Balsem van Gilead, Annie Henrie

30 oktober–5 november

Hebreeën 1–6

Jezus Christus, ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’

Vertel uw klas eventueel over enkele indrukken die u van de Heilige Geest over Hebreeën 1–6 hebt ontvangen. Dat kan ze inspireren om bij hun Schriftstudie zelf naar indrukken te streven.

Meedoen stimuleren

Sommige leerlingen die niet vaak aan de les bijdragen, hebben misschien alleen een persoonlijke uitnodiging en wat tijd om zich voor te bereiden nodig. U kunt enkele dagen voor de les contact met enkelen van hen opnemen en ze vragen te vertellen over een vers uit Hebreeën 1–6 dat indruk op ze heeft gemaakt.

In de leer onderwijzen

Hebreeën 1–5

Jezus Christus is de ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’.

• Hoe kunt u leerlingen aansporen te vertellen over betekenisvolle Schriftteksten aangaande Jezus Christus die ze deze week bij hun persoonlijke en gezinsstudie van de Schriften hebben gevonden? Maak eventueel vijf kolommen op het bord voor de eerste vijf hoofdstukken van Hebreeën. Vraag de leerlingen in de juiste kolommen zinsneden met de versnummers uit die hoofdstukken op te schrijven waardoor ze over Jezus Christus hebben geleerd. Hoe beïnvloedt deze kennis over de Heiland ons geloof in Hem en onze bereidheid Hem te volgen?

Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8

Jezus Christus heeft alle dingen geleden zodat Hij ons kan begrijpen en steunen wanneer wij lijden.

• Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8 kunnen ook een steun zijn voor wie het lijden in de wereld aanschouwt, en zich afvraagt of God het ziet of er om geeft. Misschien kunnen de leerlingen in deze verzen naar waarheden zoeken die bij zulke vragen kunnen helpen. Hoe reageert de Heiland volgens die verzen op het lijden van de mensheid? Het kan zinvol zijn de klas naar voorbeelden in de Schriften te vragen waarbij Jezus lijdende mensen ondersteunt en troost (zie de ‘Bijkomende leermiddelen’) of de video ‘Mountains to Climb’ (ChurchofJesusChrist.org). De leerlingen kunnen bespreken wat ze hebben geleerd over de steun die de Heiland ons bij moeilijke problemen kan geven.

Hebreeën 3:7–4:2

De zegeningen van God zijn beschikbaar voor wie hun ‘hart dan niet [verharden]’.

• In Hebreeën 3 en 4 staat een smeekbede aan de heiligen om hun hart niet te verharden en zodoende de zegeningen te verwerpen die God ze wilde geven. Lees Hebreeën 3:7–4:2 klassikaal en bespreek hoe de ervaringen van de Israëlieten van weleer nu op ons van toepassing kunnen zijn, net zoals ze van toepassing waren op de Hebreeën in de vroegchristelijke kerk. (Zie het lesmateriaal over deze verzen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Hoe kunnen we ons hart verzachten en ontvankelijk voor de wil van de Heer blijven (zie Spreuken 3:5–6; Alma 5:14–15; Ether 4:15). De leerlingen kunnen vertellen hoe zij of mensen die zij kennen zijn gezegend doordat zij een zacht en gebroken hart hadden.

Hebreeën 5:1–5

Wie in het koninkrijk van God dienen, moeten door God geroepen zijn.

• De boodschap in Hebreeën 5 over door God te roepen priesterschapsdragers kan worden toegepast op iedereen die door priesterschapsgezag is aangesteld om in een kerkroeping te dienen. Maak uw klas duidelijk wat ‘er door God toe geroepen, zoals Aäron’ betekent. Vraag ze daartoe in Exodus 4:10–16, 27–31; 28:1 te lezen hoe Aäron zijn roeping ontving. In welke opzichten wordt Hebreeën 5:1–5 duidelijker door dat verhaal? De leerlingen kunnen vertellen wanneer zij bevestiging hebben ontvangen dat iemand door God was geroepen om een bepaalde roeping te vervullen – misschien zelfs zijzelf. Hoe konden ze door die bevestiging diegene beter in zijn of haar roeping steunen?

‘En niemand neemt die eer voor zichzelf, maar men wordt er door God toe geroepen, zoals Aäron’ (Hebreeën 5:4). Mozes roept Aäron tot de bediening, Harry Anderson

Bijkomende leermiddelen

Voorbeelden uit de Schriften van mensen die door Jezus Christus werden getroost.

• Johannes 8:1–11: de Heer troostte de overspelige vrouw.

• Johannes 11:1–46: de Heer troostte Maria en Martha nadat hun broer Lazarus was overleden.

• Enos 1:4–6: de Heer vergaf Enos zijn zonden en nam zijn schuldgevoelens weg.

• Mosiah 21:5–15: de Heer verzachtte het hart van de Lamanieten, zodat ze de lasten van het volk van Limhi verlichtten.

• Mosiah 24:14–15: de Heer gaf het volk van Alma kracht, zodat ze hun lasten konden dragen.

• Ether 12:23–29: de woorden van de Heer troostten Moroni.

• 3 Nephi 17:6–7: de Heer genas de gebreken van de Nephieten.

• Leer en Verbonden 121:7–10: de Heer troostte Joseph Smith (zie ook Leer en Verbonden 123:17).

Ons onderwijs verbeteren

Zorg voor een geestelijke omgeving. Als u een rustgevende, liefdevolle sfeer in uw klas koestert, kan de Geest makkelijker het hart van uw leerlingen bereiken. Wat kunt u doen om de invloed van de Geest in uw klas te brengen? Kunt u de stoelen anders rangschikken, of afbeeldingen of muziek gebruiken om de Geest uit te nodigen? (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 15.)