‘22–28 mei. Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 24–25; Markus 12–13; Lukas 21: “De Zoon des mensen [zal] komen”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘22–28 mei. Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 24–25; Markus 12–13; Lukas 21’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2023
22–28 mei
Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 24–25; Markus 12–13; Lukas 21
‘De Zoon des mensen [zal] komen’
Denk eraan dat u voorafgaand aan uw voorbereiding van de les Mattheüs naar Joseph Smith 1, Mattheüs 24–25, Markus 12–13 en Lukas 21 met een gebed in uw hart leest. Doe uw best om ingevingen te ontvangen en bestudeer daarna dit lesschema voor aanvullende ideeën.
Meedoen stimuleren
Zet op het bord een lijst met alle gelijkenissen van de Heiland in de hoofdstukken van deze week, zoals de vijgenboom, de heer des huizes en de dief, de trouwe en slechte slaven, de tien maagden, de talenten, en de schapen en de bokken. Vraag de leerlingen wat ze uit deze gelijkenissen hebben geleerd waardoor ze zich beter op de wederkomst van de Heer kunnen voorbereiden. Hoe passen ze die beginselen toe?
In de leer onderwijzen
Mattheüs naar Joseph Smith 1:21–37
Profetieën over de wederkomst van de Heiland stellen ons in staat de toekomst met geloof tegemoet te treden.
-
Tekenen van de wederkomst zijn voor sommige leerlingen misschien lastig te begrijpen. Het kan nuttig zijn ze in groepjes te laten samenwerken om de tekenen in Mattheüs naar Joseph Smith 1:21–37 te benoemen. Misschien begrijpen ze beter hoe belangrijk deze tekenen zijn als zij ze met verkeersborden vergelijken. Waarom zijn verkeersborden belangrijk? Waarin lijken de tekenen van de wederkomst op verkeersborden? Waarin verschillen ze? U kunt iedere groep stukken papier in de vorm van verkeersborden geven en hun vragen op elk stukje papier een teken te schrijven dat aan de wederkomst voorafgaat. Laat ze vertellen wat ze hebben ontdekt en vraag de klas bewijzen van deze tekenen in de hedendaagse wereld te bespreken.
Mattheüs naar Joseph Smith 1:26–27, 38–55; Mattheüs 25:1–13
We horen altijd op de wederkomst van de Heiland voorbereid te zijn.
-
Door de gelijkenissen in Mattheüs naar Joseph Smith 1:26–27, 38–55 en Mattheüs 25:1–13 kunnen we het belang inzien van voorbereid op de wederkomst zijn. Vraag de klas deze verzen door te nemen en te vertellen wat de Heiland ons volgens hen uitnodigt om te doen? Ouderling David A. Bednar geeft een interessante interpretatie van de gelijkenis van de tien maagden (zie de ‘Bijkomende leermiddelen’). Waarom moet ieder van ons zelf bekering ervaren? Hoe doen we dat? Hoe wordt deze gelijkenis duidelijker door Leer en Verbonden 45:56–57?
-
Als u de wederkomst van de Heiland behandelt, kunt u klassikaal lofzangen over de wederkomst lezen of zingen. (Zie ‘Jezus Christus – Wederkomst’ in de onderwerpenindex achter in het zangboek.)
Tijdens het laatste oordeel brengen we de Heer verslag uit over ons leven.
-
De gelijkenis van de talenten en die van de schapen en bokken kunnen ons motiveren na te denken over de rekenschap die we bij het laatste oordeel aan de Heer zullen afleggen. U kunt de gelijkenissen klassikaal lezen en ieder lid een vraag laten noemen die de Heiland over ons leven zou kunnen stellen als wij geoordeeld worden. Geef de leerlingen tijd om te plannen hoe zij naar ingevingen gaan handelen die ze tijdens de bespreking hebben ontvangen.
-
Om een bespreking van Mattheüs 25:34–40 in te leiden, kunt u de leerlingen om voorbeelden vragen van mensen die de naastenliefde uit deze verzen tonen. Gun ze wat tijd om te bedenken wie hun dienstbetoon kan gebruiken. Hoe kunnen we praktisch hongerigen voeden, naakten kleden en zieken bezoeken?
Bijkomende leermiddelen
De olie van bekering.
Ouderling David A. Bednar oppert deze interpretatie van de gelijkenis van de tien maagden:
‘Beschouw de olie als de olie van bekering [zie Mattheüs 25:4–9].
‘Waren de vijf wijze meisjes zelfzuchtig en niet bereid om te delen, of gaven ze terecht te kennen dat de olie van bekering niet kan worden geleend? Kan de geestelijke kracht die voortvloeit uit voortdurende gehoorzaamheid aan de geboden aan een ander worden gegeven? Kan de kennis verkregen door ijverige studie en overpeinzing van de Schriften worden overgeheveld naar iemand die in nood verkeert? Kan de vrede die het evangelie een getrouwe heilige der laatste dagen schenkt, worden overgedragen aan iemand die met tegenslagen of grote moeilijkheden kampt? Het duidelijke antwoord op al deze vragen is nee.
‘Zoals de wijze meisjes dat juist onder woorden brachten, moet ieder “kopen voor zichzelf”. Deze geïnspireerde vrouwen spraken niet over een zakelijke transactie, maar beklemtoonden veeleer onze eigen verantwoordelijkheid om de lamp van ons getuigenis brandende te houden en voor voldoende olie van bekering te zorgen. Die kostbare olie wordt druppel voor druppel verkregen – “regel op regel [en] voorschrift op voorschrift” (2 Nephi 28:30), geduldig en gestaag.’ (‘Tot de Heer bekeerd’, Liahona, november 2012, 109.)