Kom dan en volg Mij
27 mei–2 juni. Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 25; Markus 12–13; Lukas 21: “De Zoon des mensen zal komen”


‘27 mei–2 juni. Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 25; Markus 12–13; Lukas 21: “De Zoon des mensen zal komen”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘27 mei–2 juni. Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 25; Markus 12–13; Lukas 21’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Wederkomst

De wederkomst, Harry Anderson

27 mei–2 juni

Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 25; Markus 12–13; Lukas 21

‘De Zoon des mensen zal komen’

Denk eraan dat u aan de voorbereiding van uw les begint door Mattheüs naar Joseph Smith 1, Mattheüs 25, Markus 12–13 en Lukas 21 met een gebed in uw hart te lezen. Doe uw best om ingevingen te ontvangen en bestudeer daarna dit lesschema voor aanvullende ideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Zet op het bord een lijst met alle gelijkenissen van de Heiland in de hoofdstukken van deze week, zoals de vijgenboom, de heer des huizes en de dief, de trouwe en slechte slaven, de tien maagden, de talenten, en de schapen en de bokken. Vraag de deelnemers aan de les wat ze uit deze gelijkenissen hebben geleerd waardoor ze zich beter op de wederkomst van de Heer kunnen voorbereiden. Hoe passen ze die beginselen toe?

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs naar Joseph Smith 1:21–37

Profetieën over de wederkomst van de Heiland stellen ons in staat de toekomst met geloof tegemoet te treden.

  • Tekenen van de wederkomst zijn voor sommige mensen in uw les misschien lastig te begrijpen. Het kan nuttig zijn ze in groepjes te laten samenwerken om de tekenen in Mattheüs naar Joseph Smith 1:21–37 te benoemen. Misschien begrijpen ze beter hoe belangrijk deze tekenen zijn als zij ze met verkeersborden vergelijken. Waarom zijn verkeersborden belangrijk? Wat betekent dit voor de tekenen van de wederkomst? U kunt iedere groep stukken papier in de vorm van verkeersborden geven en hun vragen op elk stukje papier een teken te schrijven dat aan de wederkomst voorafgaat. Laat ze vertellen wat ze hebben ontdekt en vraag de klas bewijzen van deze tekenen in de hedendaagse wereld te bespreken.

  • In het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen werden de leden van de klas aangespoord om in deze verzen goede raad op te zoeken, zodat ze ‘niet verschrikt’ worden tijdens de gebeurtenissen vóór de wederkomst. (Zie ook de uitspraak van president Thomas S. Monson in de ‘Bijkomende leermiddelen’.) Toon een afbeelding van de wederkomst (zie De wederkomst, Evangelieplatenboek, nr. 66) en vraag de aanwezigen welke verzen hun bij hun individuele studie zijn opgevallen. Waarom is het een zegen dat wij de gebeurtenissen kennen die aan de wederkomst van de Heiland vooraf gaan?

Mattheüs naar Joseph Smith 1:26–27, 38–55; Mattheüs 25:1–13

We horen altijd op de wederkomst van de Heiland voorbereid te zijn.

  • Hoewel de Heiland ons heeft gevraagd altijd op zijn wederkomst voorbereid te zijn, is het makkelijk zichzelf in het dagelijks leven te verliezen en er niet al te veel aan te denken. Door de gelijkenissen in Mattheüs naar Joseph Smith 1:26–27, 38–55 en Mattheüs 25:1–13 kunnen we het belang inzien van voorbereid op de wederkomst zijn. Laat de mensen in de les deze gelijkenissen en vergelijkingen opzoeken en bespreken wat het betekent om op de wederkomst voorbereid te zijn. Misschien kunnen een of twee leden voordien een creatieve uitbeelding van één van deze gelijkenissen voorbereiden.

  • De gelijkenis van de tien maagden kan de leden van de klas aanzetten om over hun geestelijke voorbereiding om de Heiland te ontmoeten, na te denken. Ouderling David A. Bednar geeft een interessante interpretatie van die gelijkenis (zie de ‘Bijkomende leermiddelen’). De deelnemers kunnen bespreken wat we elke dag kunnen doen om ons meer tot het evangelie te bekeren. Waarom moet ieder van ons zelf bekering ervaren? Hoe wordt deze gelijkenis duidelijker door Leer en Verbonden 45:56–57?

  • U kunt samen lofzangen over de wederkomst zingen en hun boodschap bespreken (zie de ‘Bijkomende leermiddelen’).

Mattheüs 25:14–46

Tijdens het laatste oordeel brengen we de Heer verslag uit over ons leven.

  • De gelijkenis van de talenten en die van de schapen en bokken kunnen ons motiveren na te denken over de rekenschap die we bij het laatste oordeel aan de Heer zullen afleggen. U kunt de gelijkenissen klassikaal lezen en ieder lid een vraag laten noemen die de Heiland zou kunnen stellen als we rekenschap voor ons leven afleggen. Geef de leden van de klas tijd om te plannen hoe zij naar ingevingen gaan handelen die ze tijdens de bespreking hebben ontvangen.

    schapen en bokken

    Christus gebruikte schapen en bokken om over het laatste oordeel te onderwijzen (zie Mattheüs 25:31–33).

  • U kunt klassikaal de definitie van het laatste oordeel in de Gids bij de Schriften bestuderen. (‘Oordeel, het laatste’, scriptures.lds.org.) U kunt daarna de mensen in de les vragen enkele Schriftteksten die het laatste oordeel beschrijven, zoals Alma 5:17–25, te lezen. Hoe kunnen we ons volgens de aansporingen in die Schriftteksten op die dag voorbereiden?

  • Geef de mensen in de klas enkele ideeën om persoonlijk betekenis uit de gelijkenis van de talenten (zie Mattheüs 25:14–30) te halen, of maak gebruik van een activiteit uit ‘De gelijkenis van de talenten’ van ouderling Ronald A. Rasband. (Liahona, augustus 2003, 34–37.)

  • Om een bespreking van Mattheüs 25:34–40 in te leiden, kunt u de aanwezigen om voorbeelden vragen van mensen die de naastenliefde uit deze verzen betonen. Gun ze wat tijd om te bedenken wie hun dienstbetoon kan gebruiken. Hoe kunnen we praktisch hongerigen voeden, naakten kleden en zieken bezoeken?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Motiveer de deelnemers aan de les in de loop van de week Johannes 13–17 te lezen. Vraag ze na te denken over wat zij hun zoon of dochter zouden vertellen net voordat hij of zij voor een zending vertrekt. In Johannes 13–17 kunnen we de laatste aanwijzingen lezen die de Heiland zijn discipelen vóór zijn kruisiging gaf.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 25; Markus 12–13; Lukas 21

Lofzangen over de wederkomst.

De olie van bekering.

Ouderling David A. Bednar oppert deze interpretatie van de gelijkenis van de tien maagden:

‘Beschouw de olie als de olie van bekering (zie Mattheüs 25:4–9). […]

‘Waren de vijf wijze meisjes zelfzuchtig en niet bereid om te delen, of gaven ze terecht te kennen dat de olie van bekering niet kan worden geleend? Kan de geestelijke kracht die voortvloeit uit voortdurende gehoorzaamheid aan de geboden aan een ander worden gegeven? Kan de kennis verkregen door ijverige studie en overpeinzing van de Schriften worden overgeheveld naar iemand die in nood verkeert? Kan de vrede die het evangelie een getrouwe heilige der laatste dagen schenkt, worden overgedragen aan iemand die met tegenslagen of grote moeilijkheden kampt? Het duidelijke antwoord op al deze vragen is nee.

‘Zoals de wijze meisjes dat juist onder woorden brachten, moet ieder “kopen voor zichzelf”. Deze geïnspireerde vrouwen spraken niet over een zakelijke transactie, maar beklemtoonden veeleer onze eigen verantwoordelijkheid om de lamp van ons getuigenis brandende te houden en voor voldoende olie van bekering te zorgen. Die kostbare olie wordt druppel voor druppel verkregen – “regel op regel [en] voorschrift op voorschrift” (2 Nephi 28:30), geduldig en gestaag.’ (‘Tot de Heer bekeerd’, Liahona, november 2012, 109.)

Wees niet bang.

President Thomas S. Monson heeft gezegd:

‘Hoewel de onweerswolken samenpakken en de regen op ons neerklettert, zullen onze kennis van het evangelie en onze liefde voor onze hemelse Vader en onze Heiland ons troost en steun geven en vreugde brengen in ons hart, als wij oprecht wandelen en de geboden onderhouden. […]

Geliefde broeders en zusters, wees niet bang. Houd goede moed. De toekomst is net zo stralend als uw geloof.’ (‘Houd goede moed’, Liahona, mei 2009, 92.)

Ons onderwijs verbeteren

Zorg ervoor dat u in ware leer onderwijst. Vraag uzelf voortdurend af: ‘Hoe helpt wat ik onderwijs mijn klasleden hun geloof in Christus te versterken, zich te bekeren, verbonden te sluiten en na te leven en de Heilige Geest te ontvangen?’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland20.)