nodig uit. Getuig dat onze hemelse Vader en Jezus ze heel goed kennen. Ze weten hoe de kinderen heten, wat ze blij en verdrietig maakt, en wat ze goed kunnen.

• Lees Psalmen 139:23 voor. Laat de kinderen hun handen op hun hart plaatsen als u ‘hart’ zegt en hun hoofd aanraken als u ‘gedachten’ zegt. Vertel over een keer dat u voelde dat God uw hart en uw gedachten kende.

Psalmen 146:1, 5–9

Ik kan de Heer loven.

De Heer loven betekent onze dankbaarheid en liefde voor Hem uiten. Maak de kinderen duidelijk dat we Hem loven als we bijvoorbeeld zingen, bidden en zijn leringen gehoorzamen.

Mogelijke activiteiten

• Vraag de kinderen wanneer iemand lovend over ze sprak of zei dat ze iets goeds hadden gedaan. Haal enkele goede dingen uit Psalmen 146:6–9 aan die de Heer heeft gedaan. Vraag de kinderen wat Hij nog meer voor ons doet. Bedenk samen hoe ze Hem daarvoor kunnen loven.

• Zing samen een loflied, zoals ‘Wat is de wereld toch heerlijk mooi’ (Kinderliedjes, p. 122). Leg uit dat de psalmen lang geleden voor de Israëlieten liederen waren zoals we die tegenwoordig zingen om God te aanbidden en te loven.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Psalmen 102:1–2; 103

De Heer biedt me troost en hoop.

God weet van onze beproevingen en ons verdriet, en Hij wil ons troosten en bemoedigen. Wakker bij de kinderen hun geloof in Hem aan, zodat ze zich in tijden van nood tot Hem wenden.

Genezing, J. Kirk Richards

Mogelijke activiteiten

• Laat een kind Psalmen 102:2–3 voorlezen. Hoe kan de Heer ons in tijden van beproeving helpen? Hoe vragen we om zijn hulp? Vertel wanneer u het gevoel had dat God uw gebeden hoorde toen u in nood was. Vraag de kinderen naar hun ervaringen en getuigenis.

• Laat ze in Psalmen 103 naar woorden van troost en hoop zoeken. Hoe kunnen die woorden mensen steunen die het moeilijk hebben? Moedig de kinderen aan om woorden op te schrijven die ze eraan herinneren dat de Heer ze in hun beproevingen kan bijstaan.

Psalmen 119:105

Gods woord helpt me om zijn pad te volgen.

Hoewel de wereld soms donker lijkt, kan Gods woord ons pad verlichten om bij Hem terug te keren.

Mogelijke activiteiten

• Teken iets wat licht geeft (zoals een lamp) en de Schriften op het bord. Laat de kinderen Psalmen 119:105 lezen. Hoe helpt licht ons? Hoe helpt het woord van God ons? Laat de kinderen hun antwoorden naast de tekeningen op het bord schrijven. In welke opzichten is het woord van God als een licht? Hoe helpt het ons om op het pad terug naar onze hemelse Vader te blijven?

• Deel de kinderen op in tweetallen en geef elk tweetal een van de volgende Schriftteksten te lezen: Psalmen 119:47–48; Psalmen 119:105; 1 Nephi 11:25; 2 Nephi 31:20. Laat ze opzoeken wat onze hemelse Vader ons heeft gegeven waardoor we op het pad terug naar Hem kunnen blijven. Laat de kinderen nadenken en vertellen wat ze gaan doen met wat ze vandaag hebben geleerd.

• Zing samen een liedje over Gods pad volgen, zoals ‘Ik wandel met Jezus’ (Liahona, februari 2020, V3). Hoe blijven we volgens dit liedje op het goede pad?

Psalmen 139:23–24

Mijn hemelse Vader en Jezus Christus kunnen me laten weten hoe ik vooruitgang kan maken.

In Psalmen 139 staat dat God alles over ons weet, ook onze sterke en zwakke kanten. Als we ons tot Hem wenden, kan Hij ons vertellen wat we moeten doen om meer op Hem te lijken.

Mogelijke activiteiten

• Schrijf de woorden van Psalmen 139:23–24 op het bord. Laat de kinderen woorden onderstrepen die beschrijven wat God voor ons kan doen. Waarom zouden we willen dat God die dingen doet? Hoe kunnen we Hem toelaten ons ‘op de eeuwige weg’ te leiden?

• Moedig de kinderen aan om te ‘zien’ waarin ze op de vier aandachtsgebieden in het programma Kinderen en jongeren vooruitgang kunnen maken: geestelijk, sociaal, lichamelijk en verstandelijk. Druk ze op het hart dat de Heer weet hoe ze zich op elk van die gebieden kunnen verbeteren. Moedig ze dan ook aan om zijn leiding in te roepen.

• Zing een liedje over hoe onze hemelse Vader ons kan helpen vooruitgang te maken, zoals de tweede strofe van ‘Help mij, o Vader’ (Kinderliedjes, p. 52). Vertel hoe onze hemelse Vader en Jezus Christus u geholpen hebben om vooruitgang te maken.

Thuisstudie stimuleren

Vraag af en toe een van de kinderen om samen met een familielid aan de klas te vertellen hoe ze thuis het evangelie bestuderen. Moedig de overige kinderen aan om die ideeën bij hen thuis te bespreken.

Ons onderwijs verbeteren

Gebruik muziek. Door jeugdwerkliedjes en lofzangen te zingen, kunnen kinderen evangeliebeginselen beter begrijpen en onthouden. U betrekt ze op die manier ook bij de les. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 22.)