12–18 december

Maleachi

‘Ik heb u liefgehad, zegt de Heere’

Sommige leringen in Maleachi zijn wellicht extra belangrijk voor uw klasleden. Bid dat u die leringen tijdens uw studie zult onderscheiden. Zo voelt u ook de liefde die de Heer heeft voor wie u lesgeeft.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Breng een bespreking over het boek Maleachi op gang door het woord Boodschap op het bord te schrijven. Vraag de klasleden naar belangrijke boodschappen die ze in elk hoofdstuk van Maleachi gevonden hebben. Zet die boodschappen op het bord om ze kracht bij te zetten.

In de leer onderwijzen

Maleachi 1:6–14

De Heer verlangt een ‘rein’ offer.

• Laat de klasleden Maleachi 1:6–14 doorlezen en dan met een ander klaslid bespreken wat de Israëlitische priesters niet over offers begrepen. Waarom vraagt de Heer ons om het beste wat we te geven hebben? Laat ze een lijst met offers maken die we tegenwoordig aan de Heer brengen. Bespreek voor elk offer in de lijst wat dat offer ‘onrein’ of ‘rein’ kan maken (Maleachi 1:7, 11).

Maleachi 3–4

Maleachi’s profetieën gaan in de laatste dagen in vervulling.

• Wijs erop dat Moroni verzen uit Maleachi 3–4 aanhaalde toen hij aan Joseph Smith verscheen (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:36–39). Welke leringen in die hoofdstukken waren volgens de klasleden wellicht extra belangrijk voor Joseph – en voor ons – om te kennen? Laat de klas in kleine groepjes zoveel mogelijk leringen opschrijven. Vraag de groepjes naar hun bevindingen en waarom die leringen in de laatste dagen belangrijk zijn.

Maleachi 3:8–12

De Heer opent de vensters van de hemel als wij onze tiende betalen.

• Vraag de klasleden naar hun getuigenis van de wet van tiende aan de hand van de beginselen in Maleachi 3:8–12. Hoe zijn ze te weten gekomen dat deze beginselen waar zijn? Ze kunnen vertellen hoe de Heer ze – geestelijk en materieel – heeft gezegend doordat ze tiende betalen. Ze kunnen ook lessen over tiende bespreken die ouderling David A. Bednar noemt in zijn toespraak ‘De vensters van de hemel’ (Liahona, november 2013, 17–20). Wat hebben ze geleerd door deze wet na te leven?

• Laat de klasleden Maleachi 3:8–12 doorlezen en bedenken hoe ze iemand kunnen uitleggen waarom de Heer ons vraagt om tiende te betalen. Ze kunnen ook het citaat van president Gordon B. Hinckley in ‘Bijkomende leermiddelen’ lezen. Wat zouden we anderen graag over tiende duidelijk willen maken? Wat houdt tiende betalen bijvoorbeeld in? Waarom vraagt de Heer dat van ons? Hoe gaan de ‘vensters van de hemel’ open (vers 10) als we tiende betalen? Welke zorgen kan iemand over tiende betalen hebben, en hoe zouden we daarop reageren? Vraag klasleden hoe naleving van dit gebod hun geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus heeft versterkt.

Elia verschijnt aan Joseph Smith en Oliver Cowdery in de Kirtlandtempel, illustratie, Robert T. Barrett

Maleachi 4:5–6

‘Ik zend u de profeet Elia.’

• Een vergelijking van Maleachi 4:5–6 met hoe Moroni deze verzen voor Joseph Smith aanhaalde in Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39 levert nuttige inzichten op. (Laat iemand beide versies desgewenst naast elkaar op het bord schrijven.) Wat voegt Moroni’s bewoording aan ons begrip van de verzen in Maleachi toe? Bespreek eventueel ook vragen zoals: wie zijn de ‘vaders’? (Zie Deuteronomium 29:13.) Hoe wenden wij ons hart tot onze vaders en hoe wenden zij hun hart tot ons? Leg uit dat Maleachi’s profetie werd vervuld toen Elia de sleutels van de verzegelbevoegdheid aan Joseph Smith overdroeg (zie Leer en Verbonden 110:13–16). Waarom zijn de klasleden dankbaar dat deze sleutels hersteld zijn?

• Maleachi 4:5–6 biedt een goede gelegenheid om over tempelwerk en familiegeschiedenis te praten. Vraag naar ervaringen die klasleden met dit werk hebben gehad en hoe ze hun hart daardoor tot hun vaders hebben gewend. Hoe kunnen we ertoe bijdragen dat toekomstige generaties hun hart tot ons zullen wenden?

Bijkomende leermiddelen

Tiende is een geloofskwestie.

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd, ‘Wij kunnen onze tiende betalen. Tiende is niet zozeer een geldkwestie, maar een geloofskwestie. Ik ken geen trouwe tiendebetaler die niet kan getuigen dat de vensters van de hemel op letterlijke en wonderbare wijze zijn geopend en zegeningen over hem of haar zijn uitgegoten.’ (‘Let Us Move This Work Forward’, Ensign, november 1985, 85.)

Ons onderwijs verbeteren

Vertel over uw worstelingen en uw geloof. Mensen die beproevingen ondergaan, voelen zich soms alleen. Vertel af en toe op gepaste wijze over worstelingen die u zelf hebt gehad en hoe de Heiland u heeft geholpen.