Kom dan en volg Mij
12–18 augustus. Romeinen 7–16: “Overwin het kwade door het goede”


‘12–18 augustus. Romeinen 7–16: “Overwin het kwade door het goede”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘12–18 augustus. Romeinen 7–16’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Rome

12–18 augustus

Romeinen 7–16

‘Overwin het kwade door het goede’

Lees Romeinen 7–16 en schrijf alle ingevingen op die u ontvangt waarmee u de leden van uw klas van de Schriften kunt laten leren. Uw ingevingen kunnen op het eerste gezicht onbeduidend lijken, maar als u ze overdenkt, kunnen ze in zinvolle leerervaringen uitmonden.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Klasleden horen het gevoel te hebben dat ze alles mogen vertellen wat ze in hun individuele of gezinsstudie heeft geïnspireerd, maar het kan nuttig zijn ze te vragen wat ze over een bepaald onderwerp dachten. U kunt bijvoorbeeld Romeinen 10:17 en Romeinen 15:4 lezen en ze vragen naar Schriftteksten die hun geloof versterken of ze hoop geven.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Romeinen 8:14–18

Door middel van Jezus Christus kunnen we alles wat onze hemelse Vader bezit erven.

  • Als heiligen der laatste dagen geloven wij dat zinsneden zoals ‘erfgenamen van God’ en ‘mede-erfgenamen van Christus’ betekenen, dat wij met de hulp van Jezus Christus als onze hemelse Vader kunnen worden en alles wat hij bezit kunnen ontvangen (Romeinen 8:17; zie ook LV 132:19–20). Toon de klas hoe die leer in de Schriften onderwezen wordt. Daartoe vraagt u de helft van de klas enkele Bijbelverzen in ‘Bijkomende leermiddelen’ te lezen, en de andere helft verzen uit Schriftuur van de laatste dagen in ‘Bijkomende leermiddelen’ te bestuderen. Dan kunnen de deelnemers aan de les elkaar onderwijzen wat ze hebben geleerd. Gun ze de tijd om te bespreken waarom die leer zo belangrijk is. Welk verschil maakt de kennis dat we ‘erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus’ kunnen worden? (Romeinen 8:17.)

  • Indachtig zijn dat eeuwige zegeningen de getrouwen wachten, kan ons helpen wanneer we met verleiding of beproeving te maken hebben (zie Romeinen 8:18). Een eenvoudige manier om dit beginsel te illustreren is een weegschaal op het bord te tekenen. Vraag de aanwezigen om aan de ene kant beproevingen te schrijven die mensen kunnen ervaren. Laat ze daarna enkele Schriftteksten in ‘Bijkomende leermiddelen’ opzoeken en aan de andere kant van de weegschaal beschrijvingen van de eeuwige zegeningen opsommen voor wie hun beproevingen trouw doorstaan. Hoe verhouden de beproevingen zich tot de beloofde zegeningen? Wat zouden we tegen iemand zeggen die ons vroeg of het de moeite waard is de geboden van de Heer trouw na te leven?

  • Aan de hand van de vergelijking die ouderling Dallin H. Oaks in ‘Bijkomende leermiddelen’ geeft, kunnen de leden in de klas bespreken hoe ze zich kunnen voorbereiden om ‘erfgenamen van God’ te worden (Romeinen 8:17). Wat zijn enkele ‘wetten en beginselen’ waar ouderling Oaks naar verwijst?

Romeinen 8:18, 28, 31–39

‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?’

  • Een bespreking van Romeinen 8 biedt de leden in de les een kans de liefde van de Heiland te voelen. Toon de grote afbeelding uit het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen of een andere afbeelding van Jezus Christus terwijl u Romeinen 8:18, 28, 31–39 klassikaal leest. Wat voor vragen of gedachten hebben de deelnemers nu ze deze verzen hebben gelezen? U kunt vragen hoe de aanwezigen een getuigenis van de leer in deze verzen hebben gekregen. U kunt ook klassikaal een lofzang zingen (of iemand vragen een muzikaal intermezzo uit te voeren) over de liefde van God en Jezus Christus, bijvoorbeeld ‘God had ons lief en zond zijn Zoon’ of ‘’k Sta spraak’loos’ (Lofzangen, nrs. 125, 129). Door welke woorden of zinsneden in deze liederen voelen de leden van de klas de liefde van hun hemelse Vader en Jezus Christus?

Romeinen 13:8–10

Alle geboden van God worden door het gebod om lief te hebben vervuld.

  • Laat de leden van de klas zien hoe alle geboden in Romeinen 13:9 kort worden ‘samengevat’ in het gebod uw naaste lief te hebben. Vraag ze daartoe alle geboden die ze zich kunnen herinneren op het bord te schrijven. Lees Romeinen 13:8–10 en Mattheüs 22:36–40 klassikaal. Bespreek het verband tussen God en onze naaste liefhebben enerzijds en alle geboden op het bord gehoorzamen anderzijds. Welke invloed heeft dit op onze ideeën over geboden en gehoorzaamheid?

Romeinen 14

We mogen de keuzes van anderen niet veroordelen en daardoor een geestelijk struikelblok vormen.

  • Om Romeinen 14 in de juiste context te plaatsen, kunt u erop wijzen dat sommige Romeinse heiligen met elkaar ruzieden over verschillen in eetgewoonten, het vieren van feestdagen en andere culturele gebruiken. Wat voor soortgelijke situaties zien we nu? Misschien kunnen de aanwezigen Romeinen 14 kort bekijken en de raad van Paulus in een zin samenvatten. Welke tips kunnen we aan elkaar geven om te vermijden dat we anderen oordelen? De uitspraak van president Dieter F. Uchtdorf in ‘Bijkomende leermiddelen’ kan hierbij zinvol zijn.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Om de deelnemers aan uw les aan te moedigen 1 Korinthe 1–7 te lezen, kunt u vertellen dat deze hoofdstukken de raad van Paulus bevatten aan de leden die in een van de meest onzedelijke en afgodische steden in de oudheid woonden.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Romeinen 7–16

Alles ontvangen ‘wat [onze] Vader heeft’ (LV 84:38).

Bijbel

Schriftuur in de laatste dagen

Ouderling Dallin H. Oaks vertelde de volgende gelijkenis:

‘Een rijke vader wist dat als hij zijn rijkdom aan een kind zou geven dat nog niet wijs en volwassen genoeg was, alles snel verkwist zou zijn. De vader zei tegen zijn kind:

‘“Ik wil je alles geven wat ik heb – niet alleen mijn rijkdom, maar ook mijn positie en aanzien onder de mensen. Wat ik heb, kan ik je gemakkelijk geven, maar wat ik ben, zul je zelf moeten ontwikkelen. Je zult je erfgoed verdienen door te leren wat ik heb geleerd en door te leven zoals ik heb geleefd. Ik zal je de wetten en beginselen geven waardoor ik mijn wijsheid en volwassenheid heb verkregen. Volg mijn voorbeeld, overwin zoals ik heb overwonnen. Dan zul je zoals ik worden en zul je alles krijgen wat ik bezit.”’ (‘The Challenge to Become’, Ensign, november 2000, 32.)

Mede-erfgenamen van Christus.

‘Voor heiligen der laatste dagen zijn alle mensen kinderen van God, in de meest volledige betekenis van het woord. Zij beschouwen iedere persoon als goddelijk van oorsprong, aard en potentieel. […] Net zoals een kind na verloop van tijd de eigenschappen van zijn of haar ouders kan ontwikkelen, kan de goddelijke aard die mensen beërven, ontwikkeld worden, zodat die wordt als die van hun hemelse Vader. […] Mannen en vrouwen hebben het potentieel om verhoogd te worden tot een staat van goddelijkheid’ (‘Worden zoals God is’, Evangeliethema’s, lds.org/topics/essays?lang=nld.)

Anderen oordelen.

President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd:

‘Dit onderwerp van andere mensen oordelen is in feite te behandelen in een toespraak van twee woorden. Doe met betrekking tot haten, roddelen, negeren, spotten, wrok koesteren of schade willen berokkenen alstublieft het volgende:

‘Stop ermee!

‘Zo eenvoudig is het. We moeten gewoon ophouden andere mensen te oordelen en dergelijke gedachten en gevoelens vervangen door oprechte liefde voor God en zijn kinderen. God is onze Vader. Wij zijn zijn kinderen. Wij zijn allen broeders en zusters. […] Een bumpersticker […] die ik onlangs heb gezien [zat] achterop een auto waarvan de bestuurder een beetje ruw leek, maar uit de tekst van de sticker viel een wijze les te leren. Er stond: “Oordeel mij niet, omdat ik anders zondig dan jij.”’ (‘De barmhartigen krijgen barmhartigheid’, Liahona, mei 2012, 75.)

Ons onderwijs verbeteren

Zoek materiaal dat de beginselen staaft. U kunt naast de lesideeën in dit lesschema ook activiteiten aanpassen van het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen om ze in uw les te gebruiken. (Zie ook Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 17–18.)