Oude Testament 2022
7–13 november. Hosea 1–6; 10–14; Joël: ‘Ik zal hen vrijwillig liefhebben’


‘7–13 november. Hosea 1–6; 10–14; Joël: “Ik zal hen vrijwillig liefhebben”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)

‘7–13 november. Hosea 1–6; 10–14; Joël’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022

Afbeelding
bruid en bruidegom op tempelterrein

7–13 november

Hosea 1–6; 10–14; Joël

‘Ik zal hen vrijwillig liefhebben’

Overweeg bij uw studie en voorbereiding deze week welke prachtige en opbeurende boodschappen uit de boeken Hosea en Joël in de noden van uw klasleden voorzien.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de klasleden wat ze deze week hebben geleerd door ze een woord of zinsnede op het bord te laten schrijven waar ze tijdens hun studie door geïnspireerd werden. Vraag ook waarom dat woord of die zinsnede betekenis voor ze heeft. Die woorden of zinsneden kunnen als leidraad voor uw verdere bespreking dienen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Hosea 1–3; 14

De Heer nodigt ons altijd uit om naar Hem terug te keren.

  • Breng een bespreking van Hosea 1–3 op gang door huwelijk op het bord te schrijven. Laat de klasleden woorden noteren die ze met het huwelijk associëren. In welk opzicht is een verbond met de Heer sluiten als het aangaan van een huwelijk? In welk opzicht is dat verbond verbreken als ontrouw zijn aan een huwelijkspartner? (Zie Hosea 2:5–7, 13.) Bespreek hoe de relatie tussen Hosea en Gomer de relatie tussen de Heer en zijn volk symboliseert. Wat komen we in Hosea 2:14–23 en Hosea 14 over de liefde en barmhartigheid van de Heer te weten? Hoe tonen we de Heer onze liefde en trouw jegens Hem?

  • In Hosea 14 staan prachtige beloften van de Heer aan het huis van Israël, als ze maar naar Hem wilden terugkeren. Laat de klasleden die beloften in dit hoofdstuk opzoeken. Wat zei de Heer dat Hij zou doen? Wat zou de zinsnede ‘hen vrijwillig liefhebben’ betekenen? (Vers 5.) Wat komen we door de plantmetaforen in vers 6–9 over de zegeningen van de Heer voor ons te weten, waaronder de zegen van bekering?

    Afbeelding
    vrouw zit op de grond met man die hand op haar hoofd legt

    De zondige Gomer, die Israël voorstelt, kreeg van de Heer verlossing aangeboden. Illustratie, Deb Minnard, licentie van goodsalt.com

Hosea 6:6; Joël 2:12–13

Toewijding aan God moet van binnenuit komen. Het mag geen kwestie van uiterlijke schijn zijn.

  • Hosea 6:6 en Joël 2:12–13 verwijzen naar dierenoffers en het scheuren van kleren als tekenen van wroeging. Dergelijke gebruiken kennen we tegenwoordig niet meer op die manier, maar deze verzen kunnen tot een bespreking leiden over wat de Heer het belangrijkst vindt. Lees samen Hosea 6:6 en bespreek wat dit vers wil zeggen. Laat enkele klasleden Mattheüs 9:10–13 en anderen Mattheüs 12:1–8 lezen. Laat ze elkaar vertellen hoe die gebeurtenissen in de bediening van de Heiland het beginsel in Hosea 6:6 verduidelijken. Hoe brengen we dit beginsel in deze tijd in praktijk?

    Lees eventueel samen ook Joël 2:12–13 en bespreek wat het betekent om ons hart en niet alleen onze kleren te scheuren. Wat houdt het volgens deze verzen in om een ware discipel van Jezus Christus te zijn?

Joël 2

‘Ik [zal] Mijn Geest uitstorten op alle vlees.’

  • Vertel in verband met Joël 2 wat Moroni over deze profetie zei toen hij in 1823 aan Joseph Smith verscheen (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:41). Vraag de klasleden hoe de profetieën in Joël 2:28–32 in onze tijd in vervulling gaan. Bespreek ook hoe ouderling David A. Bednars woorden in ‘Bijkomende leermiddelen’ betrekking op Joëls profetie hebben. Vraag de klasleden wat een uitstorting van de Heilige Geest in hun dagelijks leven inhoudt. Wat kunnen we doen als we een dergelijke uitstorting niet lijken te ontvangen? Hoe kunnen we onze zonen en dochters die helpen ontvangen? (Zie vers 28.)

Afbeelding
Bijkomende leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

‘We [kunnen] erop rekenen dat de Heilige Geest ons leidt.’

Ouderling David A. Bednar heeft gezegd:

‘We maken het onszelf vaak moeilijk om persoonlijke openbaring te ontvangen. Daarmee bedoel ik dat we, als we onze verbonden nakomen, altijd de Heilige Geest als onze constante metgezel kunnen hebben. Maar we praten erover en we doen alsof het een zeldzame gebeurtenis is om door de Geest de stem van de Heer te horen. […] We zouden [de Geest] de hele tijd bij ons moeten hebben. Niet elke nanoseconde, maar als iemand zijn of haar best doet – u hoeft niet volmaakt te zijn – als u en ik ons best doen, en we geen ernstige overtredingen begaan, dan kunnen we erop rekenen dat de Heilige Geest ons leidt. […]

‘We lijken soms te geloven dat de Heilige Geest dramatisch en groots en plotseling komt, terwijl Hij stil en zacht en stap voor stap in de loop van de tijd werkt. U hoeft niet altijd te beseffen dat u openbaring ontvangt op het moment dat u openbaring ontvangt.’ (Zie ‘Gesprek met ouderling David A. Bednar’ [avond met een algemeen autoriteit, 7 februari 2020], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)

Ons onderwijs verbeteren

Wees hartelijk. Klasleden moeten weten dat u zich om hen en hun geestelijke vooruitgang bekommert. Een goede manier om daar blijk van te geven is ze bij binnenkomst hartelijk te begroeten. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 15.)

Afdrukken