Oude Testament 2022
14–20 februari. Genesis 18–23: ‘Zou er iets voor de Heere te wonderlijk zijn?’


‘14–20 februari. Genesis 18–23: “Zou er iets voor de Heere te wonderlijk zijn?”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)

‘14–20 februari. Genesis 18–23’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022

Afbeelding
Sara met de baby Izak

Sara en Izak, Scott Snow

14–20 februari

Genesis 18–23

‘Zou er iets voor de Heere te wonderlijk zijn?’

Bedenk bij de voorbereiding op de les dat veel deelnemers wellicht zelf betekenisvolle ervaringen hebben gehad bij het lezen van Genesis 18–23. Hoe kunt u hen aanmoedigen om te vertellen over deze ervaringen en inzichten? U kunt die inzichten gebruiken om de groepsdiscussie te sturen.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Onze beproevingen zijn vaak bepalende momenten in ons leven. Genesis 18–23 beschrijft verschillende van die momenten in het leven van Abraham en Lot. De deelnemers kunnen misschien vertellen over een vers dat ze hebben gevonden bij hun zelfstudie deze week, waarin een mogelijk bepalend moment voor Abraham wordt beschreven. Ze kunnen dan ook vertellen wat ze ervan hebben geleerd.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Genesis 18:9–14; 21:1–7

De Heer vervult zijn beloften op zijn tijd.

  • Het relaas in deze verzen kan inspirerend zijn voor deelnemers die zich afvragen of Gods beloften aan hen worden vervuld. Om een gesprek op gang te brengen, kan het nuttig zijn de deelnemers te vragen om met een andere deelnemer het verhaal van Gods beloften aan Abraham en Sara te lezen, in Genesis 17:4, 15–22; 18:9–14, en de vervulling van die beloften in Genesis 21:1–7. Wat valt de deelnemers op in deze verzen? Welke waarheden kunnen we afleiden uit de ervaring van Abraham en Sara, die we kunnen delen met een vriend of vriendin die het vertrouwen verliest dat God zijn beloften nakomt? Welke andere Schriftteksten of persoonlijke ervaringen kunnen we gebruiken? (Zie bijvoorbeeld Romeinen 8:28; Hebreeën 11; Mormon 9:19–21; Leer en Verbonden 88:64.) Welke ervaringen kunnen de deelnemers vertellen, waarin Gods beloften aan hen werden vervuld? Hoe kunnen we ons geloof behouden wanneer beloofde zegeningen niet in dit leven worden ontvangen? (Zie Hebreeën 11:8–13.)

Genesis 19:15–26

Als discipelen van Jezus Christus moeten we goddeloosheid ontvluchten, zonder om te kijken.

  • Welke lessen kunnen de deelnemers volgens u leren van het verhaal over het gezin van Lot dat Sodom en Gomorra ontvlucht? Een mogelijke les is te vinden in de toespraak van ouderling Jeffrey R. Holland in ‘Bijkomende leermiddelen’. Wellicht kunt u die met de groep delen na een samenvatting van de gebeurtenissen in Genesis 19:15–26. Hoe of wanneer kijken we soms achter ons (zie vers 26) terwijl we eigenlijk met vertrouwen in de Heiland vooruit moeten blikken? Misschien kunnen de deelnemers ervaringen delen die het belang van niet omkijken illustreren. Wat leren we hierover nog meer uit Lukas 9:62?

    Afbeelding
    Illustratie van Lot en zijn gezin op de vlucht uit Sodom en Gomorra

    Vlucht uit Sodom en Gomorra, Julius Schnorr von Carolsfeld

Genesis 22:1–14

De bereidheid van Abraham om Izak te offeren is een zinnebeeld van God en zijn Zoon.

  • Het verhaal van Abraham die zijn zoon offert kan ons iets leren over onze hemelse Vader die zijn Zoon offerde. U kunt dit verhaal analyseren door de helft van de groep Genesis 22:1–14 te laten overdenken vanuit het perspectief van Abraham en God de Vader, terwijl de andere helft van de groep hetzelfde verhaal bekijkt vanuit het perspectief van Izak en Jezus Christus. Vraag de deelnemers naar hun bevindingen. Van bijzonder belang is wat de deelnemers hebben geleerd dat hun dankbaarheid voor onze hemelse Vader en Jezus Christus vergroot. Voor dit gesprek kunt u de afbeelding laten zien van Abraham die Izak meeneemt om te offeren (Evangelieplatenboek, nr. 9) of de video ‘Akedah (The Binding)’ (ChurchofJesusChrist.org).

Afbeelding
additional resources icon

Bijkomende leermiddelen

‘Geloof is altijd op de toekomst gericht.’

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:

‘Mogelijk keek de vrouw van Lot om en nam ze de Heer kwalijk wat ze van Hem allemaal moest achterlaten. […] Ze zag dus niet alleen om; ze zag met verlangen om. Kortom, haar hang naar het verleden was groter dan haar vertrouwen in de toekomst. […]

‘Ik [pleit] ervoor om niet stil te blijven staan bij de dagen die achter ons liggen of vruchteloos te verlangen naar gisteren, hoe fijn het toen ook was. We moeten leren van het verleden maar er niet in leven. We kijken terug om de vruchten te plukken van onze ervaringen, en laten de schillen voor wat ze zijn. Nadat we onze lessen hebben geleerd en onze beste ervaringen hebben meegenomen, kijken we vooruit en denken we eraan dat geloof altijd op de toekomst is gericht. […]

‘De vrouw van Lot [had] geen geloof. Ze twijfelde aan het vermogen van de Heer om haar iets beters te geven dan ze al had. Ze dacht kennelijk dat niets dat voor haar lag ooit zo goed kon zijn als wat ze achterliet. […]

‘Blijven hangen in het verleden, inclusief gemaakte fouten, is gewoonweg verkeerd! Dat is niet het evangelie van Jezus Christus’ (‘Het beste moet nog komen’, Liahona, januari 2010, 17, 18, 20).

Ons onderwijs verbeteren

Beloof zegeningen. Wanneer u de deelnemers vraagt om het geleerde in praktijk te brengen, getuig dan ook van de zegeningen die God heeft beloofd aan hen die dat doen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 35.)

Afdrukken