‘19–25 augustus. 1 Korinthe 1–7: “Hecht aaneengesmeed”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘19–25 augustus. 1 Korinthe 1–7’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
19–25 augustus
1 Korinthe 1–7
‘Hecht aaneengesmeed’
Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd dat de meeste mensen ‘naar de kerk […] komen voor een geestelijke ervaring’. (‘A Teacher Come from God’, Ensign, mei 1998, 26.) Als u 1 Korinthe 1–7 leest, bedenk dan met een gebed in uw hart wat u kunt doen om geestelijke ervaringen in uw les te scheppen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag de deelnemers aan de les op te schrijven hoe zij hebben gehandeld naar wat ze van de Schriften hebben geleerd. Vraag een aantal personen wat ze hebben opgeschreven.
In de leer onderwijzen
De leden van de kerk van Christus moeten één zijn.
-
De eerste paar hoofdstukken van 1 Korinthe bespreken is een kans om een hechtere band tussen de leden van de wijk te creëren. U kunt de aanwezigen eerst vragen over een club, groep of team te vertellen waar zij toe behoorden en waar een geweldig gevoel van eenheid heerste. Waarom was deze groep zo eensgezind? Daarna kunt u enkele leringen van Paulus over eensgezindheid in 1 Korinthe 1:10–13 en 3:1–11 lezen. Wat bevordert volgens deze verzen en onze ervaringen eensgezindheid en wat verstoort haar? Welke zegeningen krijgen eensgezinden? De verhalen van president Henry B. Eyring in de ‘Bijkomende leermiddelen’ kunnen deze bespreking op gang helpen.
-
Paulus gebruikt in 1 Korinthe 3:9–17 het beeld van een gebouw om eenheid aan te moedigen. Hoe maakt deze vergelijking duidelijk wat eenheid is? U kunt na deze verzen samen te hebben gelezen elk lid van de klas een blokje geven en dan door samenwerking iets bouwen. In welk opzicht zijn we ‘Gods bouwwerk’ (1 Korinthe 3:9)? Hoe bouwt God ons individueel op? Wat bouwen we als medeheiligen samen op? Wat kunnen we als eensgezinde wijk doen dat we als individu niet zouden kunnen?
1 Korinthe 1:17–31; 2; 3:18–20
Om het werk van God te volbrengen, hebben we wijsheid van God nodig.
-
Sommige mensen voelen zich door een gebrek aan opleiding of professionele training niet geschikt om in de kerk te dienen. Anderen voelen zich erg geschikt juist omdat ze een opleiding of professionele training hebben gevolgd. Beide zienswijzen rusten op een misvatting over wat ons echt geschikt voor het werk van God maakt. Een idee om uw klas op God te leren vertrouwen: deel de klas op in groepjes en vraag ze 1 Korinthe 1:17–31; 2; of 3:18–20 vluchtig door te lezen en daarbij te letten op woorden als wijs en dwaas. Daarna kunnen ze in hun groepje vertellen wat ze van die verzen over wijsheid in het werk van God leren. Welke zaken uit het evangelie kunnen sommige mensen als dwaas beschouwen? Hoe laten ze de wijsheid van God zien? Misschien kunnen de leden in de les over een ervaring vertellen waarbij ze op de wijsheid van God vertrouwden en niet op hun eigen wijsheid om zijn werk te verrichten.
Ons stoffelijk lichaam is heilig.
-
Om een bespreking van deze verzen op gang te helpen schrijft u op het bord vragen als: Hoe ziet de Heer ons lichaam? Waarin verschilt dit met de manier waarop Satan ons lichaam ziet? Wat houdt het in dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is? Laat de deelnemers aan de les de antwoorden op deze vragen in 1 Korinthe 6:9–20 zoeken (zie ook LV 88:15; Mozes 6:8–9).
-
In deze bespreking over de heiligheid van ons lichaam kan ook over de wet van kuisheid worden gesproken. Dit kan bijzonder nuttig zijn omdat we als heiligen der laatste dagen vaak de kans krijgen om onze geloofsopvatting inzake kuisheid uit te leggen aan mensen die misschien niet hetzelfde geloven. U kunt de mensen in uw les vragen wat ze van Paulus en andere kerkelijke informatiebronnen geleerd hebben, waardoor ze beter kunnen uitleggen waarom kuisheid belangrijk is. Enkele van deze informatiebronnen staan in de ‘Bijkomende leermiddelen’.
Thuisstudie stimuleren
Vertel de klas dat ze, als zij nog meer ideeën willen opdoen om eensgezinder met hun huwelijkspartner, gezin of wijk te worden, die in 1 Korinthe 8–11 kunnen vinden.
Bijkomende leermiddelen
Voorbeeld van eendracht.
President Henry B. Eyring heeft gezegd:
‘Een gezin waar ik te gast was, nodigde mij uit om voor het slapen gaan gezamenlijk te knielen. Het jongste kind sprak het gebed uit. Hij bad als een patriarch voor elk gezinslid en noemde hen bij naam. Ik deed mijn ogen open om naar de gezichten van de andere kinderen en de ouders te kijken. Ik kon zien dat zij hun geloof en hun hart toevoegden aan het gebed van dat kleine jongetje.
‘Onlangs baden ZHV-zusters samen die op het punt stonden voor het eerst bij een jonge weduwe op bezoek te gaan, wier man plotseling was overleden. Zij wilden weten wat ze moesten doen en hoe ze samen moesten werken om het huis schoon en netjes te krijgen voor de familieleden en vrienden die na de begrafenis langs zouden komen. […] Ze kregen antwoord op hun gebed. Toen ze bij het huis waren aangekomen, nam elke zuster een taak op zich. Het huis was zo gauw klaar dat de zusters het jammer vonden dat ze niet meer konden doen. Ze spraken woorden van troost uit die elkaar volmaakt aanvulden. Ze hadden eensgezind gediend in naam van de Heer, hun harten waren samengevoegd in eenheid.’ (‘Onze harten tot één samensmeden’, Liahona, november 2008, 68–69.)
De zegeningen van seksuele reinheid.
Op een wereldwijde devotional voor jongvolwassenen zei zuster Wendy W. Nelson:
‘Reinheid is de sleutel tot echte liefde. Hoe zuiverder je gedachten en gevoelens, je woorden en daden zijn, hoe beter je echte liefde kunt geven en ontvangen. […]
‘De Heer wil dat man en vrouw de wonderen en vreugde van intimiteit in hun huwelijk ervaren. Daarmee geven ze extra uiting aan hun liefde. […]
‘Alles wat de Geest in jouw leven, en in het leven van je partner en in je huwelijk, uitnodigt, draagt er dus toe bij dat je meer intimiteit in je huwelijk kunt ervaren. […] Aan de andere kant geldt echter ook: alles wat de Geest verjaagt, tast je vermogen om één met je partner te zijn aan. […]
‘Door de Geest bekrachtigde intimiteit in het huwelijk heeft een zegenrijke en heiligende uitwerking.’ (‘Liefde en huwelijk’, Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen, 8 januari 2017, broadcasts.lds.org.)
Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:
‘Ik wil benadrukken dat seksuele intimiteiten zijn voorbehouden aan gehuwden omdat ze een symbool zijn van volkomen eenheid, een totaliteit en een eenheid die God heeft geboden en vastgesteld. […]
‘Maar zo’n totale eenheid, zo’n onverzettelijke toewijding tussen man en vrouw, kan alleen tot stand komen in de geborgenheid en duurzaamheid van een huwelijksverbond, met plechtige beloften en de toezegging van alles wat ze bezitten – hun hart en verstand, al hun dagen en al hun dromen.’ (‘Personal Purity’, Ensign, november 1998, 76.)
Ouderling David A. Bednar heeft gezegd: ‘Een [seksuele] omgang is niet louter een te verkennen nieuwsgierigheid, een te bevredigen lust, of een zelfzuchtig te bedrijven vorm van ontspanning of vermaak. Er is niet sprake van een geslaagde verovering of gewoonweg een te verrichten daad. Nee, die omgang is in de sterfelijkheid een van de hoogste uitingen van onze goddelijke natuur en ons goddelijk potentieel, en dient ook om de emotionele en geestelijke band tussen man en vrouw te versterken. Wij zijn gezegend met morele keuzevrijheid en zijn als kinderen van God met goddelijke eigenschappen begiftigd – en geen speelbal van allerlei vormen van seksueel gedrag, moderne opvattingen of wereldse filosofieën.’ (‘Wij geloven kuis te moeten zijn’, Liahona, mei 2013, 42.)
Hoe seksueel rein te blijven.
-
‘Kuisheid: wat zijn de grenzen?’ ‘Ik kies ervoor om rein te zijn’ (video), LDS.org
-
‘Seksuele reinheid’, Voor de kracht van de jeugd, 35–37