‘21–27 november. Jona; Micha: “Hij vindt vreugde in goedertierenheid”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Oude Testament 2022 (2021)
‘21–27 november. Jona; Micha’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2022
21–27 november
Jona; Micha
‘Hij vindt vreugde in goedertierenheid’
Blijvende bekering vergt meer dan een inspirerende les eens per week in de zondagsschool. Moedig de klasleden aan om hun leven lang naar spiritualiteit te streven.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Zet zinsneden als de volgende op het bord: Iets wat ik weer besef, Iets nieuws wat ik geleerd heb en Iets waar ik me verder in wil verdiepen. Laat de klasleden met betrekking tot een van de zinsneden op het bord nagaan wat ze in Jona en Micha bestudeerd hebben.
In de leer onderwijzen
De Heer is barmhartig jegens allen die zich tot Hem keren.
Druk de klasleden op het hart dat de Heer barmhartig is. Zo voelen ze hopelijk zijn liefde en willen ze zich graag bekeren. Laat ze Micha 7:18–19 lezen en op het bord enkele gebeurtenissen uit Jona 1–4 noteren waaruit blijkt dat de Heer vreugde vindt in goedertierenheid en barmhartigheid. Welke andere voorbeelden van Gods barmhartigheid kennen we – uit de Schriften of ons eigen leven?
Wanneer we de barmhartigheid van de Heer ervaren, kan dat ons zelf ook barmhartiger maken. Met het volgende idee komen uw klasleden door het boek Jona meer over barmhartigheid te weten. Zet een vraag zoals deze op het bord: Wat leer ik uit Gods getoonde barmhartigheid in Jona 1–4 over zelf barmhartiger zijn? Laat ieder klaslid een hoofdstuk kiezen en naar antwoorden op de vraag zoeken. Laat ze bedenken hoe ze een veroordelende houding kunnen vervangen door een barmhartige houding jegens zichzelf of anderen.
Alle kinderen van God moeten het evangelie horen.
-
We leren onder meer van Jona’s verhaal door het te vergelijken met verhalen van zendelingen in het Boek van Mormon. Maak twee kolommen op het bord met de kopjes Jona en Alma en de zonen van Mosiah. Laat de klas Jona’s houding aangaande prediken tot het volk van Ninevé (zie Jona 1; 3–4) vergelijken met de houding van de zonen van Mosiah aangaande prediken tot de Lamanieten (zie Mosiah 28:1–5; Alma 17:23–25). Wat leren we hierdoor over het evangelie met al Gods kinderen delen?
-
Velen van ons zijn misschien terughoudend om anderen uit te nodigen zich tot de Heer te keren. Waarom zou Jona zich aan zijn roeping om het volk van Ninevé te waarschuwen hebben onttrokken? Waarom zijn we soms bang om over het evangelie te praten? Hoe heeft de Heer ons geholpen om over onze schroom heen te stappen? President Henry B. Eyring voorziet klasleden in ‘Bijkomende leermiddelen’ van raad en beginselen om het evangelie moedig uit te dragen.
‘Wat de Heere van u vraagt.’
-
Micha 6:6–7 noemt diverse elementen van oude joodse rituelen. Maar God vindt sommige dingen belangrijker dan uiterlijke riten. Die belangrijke dingen staan in vers 8. Welke kernwoorden staan er in dit vers? Bespreek wat ze betekenen. Laat de klasleden vervolgens gerelateerde Schriftteksten opzoeken in de Gids bij de Schriften die ze aanspreken, of een gerelateerde lofzang in het zangboek. Wat zijn hun bevindingen? Waarom zijn die beginselen belangrijk voor de Heer?
Bijkomende leermiddelen
Liefde, voorbeeld en getuigenis.
President Henry B. Eyring bespreekt Jona’s waarschuwing aan het volk van Ninevé. Vervolgens vertelt hij over een waarschuwing die zijn moeder hem eens gaf:
‘Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder me op een zaterdagmiddag kalm toesprak toen ik haar als kleine jongen om toestemming vroeg voor iets wat ik volkomen redelijk vond, maar waarvan zij wist dat het gevaarlijk was. Het verbaast me nog steeds wat voor kracht ze kreeg, volgens mij van de Heer, om mij met zo weinig woorden om te praten. Als ik het me goed herinner, zij ze: “Ach, dat zou je kunnen doen. Maar de keuze is aan jou.” De enige waarschuwing lag in de nadruk op de woorden kunnen en keuze. Toch was dat voldoende voor mij.
‘De kracht van haar waarschuwing met zo weinig woorden kon ik terugvoeren op drie dingen die ik van haar wist. Ten eerste wist ik dat ze van me hield. Ten tweede wist ik dat zij zelf al had gedaan wat ze van mij verlangde en erdoor gezegend was. En ten derde had ze haar zekere getuigenis op mij overgebracht dat de keuze die ik moest maken zo belangrijk was dat de Heer me antwoord zou geven als ik het aan Hem vroeg. Liefde, voorbeeld en getuigenis waren die dag de sleutels.’ (‘A Voice of Warning’, Ensign, november 1998, 32.)