Kom dan en volg Mij
13–19 mei. Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18: “Wat ontbreekt mij nog?”


‘13–19 mei. Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18: “Wat ontbreekt mij nog?”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘13–19 mei. Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

arbeiders in een wijngaard

13–19 mei

Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18

‘Wat ontbreekt mij nog?’

Vraag u bij uw studie van Mattheüs 19–20; Markus 10; en Lukas 18 gebedsvol af wat de leden van de klas bij hun studie geleerd of gevoeld hebben.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Het kan goed zijn af en toe de ervaringen van de mensen in de les te bespreken betreffende de extra nadruk op evangeliestudie thuis. Over welke geslaagde ervaringen kunnen ze vertellen? Welke problemen ondervinden ze? Welke raad kunnen ze elkaar geven?

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs 19:3–9

Het huwelijk tussen man en vrouw is van Godswege geboden.

  • Hoe de wereld het huwelijk ziet, wijkt steeds meer af van de eeuwige waarheid. U kunt de klas leren wat God over het huwelijk denkt door ze Mattheüs 19:3–9 te laten lezen en de leringen inzake het huwelijk op het bord te laten schrijven. Er is nog extra kennis hierover te vinden in: Genesis 1:27–28; 1 Korinthe 11:11; Leer en Verbonden 42:22; 49:15–17; 131:1–4; 132:19; en Mozes 3:18, 21–24. Hoe worden deze beginselen in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ benadrukt? (Liahona, november 2010, 129.)

  • Hoe kunt u de leden van de klas beter voorbereiden om de leringen van de Heer over het huwelijk uit te leggen of te verdedigen? U kunt ze verzoeken enkele vragen op het bord te schrijven die ze over de leringen van de kerk inzake het huwelijk hebben gehoord. Ze kunnen dan antwoorden op deze vragen opperen op basis van het heilsplan, uitspraken uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Mattheüs 19:3–9 en de leringen in de ‘Bijkomende leermiddelen’. Vraag deelnemers aan de les eventueel een rollenspel te spelen waarin zij hun opvatting over het huwelijk aan een andersgelovige uitleggen.

  • Introduceer het onderwerp huwelijk eventueel met het volgende citaat van Robert D. Hales: ‘Niemand trouwt echter met perfectie, we trouwen met potentieel.’ (‘Met de moeilijkheden van deze tijd omgaan’, Liahona, november 2015, 46.) Vraag de aanwezigen aan een getrouwd stel te denken dat ze bewonderen. Welke eigenschappen bezit dit echtpaar? Welke eigenschappen zouden de leden in hun huwelijkspartner wensen en welke eigenschappen willen zij zelf ontwikkelen om een goede huwelijkspartner te worden? Overweeg welke uitspraken uit de toespraak van president Russell M. Nelson ‘Het celestiale huwelijk’ (Liahona, november 2008, 92–95) u kunt gebruiken om de leden van de klas aan te sporen een celestiaal huwelijk te sluiten.

ouder echtpaar voor tempel

Het eeuwig huwelijk maakt deel uit van Gods plan.

Mattheüs 20:1–16

Het eeuwige leven is voor iedereen beschikbaar, ongeacht wanneer we het evangelie aanvaarden.

  • Hoe kunt u uw klasleden aanmoedigen om de beginselen uit de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard toe te passen? U kunt enkele leden vragen een toneelstukje van de gelijkenis voor te bereiden dat ze in de les kunnen opvoeren. Vraag na de voorstelling aan de mensen die de arbeiders speelden wat zij over hun betaling dachten en waarom. Wat suggereert deze gelijkenis over het koninkrijk der hemelen? Welke aanvullende inzichten over deze gelijkenis krijgen de mensen in de les uit de toespraak van ouderling Jeffrey R. Holland ‘De arbeiders in de wijngaard’? (Liahona, mei 2012, 31–33.)

Mattheüs 19:16–22; Markus 10:17–27

De Heiland leidt ons dichter tot Hem als we Hem om hulp vragen.

  • Hoe kunt u de deelnemers aan de les helpen om de beginselen in het verhaal van de rijke jongeman te herkennen en toe te passen? U kunt ze bijvoorbeeld vragen Markus 10:17–27 te lezen en bij zichzelf na te gaan of ze zich ooit als die rijke jongeman hebben gevoeld. Waardoor konden ze de raad van de Heiland toch naleven zelfs als het moeilijk was? Wil er iemand in de klas over een ervaring vertellen waarbij hij of zij dacht: ‘Wat ontbreekt mij nog?’ (Mattheüs 19:20) en daarop een persoonlijke ingeving kreeg om zich te verbeteren? Wat voor invloed had dit op hem of haar?

Lukas 18:9–14

We horen ons op de genade van God te verlaten en niet op onze eigen rechtvaardigheid.

  • Met de gelijkenis waarin de Heiland het gebed van een Farizeeër met dat van een tollenaar vergelijkt, kunt u extra aandacht besteden aan de houding die de Heer vraagt van wie Hem willen volgen. Om deze gelijkenis op onze tijd toepasbaar te maken, kunt u de mensen in de les vragen het gebed van de Farizeeër zo te herschrijven dat het hedendaagse details bevat, maar nog steeds dezelfde houding weergeeft. Ze kunnen dan hetzelfde doen met het gebed van de tollenaar en daarna bespreken wat ze hebben opgeschreven. Wat hebben de verzen 15–17 en 18–24 te maken met wat de Heiland in deze gelijkenis onderwees?

  • Hoe kunnen deze verzen uw cursisten motiveren om nederig als de tollenaar te blijven? Misschien draagt het volgende citaat van ouderling Dale G. Renlund daar ook aan bij: ‘De boodschap moet ons dus duidelijk zijn: een zondaar die zich bekeert, komt dichter bij God dan de zelfingenomen persoon die de zondaar veroordeelt.’ (‘Onze goede herder’, Liahona, mei 2017, 31.)

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Motiveer uw klas om Mattheüs 21–23; Markus 11–12; Lukas 19–20; en Johannes 12 te lezen door te vragen ‘Wat zou u doen als u nog maar een week te leven had?’ Vertel ze dat in deze hoofdstukken staat wat de Heiland tijdens de laatste week van zijn leven deed.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18

Het huwelijk staat centraal in het plan van God.

Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben in een openbare verklaring het volgende over het huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht gezegd:

‘We wijzen u op het doel waarmee onze hemelse Vader de aarde heeft geschapen en ons als zijn kinderen hier plaatst [zie Genesis 1:27–28; 2:24]. […] Het huwelijk tussen man en vrouw is door God ingesteld en staat centraal in zijn plan voor zijn kinderen en voor het welzijn van de maatschappij. […]

‘God verlangt dat wij zijn geboden steunen en onderhouden, ongeacht de afwijkende opvattingen en trends in de maatschappij. Zijn wet van kuisheid is duidelijk: seksuele omgang is alleen toegestaan tussen een man en een vrouw die wettig met elkaar gehuwd zijn.’ (‘LDS Church Instructs Leaders Regarding Same-Sex Marriage’, 10 januari 2014, mormonnewsroom.org.)

Aanvullende inzichten over het huwelijk.

Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ kan deel uitmaken van een bespreking over de redenen waarom de profeten van de Heer waarschuwen voor alles wat afwijkt van het huwelijk tussen een man en een vrouw. De volgende punten kunnen ook nuttig zijn:

  • Het gezin is een eeuwig concept. We zijn allemaal deel van de familie van God en het is zijn plan dat mannen en vrouwen trouwen en zich aan elkaar laten verzegelen, zodat ze voor eeuwig als gezin kunnen leven (zie Genesis 2:18, 21–24; 1 Korinthe 11:11).

  • Als deel van Gods plan is man en vrouw geboden zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen (zie Genesis 1:28), en hun kinderen in rechtvaardigheid op te voeden.

  • Het uiteindelijke doel van Gods plan is verhoging, of eeuwig leven, in de aanwezigheid van God, waar de trouwe echtgenoten eeuwig nakomelingschap en eeuwige vreugde kunnen hebben (zie LV 132:19–21). Gods plan is de enige manier om de verhoging te bereiken (zie LV 131:1–4).

  • De Heer verwacht dat we liefde en barmhartigheid tonen aan wie iets anders dan Gods plan voor het huwelijk bepleit of naleeft, zoals samenwonen of een homohuwelijk (zie mormonandgay.lds.org). Ware barmhartigheid houdt in dat wij hen liefdevol en geduldig uitnodigen om het plan van God te volgen, want dat is het enige plan voor waar geluk. Alternatieven voor Gods plan aanvaarden of goedkeuren doet meer kwaad dan goed.

Ons onderwijs verbeteren

God heeft uw unieke talenten en vaardigheden nodig. ‘U kunt de kinderen van God tot zegen zijn door te vertrouwen op de liefde die u heeft voor anderen, de gaven die God u heeft geschonken en uw levenservaringen. Wanneer u trouw dient en de hulp van God zoekt, zal Hij u grootmaken, en uw vaardigheid om het evangelie naar het voorbeeld van de Heiland te kunnen onderwijzen, zal toenemen.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland5.)