Oude Testament 2022
17–23 oktober. Jeremia 30–33; 36; Klaagliederen 1; 3: ‘Ik zal hun rouw veranderen in vreugde’


‘17–23 oktober. Jeremia 30–33; 36; Klaagliederen 1; 3: “Ik zal hun rouw veranderen in vreugde”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘17–23 oktober. Jeremia 30–33; 36; Klaagliederen 1; 3’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

gravure van de profeet Jeremia

De jammerklacht van de profeet Jeremia, naar een gravure door de Nazareners

17–23 oktober

Jeremia 30–33; 36; Klaagliederen 1; 3

‘Ik zal hun rouw veranderen in vreugde’

De boeken Jeremia en Klaagliederen zijn voor kinderen misschien aan de moeilijke kant. Toch kan uw klas lering trekken uit de beginselen die in deze boeken aan bod komen. Wat kunt u naar uw gevoel het beste behandelen?

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat een bijbel rondgaan. Laat de kinderen bij het vasthouden van het boek vertellen waarom het Oude Testament bijzonder voor ze is – bijvoorbeeld een beginsel of lievelingsverhaal dat ze er thuis of in de kerk uit hebben geleerd.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Jeremia 31:3

Onze hemelse Vader en Jezus houden van mij.

Als de kinderen in uw klas de ‘eeuwige liefde’ van onze hemelse Vader en Jezus Christus voelen, zullen ze nader tot Hen komen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen enkele voorwerpen (of afbeeldingen ervan) zien die wel en niet lang meegaan, zoals een muntstuk en een vrucht. Vraag wat langer meegaat en bespreek waarom sommige dingen langer meegaan dan andere. Lees Jeremia 31:3 voor. Beklemtoon dat de liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus voor de kinderen ‘eeuwig’ is.

  • Vraag hoe onze hemelse Vader en Jezus Christus hun ‘goedertierenheid’ jegens hen tonen (Jeremia 31:3). Zing een liedje over hun liefde voor ons om de kinderen op ideeën te brengen, zoals ‘Ik voel uw liefde, Heer’ of ‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’ (Kinderliedjes, p. 42–43, 16–17). Laat zo mogelijk afbeeldingen zien van dingen die in het liedje genoemd worden. Wat voelen we bij de gedachte aan de liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus?

meisje bestudeert de Schriften

De Schriften kunnen ons tot bekering inspireren en ons tot de Heer helpen terugkeren.

Jeremia 36:1–4

De Schriften zijn het woord van God.

Jeremia moest de woorden van de Heer opschrijven. Die geschriften zijn voor ons bewaard in het boek Jeremia. Breng de kinderen meer liefde voor de Schriften bij, waarin het woord van God staat.

Mogelijke activiteiten

  • Laat één kind Jeremia zijn en de anderen Baruch. Laat het kind dat Jeremia is enkele woorden uit Jeremia 36:3 zeggen, terwijl de anderen doen alsof ze die woorden opschrijven, zoals Baruch dat deed. Getuig dat de Schriften die we tegenwoordig hebben, ‘de woorden van de Heere’ zijn (Jeremia 36:4) die profeten van Hem moesten opschrijven.

  • Laat een kinderboek en een exemplaar van de Schriften zien. Wat voor verschillen merken de kinderen tussen beide boeken op? Wat maakt de Schriften bijzonder? Leg uit dat de Schriften Gods woord zijn, geschreven door profeten, net zoals het boek Jeremia bevat wat hij van God moest opschrijven.

Jeremia 36:4–10

Ik kan anderen vertellen wat ik uit de Schriften leer.

Kinderen kunnen een grote invloed op de mensen om hen heen hebben. Ze kunnen net als Baruch aan anderen vertellen wat ze in de Schriften leren.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen uitbeelden wat u leest (of samenvat) uit Jeremia 36:4–10, zoals in een boek schrijven (zie vers 4), de tralies van een gevangenis vasthouden (zie vers 5) en de Schriften aan het volk voorlezen (zie vers 8, 10). Beklemtoon dat Baruch de moed had om Jeremia’s woorden aan het volk voor te lezen, ook al wilden de leiders in Jeruzalem niet dat hij dat deed. Laat de kinderen bedenken wat ze uit het Oude Testament hebben geleerd en hoe ze anderen daarover kunnen vertellen.

  • Zing een liedje over de Schriften, zoals ‘Lees, denk en bid’ (Kinderliedjes, p. 66). Getuig van de Schriften en nodig de kinderen uit dat ook te doen.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Jeremia 31:31–34; 32:38–41

Ik kan mijn verbonden met God nakomen.

Jeremia’s leringen over het nieuw en eeuwigdurend verbond van de Heer kunnen de kinderen in uw klas aanmoedigen om hun verbonden na te komen.

Mogelijke activiteiten

  • Teken een hart op het bord, en laat de helft van de klas Jeremia 31:31–34 lezen en de andere helft Jeremia 32:38–41. Laat de twee groepen dingen in het hart schrijven die ze in hun verzen over onze verbonden met God leren. Wat is het verschil tussen Gods wet in ons hart laten schrijven (zie Jeremia 31:33) en er alleen in de Schriften over lezen? Waarom willen wij verbonden sluiten met de Heer? Waarom wil Hij verbonden sluiten met ons?

  • Neem de verbonden die we bij onze doop sluiten door. Laat de kinderen op een vel papier twee kolommen maken met de kopjes Mijn beloften en Gods beloften. Laat ze de kolommen invullen aan de hand van ‘Uw doopverbond’ onder ‘Doop’ in het boekje Trouw aan het geloof, of Mosiah 18:10, 13; Leer en Verbonden 20:37. Ze kunnen het overzicht thuis ophangen om ze aan hun verbonden te herinneren.

Jeremia 36

De Schriften zijn het woord van God.

De kinderen kunnen door het verhaal in Jeremia 36 leren van het voorbeeld van mensen die het woord van de Heer in de Schriften aannamen.

Mogelijke activiteiten

  • Zet de volgende vragen op het bord: Waarom? Wie hadden waardering voor de Schriften? Wie niet? Lees met de klas Jeremia 36:1–3 en vraag waarom Jeremia de woorden van de Heer moest opschrijven. Laat de kinderen vervolgens in koppels Jeremia 36:5–8, 20–25 lezen en vaststellen wie lieten zien dat ze waardering voor de Schriften hadden en wie niet. Vertel waarom u waardering voor de Schriften hebt. Haal een Schrifttekst of verhaal aan waaraan u veel waarde hecht. Laat de kinderen ook over een verhaal of tekst vertellen.

  • Vraag de kinderen om aan de hand van de doe-pagina van deze week met elkaar te oefenen om het verhaal in Jeremia 36 te vertellen. Nodig ze uit om van de Schriften te getuigen.

Klaagliederen 1:1–2, 16; 3:22–26

De Heiland heeft ervoor gezorgd dat mijn zonden vergeven kunnen worden.

Het boek Klaagliederen beschrijft op poëtische wijze dat we vaak bedroefd zijn als we gezondigd hebben. Dat gevoel kan ons aanzetten tot verandering. We willen onze hemelse Vader dan ook om vergeving vragen.

Mogelijke activiteiten

  • Leg uit dat de Israëlieten zich niet hadden bekeerd, en dat Jeruzalem en de tempel om die reden waren verwoest. Vraag wat de kinderen gevoeld zouden hebben als ze in die tijd in Jeruzalem hadden gewoond. Lees met de klas Klaagliederen 1:1–2, 16. Welke woorden en zinsneden in deze verzen geven ons inzicht in de mogelijke gevoelens van de Israëlieten? Hoe kan de boodschap in Klaagliederen 3:22–26 ze hoop hebben geboden?

  • Vraag wanneer de kinderen eens verdrietig waren om een slechte keuze die ze maakten. Wat lezen ze in Klaagliederen 3:22–26 waardoor ze weten dat de Heer bereid is om ze te vergeven?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om familieleden naar ervaringen te vragen in verband met de beginselen die in de klas behandeld zijn. Hebt u het bijvoorbeeld over de Schriften gehad, dan zouden ze iemand thuis kunnen vragen hoe hij of zij weet dat de Schriften waar zijn.

Ons onderwijs verbeteren

Houd de aandacht van de kinderen erbij. U zult creatief moeten zijn om kleinere kinderen erbij te betrekken. Gebruik bijvoorbeeld platen, liedjes, spelletjes en andere activiteiten.