Kom dan en volg Mij
10–16 juni. Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; Johannes 18: “Niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt”


‘10–16 juni. Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; Johannes 18: “Niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘10–16 juni. Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; Johannes 18’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Laatste avondmaal

En het was nacht, Benjamin McPherson

10–16 juni

Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; Johannes 18

‘Niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt’

Lees Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; en Johannes 18 en denk na over de ingevingen die u krijgt. Wat moeten de mensen in uw klas hieruit leren?

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de deelnemers aan de les wat ze deze week hebben geleerd waardoor het avondmaal meer betekenis voor ze heeft. Wat hebben ze gedaan en hoe beïnvloedde dat hun deelname aan het avondmaal?

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs 26:26–29; Lukas 22:19–20

Door het avondmaal kunnen we de Heiland altijd indachtig zijn.

  • Waarom heeft de Heiland het avondmaal ingesteld? Waarom nemen we wekelijks aan het avondmaal deel? Welke antwoorden staan er in Mattheüs 26:26–29; Lukas 22:7–20; Leer en Verbonden 20:75–79; en Trouw aan het geloof, 10–12? In Trouw aan het geloof staat bijvoorbeeld dat het avondmaal dient ter gedachtenis van het offer van Christus, dat de wet van Mozes vervulde. U kunt ook de avondmaalsgebeden klassikaal lezen en vragen welke verbonden we als deel van de verordening sluiten. Hoe zouden we iemand anders de betekenis van deze toezeggingen duidelijk kunnen maken? Hoe hoort onze deelname aan het avondmaal onze dagelijkse keuzes te beïnvloeden?

    jongevrouw die het avondmaal gebruikt

    Wanneer we aan het avondmaal deelnemen, hernieuwen we onze verbonden.

  • De mensen in de les halen er ongetwijfeld voordeel uit om van elkaar te horen hoe het ze lukt om de Heiland tijdens het avondmaal en de hele week indachtig te zijn (zie LV 6:36–37). U kunt ze vragen te vertellen hoe het hun en hun gezin lukt om de Heiland indachtig zijn en zijn verbonden na te leven. Welke verzen uit de hoofdstukken van deze week verdiepen onze eerbied voor het avondmaal? Voor aanvullende ideeën om de Heiland indachtig te zijn leest u Gerrit W. Gong, ‘Hem altijd indachtig zijn’, Liahona, mei 2016, 108–111.

  • Deze bespreking is een goed moment om samen de symboliek van het avondmaal te verkennen. Hoe kunnen wij ons tijdens de verordening door deze symbolen beter op de Heiland richten? Wat leren we door deze symbolen over Hem en onze relatie met Hem?

  • Nadat u de bespreking over het avondmaal hebt afgerond, kunt u de klas even de tijd gunnen om te overwegen en noteren wat ze willen doen om zich de komende week op het avondmaal voor te bereiden. Om de Geest hierbij uit te nodigen kunt u een avondmaalslofzang afspelen terwijl de leden van de klas nadenken.

Mattheüs 26:36–46

We gaan meer op Christus lijken, als we ervoor kiezen ons aan de wil van onze Vader te onderwerpen.

  • Het voorbeeld van de Heiland die zich aan de wil van zijn Vader onderwierp, kan de mensen in de les tot steun zijn wanneer dat van hen gevraagd wordt. Om een bespreking te beginnen kunt u de mensen in de klas vragen wanneer zij zich aan iets hebben onderworpen waarvan ze wisten dat God dat van hen verlangde. Waarom voelden ze zich gedreven dat te doen? Laat de klas Mattheüs 26:36–42 lezen en bedenken waarom de Heiland bereid was zijn wil aan die van zijn Vader te onderwerpen. Hoe kan onze wil aan God onderwerpen ons uiteindelijk tot zegen zijn?

  • Om dit beginsel, zich aan God onderwerpen, nader te onderzoeken kunt u de ene helft van de klas vragen om Mosiah 3:19 te lezen en de andere helft om 3 Nephi 9:20 te lezen. Wat betekent het volgens deze verzen om zich aan God te onderwerpen? Hoe onderwerpen we ons? De leden van de klas kunnen bedenken hoe ze hun wil in de komende week aan God kunnen onderwerpen. De uitspraak van ouderling Neal A. Maxwell in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kan ook als bijdrage aan deze bespreking worden gebruikt.

Mattheüs 26:20–22, 31–35

We horen onszelf te onderzoeken om te bepalen hoe de woorden van de Heer op ons van toepassing zijn.

  • We horen veel evangelielessen, maar soms is het verleidelijk om aan te nemen dat die lessen vooral voor de anderen bedoeld zijn. Een bespreking van Mattheüs 26 kan ons die neiging helpen overwinnen. Start dit gesprek door de klas in groepjes van twee in te delen en van ieder groepje de één te vragen Mattheüs 26:20–22 te lezen terwijl de ander de verzen 31–35 leest. Vraag ze de reacties van de discipelen in de twee verhalen te vergelijken. Hoe pasten de discipelen de woorden van de Heiland op zichzelf toe? Wat kunnen wij daarvan leren? President Dieter F. Uchtdorf werpt hier wat meer licht op met zijn verwijzing naar Mattheüs 26:21–22 in zijn toespraak ‘Ben ik het, Heere?’ (Liahona, november 2014, 56–59.)

Mattheüs 26:36–46

Jezus Christus heeft voor ons een oneindige verzoening verricht.

  • Vraag de leden in de les eventueel welke inzichten over de verzoening van Jezus Christus zij in hun individuele of gezinsstudie hebben verkregen.

  • In Mattheüs 26 wordt beschreven wat er in Gethsémané gebeurde, maar begrijpen de mensen in uw les wat dit voor hen betekent? U kunt vragen als Wat is er in Gethsémané gebeurd? en Waarom is dat voor mij belangrijk? op het bord schrijven om ze hierbij te helpen. De leden van de klas kunnen individueel of in kleine groepjes in Mattheüs 26:36–46; Alma 7:11–13; en Leer en Verbonden 19:16–19 naar antwoorden zoeken. In de toespraak van ouderling C. Scott Grow ‘Het wonder van de verzoening’ staan ook antwoorden. (Liahona, mei 2011, 108–110.)

  • In het Boek van Mormon noemt Jacob de verzoening van Jezus Christus ‘een oneindige verzoening’ (2 Nephi 9:7). Maak dit duidelijk voor de mensen in de les door de leringen van president Russell M. Nelson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ te lezen en vraag ze in welke opzichten de invloed van het offer van de Heiland als oneindig kan worden beschouwd. Zij kunnen ook de volgende Schriftteksten lezen en de lijst aanvullen: Hebreeën 10:10; Alma 34:10–14; Leer en Verbonden 76:24; en Mozes 1:33. Hoe tonen we onze dankbaarheid voor het offer dat de Heiland voor ons gebracht heeft?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Motiveer de deelnemers aan de les om te blijven lezen door ze te vragen of ze weten welke zeven uitspraken Jezus aan het kruis heeft gedaan. Vertel ze dat ze dat kunnen ontdekken door Mattheüs 27; Markus 15; Lukas 23; en Johannes 19 te lezen.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs 26; Markus 14; Lukas 22; Johannes 18

Bijbelvideo’s (LDS.org).

‘The Last Supper’, ‘Het lijden van de Heiland in Gethsémané’

Onze wil aan de wil van onze Vader onderwerpen.

Ouderling Neal A. Maxwell heeft eens gezegd: ‘Als u uw wil aan die van de Heer onderwerpt, geeft u Hem het enige wat u Hem kunt geven dat echt van uzelf is. Wacht niet te lang om naar het altaar te gaan en uw wil daarop te leggen!’ (‘Bedenk hoe barmhartig de Here is geweest’, Liahona, mei 2004, 46.)

De oneindige verzoening.

President Russell M. Nelson heeft gezegd:

‘[De] verzoening [van Jezus Christus] is oneindig en onbeperkt. Zij was ook oneindig in zoverre dat alle mensen verlost zouden worden van een oneindige dood. Zij was oneindig in de betekenis van zijn enorme lijden. Zij was oneindig in tijd, en maakte een einde aan het voorafgaande prototype van de dierenoffers. Zij was oneindig in reikwijdte – zij moest in één keer voor iedereen worden verricht. En de genade van de verzoening strekt zich niet slechts uit tot een oneindig aantal mensen, maar ook tot een oneindig aantal werelden, door Hem geschapen. Zij was oneindig, uitstijgend boven alle menselijke meetschalen of sterfelijk begrip.

‘Jezus was de enige die een dergelijke oneindige verzoening kon bewerkstelligen, daar Hij geboren was uit een sterfelijke moeder en een onsterfelijke Vader. Vanwege dat unieke geboorterecht was Jezus een oneindige Persoon.’ (‘The Atonement’, Ensign, november 1996, 35.)

President Heber J. Grant heeft uitgelegd: ‘Jezus kwam niet alleen als een geschenk voor iedereen, Hij kwam ook als een individueel offer. […] Op Golgotha stierf Hij voor ieder van ons en zijn bloed zal ons voorwaardelijk redden. Niet als naties, gemeenschappen of groepen, maar als individuen.’ (‘A Marvelous Growth’, Juvenile Instructor, december 1929, 697.)

Ons onderwijs verbeteren

Door Gods ogen kijken. Probeer de leden van uw klas te zien zoals God ze ziet, dan zal de Geest u hun goddelijke waarde en potentieel tonen. Als u dit doet, wordt u geleid in uw inspanningen om ze tot steun te zijn. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland6.)