‘8–14 augustus. Psalmen 1–2; 8; 19–33; 40; 46: “De Heere is mijn Herder”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)
‘8–14 augustus. Psalmen 1–2; 8; 19–33; 40; 46’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022
8–14 augustus
Psalmen 1–2; 8; 19–33; 40; 46
‘De Heere is mijn Herder’
Plan manieren om klasleden hun geestelijke ervaringen bij het lezen van Psalmen te laten verwoorden.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Stel bijvoorbeeld de volgende vragen om de klasleden te laten vertellen wat ze in Psalmen hebben ontdekt: Wat heeft de Geest u deze week bij het lezen van Psalmen geleerd? Door welke psalmen voelt u zich echt dicht bij de Heer?
In de leer onderwijzen
De psalmen leren ons op de Heer te vertrouwen.
-
In het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen staat de suggestie om in Psalmen 1; 23; 26–28; 46 op het volgende te letten:
-
Uitnodigingen om op de Heer te vertrouwen
-
Woorden die de Heer beschrijven
-
Woorden die de vrede, kracht en andere zegeningen beschrijven waarin Hij voorziet
-
Woorden die mensen beschrijven die op Hem vertrouwen
Zet deze zinnen op het bord en laat de klasleden naast elke zin iets schrijven dat ze in Psalmen 1; 23; 26–28 of 46 hebben gevonden. Vestig hun aandacht indien nodig op deze verzen: Psalmen 1:1–4; 23:1–6; 26:1, 6–8, 12; 27:1, 3, 8, 14; 28:1, 7; 46:1–3, 10. Vraag ze naar hun gevoelens over de Heiland toen ze deze psalmen lazen.
-
-
De psalmen waren voor de Israëlieten als lofzangen. Vraag de klasleden welke lofzangen ze aan psalmen doen denken die ze deze week gelezen hebben. Laat ze eventueel de index ‘Verwijzingen naar de Schriften’ achterin het zangboek raadplegen (zie ook de lijst in de ‘Bijkomende leermiddelen’). Zing desgewenst enkele lofzangen met de klas en laat ze enkele thema’s noemen die zowel in de lofzangen als in de psalmen voorkomen. Welke boodschappen van vrede en geloof in Jezus Christus treffen we aan?
De psalmen wijzen ons op het leven en de bediening van Jezus Christus.
-
De psalmen lezen, met name die naar het leven van de Heiland verwijzen, kan ons geloof in Jezus Christus enorm versterken. Splits de klas in groepjes van twee of meer op en geef elk groepje een van de volgende tekstparen: Psalmen 2:1–3 en Handelingen 4:24–28; Psalmen 2:7 en Handelingen 13:30–33; Psalmen 22:1 en Mattheüs 27:45–46; Psalmen 22:7–8 en Mattheüs 27:39–43; Psalmen 22:16 en Lukas 23:32–33; Psalmen 22:18 en Mattheüs 27:35; Psalmen 31:5 en Lukas 23:46. Vraag elk groepje welke profetie uit de psalmen in het leven van de Heiland werd vervuld. Bespreek ook hoe deze Schriftteksten ons getuigenis van Hem versterken.
U kunt de tekstverwijzingen op het bord zetten en de klasleden vragen om een passage uit Psalmen aan de bijbehorende gebeurtenis in het Nieuwe Testament te koppelen.
Vraag ze ook naar andere verwijzingen naar de Heiland die ze bij hun studie van de psalmen hebben aangetroffen (bijvoorbeeld Psalmen 34:20; 41:9; zie ook Lukas 24:44).
Nadat ze deze teksten hebben besproken, vraagt u waarom deze psalmen voor Joden die de Heiland kenden van betekenis zullen zijn geweest. Waarom betekenen ze veel voor ons?
‘De Heere is mijn Herder.’
-
Voor een bespreking van de beeldspraak en symboliek in Psalmen 23 zijn afbeeldingen die met de inhoud van de psalm te maken hebben, zoals die in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen, wellicht nuttig. Vraag de klasleden naar de betekenis van zinvolle woorden of zinsneden in de psalm. Waar doen zinsneden zoals ‘neerliggen in grazige weiden’ of ‘stille wateren’ bijvoorbeeld aan denken? Waar staan de vertroostende ‘stok’ en ‘staf’ symbool voor? Wat betekent een overvloeiende ‘beker’? Wat zeggen die symbolen ons over Jezus Christus? Laat de klasleden de psalm na deze bespreking anders verwoorden, waarbij ze enkele symbolen door hun mogelijke betekenis vervangen.
Bijkomende leermiddelen
Lofzangen geënt op Psalmen.
-
Psalmen 8:3–9; 9:1–2. ‘Gij zijt groot’ (Lofzangen, nr. 54)
-
Psalmen 23. ‘De Heer is mijn Herder’, ‘Mijn goede Herder is de Heer’ (Lofzangen, nr. 76, 77)
-
Psalmen 23:6; 150. ‘Alles wat adem heeft’ (Lofzangen, nr. 46)
-
Psalmen 26:8. ‘Uw gewijde huis’ (Lofzangen, nr. 166)
-
Psalmen 27:1. ‘De Heer is mijn Licht’ (Lofzangen, nr. 57)
-
Psalmen 33:1–6; 95:1–6. ‘Voor de schepping, goed en mooi’ (Lofzangen, nr. 60)
-
Psalmen 37:3–9. ‘Kalm nu, mijn ziel’ (Lofzangen, nr. 86)
-
Psalmen 148. ‘Zingt, schepselen van onze Heer’ (Lofzangen, nr. 38)