jongeren maken een muur schoon

13–19 november

Jakobus

‘Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders’

Lees eerst de brief van Jakobus voordat u dit lesschema leest. Wees u daarbij bewust van de influisteringen van de Geest. Welke beginselen ziet u die de leerlingen kunnen opbouwen?

meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Welke woorden van Jakobus inspireren de leerlingen ‘daders van het Woord’ (Jakobus 1:22) te zijn? Als het niet te persoonlijk is, kunnen ze ook vertellen wat ze denken te moeten doen, individueel of in gezinsverband.

onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Jakobus 1:5–6

Als we het in geloof vragen, geeft God overvloedig.

• De beginselen die in Jakobus 1:5–6 staan, hebben Joseph Smith naar een levensveranderende geestelijke ervaring geleid en ze kunnen ons allemaal op de een of andere manier tot zegen zijn. Schrijf de volgende of gelijksoortige vragen op het bord en vraag de leerlingen er in stilte over na te denken: Welke invloed heeft Jakobus 1:5–6 op u? Wat heeft u uit de ervaring van Joseph Smith met deze verzen geleerd over wijsheid voor uw eigen vragen zoeken (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:10–17)? Wat hebt u meegemaakt waardoor u weet ‘dat het getuigenis van Jakobus waar [is]’? (Geschiedenis van Joseph Smith 1:26.) Vraag de leerlingen welke gedachten naar aanleiding van die vragen in hen opkwamen.

• Misschien kunnen de mensen in de klas Jakobus 1:5–6 in hun eigen woorden herformuleren. Hoe maakt dit de verzen duidelijker voor hen? Misschien kunt u bespreken wat enkele van de woorden uit deze verzen betekenen.

Jakobus 1:2–4; 5:7–11

Als wij geduldig volharden, zal de Heer ons tot volmaking leiden.

• Om de leringen van Jakobus aangaande geduld in deze verzen te bespreken, kunt u de leerlingen vragen wanneer zij eens geduld moesten oefenen en wat ze daarvan geleerd hebben. Dan kunnen ze in Jakobus 1:2–4; 5:7–11 naar beginselen zoeken die van toepassing op hun ervaringen zijn. In de video ‘Ga voort in geduld’ (ChurchofJesusChrist.org) of de toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Ga voort in geduld’ (Liahona, mei 2010, 56–59) staan misschien ook nog beginselen die erop van toepassing zijn. De leerlingen kunnen vertellen wat ze over geduld hebben geleerd doordat ze onze hemelse Vader en de Heiland beter hebben leren kennen. Wat heeft hen geholpen om geduld te ontwikkelen?

Jakobus 1:3–8, 21–25; 2:14–26

‘Geloof zonder werken is dood.’

• U kunt de leringen van Jakobus over geloof en werken bespreken door de klas in twee groepen op te splitsen. De ene groep verkent waarom geloof daden vereist en de andere waarom daden door geloof onderbouwd moeten zijn. Ze kunnen daarvoor Mattheüs 7:21–23; Jakobus 1:6–8, 21–25; 2:14–26; en Geschiedenis van Joseph Smith 1:19 lezen. Dan kan elke groep vertellen wat ze hebben ontdekt en bespreken waarom zowel geloof als werken nodig zijn.

  Abraham bidt buiten zijn tent

  ‘Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend’ (Jakobus 2:23). Abraham op de vlakten van Mamre, Grant Romney Clawson

• Laat de leerlingen dieper nadenken over de iconische zinsnede ‘geloof zonder werken is dood’ (Jakobus 2:26) door de volgende zin op het bord te schrijven: Geloof zonder werken is als zonder . Vraag de klas de zin op creatieve manieren af te maken en laat ze hun ideeën op het bord schrijven. Hoe kunnen we voortdurend op de basis van ons geloof in Jezus Christus handelen?

Jakobus 2:1–9

Als discipelen van Jezus Christus houden we van alle mensen, ongeacht hun situatie.

• Inspireer de leerlingen aan iedereen christelijke liefde te tonen ongeacht hun omstandigheden of uiterlijk door ze te vragen om de beurt een vers uit Jakobus 1:9–11; 2:1–9; 5:1–6 voor te lezen. Bespreek daarna vragen als: Wat betekent het ‘aanzien des persoons’ te hebben? (Jakobus 2:9.) Waarom gaan we soms anders om met iemand die rijk, beroemd of machtig is dan met wie dat niet is? Hoe kunnen we vermijden dat we iemand op basis van zijn of haar omstandigheden anders behandelen? In welk opzicht zijn getrouwe volgelingen van de Heiland eigenlijk het rijkste van allemaal? (Zie Jakobus 2:5.)

Jakobus 3

De woorden die we gebruiken, hebben de macht anderen te kwetsen of tot zegen te zijn.

• De krachtige beelden die Jakobus gebruikt, kunnen ons eraan herinneren en motiveren om woorden, zowel gesproken als geschreven, te gebruiken om anderen op te bouwen. Vraag de leerlingen Jakobus 3 vluchtig door te lezen op zoek naar vergelijkingen die Jakobus gebruikte om te beschrijven hoe taal wordt gebruikt om anderen te kwetsen of tot zegen te zijn. Sommige leerlingen vinden het misschien wel leuk deze vergelijkingen te tekenen. Hoe illustreren deze vergelijkingen de instructies van Jakobus in dit hoofdstuk? Hoe kunnen onze woorden bijvoorbeeld als vuur zijn? Misschien kunnen de leerlingen ervaringen delen die de invloed van taalgebruik illustreren. U kunt de leerlingen vragen te overdenken hoe zij de raad van Jakobus kunnen toepassen.

Ons onderwijs verbeteren

Moedig een respectvolle omgeving aan. ‘Help uw cursisten begrijpen dat ieder van hen de geest van de klas beïnvloedt. Zet hen ertoe aan een open, liefdevolle en respectvolle omgeving te creëren zodat iedereen zich veilig voelt om ervaringen te vertellen, vragen te stellen en hun getuigenis te geven.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 15.)