Tot mijn gedachtenis, Walter Rane

29 mei–4 juni

Mattheüs 26; Markus 14; Johannes 13

‘Ter gedachtenis’

Lees Mattheüs 26; Markus 14; en Johannes 13 en denk na over de ingevingen die u krijgt. Welke boodschappen zouden uw leerlingen tot zegen zijn?

Meedoen stimuleren

Vraag de leerlingen wat ze deze week hebben geleerd waardoor het avondmaal meer betekenis voor ze heeft. Wat hebben ze gedaan en hoe beïnvloedde dat hun deelname aan het avondmaal?

In de leer onderwijzen

Mattheüs 26:20–22

We horen onszelf te onderzoeken om te bepalen hoe de woorden van de Heer op ons van toepassing zijn.

• We horen veel evangelielessen, maar soms is het verleidelijk om aan te nemen dat die lessen vooral voor de anderen bedoeld zijn. Een bespreking van Mattheüs 26:20–22 kan ons die neiging helpen overwinnen. Hoe pasten de discipelen de woorden van de Heiland op zichzelf toe? Wat kunnen wij daarvan leren? Als er leerlingen zijn die de verwijzing naar dit verslag in de toespraak ‘Ben ik het, Heere?’ van president Dieter F. Uchtdorf hebben gelezen, kunnen ze vertellen wat ze daaruit geleerd hebben (Liahona, november 2014, 56–59).

Mattheüs 26:26–29

Het avondmaal is een gelegenheid om de Heiland indachtig te zijn.

• Hoe zouden de leerlingen de heilige verordening van het avondmaal uitleggen aan iemand die er niet bekend mee is? Misschien kunnen jullie een lijst maken van vragen die men over het avondmaal zou kunnen hebben, zoals: ‘Waarom heeft de Heiland ons het avondmaal gegeven? Waarom zijn brood en water zulke krachtige symbolen voor Jezus Christus? Wat beloven we als we van het avondmaal nemen? Welke beloften krijgen wij?’ De leerlingen kunnen zoeken naar antwoorden in de volgende bronnen: Mattheüs 26:26–29 en Leer en Verbonden 20:75–79. U kunt ook de inzichten van ouderling D. Todd Christofferson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ voorlezen.

  

  Het avondmaal herinnert ons aan Jezus Christus.

• De leerlingen hebben er misschien baat bij om van elkaar te horen hoe het ze lukt om de Heiland tijdens het avondmaal en de hele week indachtig te zijn (zie Lukas 22:19–20; Leer en Verbonden 6:36–37). U kunt ze vragen te vertellen hoe het hun en hun gezin lukt om de Heiland indachtig zijn en zijn verbonden na te leven. Ze kunnen ook vertellen wat ze doen om van het avondmaal een heilige ervaring te maken.

Johannes 13:1–17

De Heiland laat zien hoe we anderen nederig kunnen dienen.

• Om de leerlingen duidelijk te maken dat het belangrijk was dat Jezus de voeten van zijn discipelen waste, kunt u iemand vragen de rol van Petrus op zich te nemen en zich door de rest van de klas te laten interviewen. De leerlingen kunnen Johannes 13:1–17 doornemen en zinvolle vragen bedenken om aan Petrus te stellen om meer over zijn ervaring te weten te komen. Hoe kan wat we uit dit verhaal leren ons dienstbetoon beïnvloeden?

Johannes 13:34–35

Onze liefde voor anderen is een teken dat wij ware discipelen van Jezus Christus zijn.

• Hoe kunt u de leerlingen inspireren om liefdevoller te zijn? Misschien kunt u vragen welke eigenschappen ze opvallen wanneer ze iemand ontmoeten die een volgeling van Christus is. Vraag ze om in Johannes 13:34–35 op te zoeken hoe we een ware discipel van de Heiland kunnen herkennen. Hoe kunnen we liefde de kenmerkende eigenschap van ons discipelschap maken? U kunt bespreken hoe anderen liefhebben een manier is om van Jezus Christus te getuigen. Hoe kunnen we dit doen in ons gezin, op sociale media en in andere situaties?

• Alle leerlingen hebben dit jaar veel over het leven van de Heiland geleerd. Er waren veel verhalen over de manier waarop Hij zijn liefde voor anderen toonde. Om de leerlingen over het gebod in Johannes 13:34 te laten nadenken schrijft u zoals Ik u liefgehad heb op het bord. Vraag ze dan gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament te noemen die de liefde van Jezus aantonen. Daarna schrijft u elkaar liefhebben op het bord en vraagt u de leerlingen naar manieren waarop we zijn voorbeeld van liefde kunnen navolgen. De leerlingen kunnen ook ideeën opdoen in de video’s die genoemd worden in de ‘Bijkomende leermiddelen’.

Bijkomende leermiddelen

‘Ons de eigenschappen en het karakter van Christus eigen maken.’

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘Figuurlijk zijn vlees eten en zijn bloed drinken, betekent meer dan dat: we maken ons de eigenschappen en het karakter van Christus eigen. We leggen de natuurlijke mens af en worden een heilige “door de verzoening van Christus, de Heer” [Mosiah 3:19]. Als we elke week van het avondmaalsbrood en -water nemen, laten we dan overdenken hoe volkomen we zijn karakter en het patroon van zijn zondeloze leven met ons leven en wezen moeten verweven.’ (‘Het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is’, Liahona, november 2017, 37.)

Video’s over liefde op ChurchofJesusChrist.org.

• ‘Love One Another’

• ‘Families Sacrifice, Give, and Love’

• ‘Voorbereiding van Thomas S. Monson: hij leerde mededogen in zijn jeugd’

Ons onderwijs verbeteren

Door Gods ogen kijken. Probeer uw klas te zien zoals God ze ziet, dan zal de Geest u hun goddelijke waarde en potentieel tonen. Als u dit doet, wordt u geleid in uw inspanningen om ze tot steun te zijn. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 6.)