Les 58: Leer en Verbonden 45

Leer en Verbonden 45:1–8

‘De voorspraak bij de Vader’

President Russell M. Nelson heeft tijdens een wereldwijde pandemie tegen de kerkleden gezegd: ‘Onze Vader weet dat we in tijden van grote angst en onzekerheid het beste naar zijn Zoon kunnen luisteren.’ (‘Hoor Hem’, Liahona, mei 2020, 89.) De Heer wil begin 1831 de vrees en onzekerheid onder de heiligen wegnemen. Hij spoort ze dan ook aan om zijn stem te horen en in zijn naam te geloven. Deze les maakt de cursisten de zending en het karakter van Jezus Christus duidelijker door enkele van zijn namen en titels toe te lichten.

Mogelijke leeractiviteiten

De betekenis van namen

Deel de cursisten eventueel in groepjes in en vraag ze naar details over de betekenis of het belang van hun voor- of achternamen. Als de cursisten niet alle details of betekenissen weten, kunnen ze uitleggen wat ze mooi aan hun naam vinden. Nadat ze in groepjes met elkaar hebben gesproken, laat u enkele cursisten aan de klas vertellen wat ze over de naam van een klasgenoot hebben geleerd.

Lees het volgende citaat van ouderling Jonathan S. Schmitt van de Zeventig:

Vaak is het eerste wat we van mensen leren kennen, hun naam. […]

Jezus kende en noemde mensen bij hun naam. De Heer zei tegen het oude Israël: ‘Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij’ [Jesaja 43:1; cursivering toegevoegd].

Net zoals Jezus ons allemaal bij naam kent, kunnen wij Hem beter leren kennen door zijn vele namen te leren kennen. […] Veel namen van Jezus [zijn] titels die ons helpen om zijn zending, doel, karakter en eigenschappen te begrijpen. Als we de vele namen van Jezus leren kennen, zullen we zijn goddelijke zending en onzelfzuchtige karakter beter begrijpen. Het kennen van zijn vele namen inspireert ons ook om meer zoals Hij te worden. (Jonathan S. Schmitt, ‘Dat zij U kennen’, Liahona, november 2022, 104–105.)

Vraag de cursisten wat ze in ouderling Schmitts citaat aanspreekt.

Zet de antwoorden van de cursisten op de volgende vraag op het bord.

• Welke namen of titels van Jezus Christus geven je meer inzicht in zijn karakter, zending en eigenschappen?

• Hoe kan je verlangen om Hem te volgen toenemen als je meer over zijn naam en titels weet?

Als de cursisten de tijd hebben gehad om de vorige vraag te bespreken, toont u de volgende waarheid: Als we de namen en titels van Jezus Christus kennen, kunnen we zijn goddelijke zending en onzelfzuchtige karakter beter begrijpen.

Laat de cursisten hun eigen verlangen onderzoeken om meer over Jezus Christus te leren. Gebruik eventueel het volgende scenario of bedenk er zelf een. Moedig de cursisten aan om stil na te denken en hun reactie in hun studiedagboek te geven.

Gebruik de volgende zelfevaluatie in verband met je verlangen en inspanningen om de Heiland beter te begrijpen.

1 = zelden; 2 = soms; 3 = vaak

• Ik wil de goddelijke zending van Jezus Christus beter begrijpen.

• Terwijl ik de Schriften bestudeer, let ik bewust op namen en titels van Jezus.

• Het is belangrijk dat ik het karakter van Jezus ken, zodat ik Hem beter kan volgen.

Kom meer over de Heiland te weten door zijn namen en titels te bestuderen, en vraag je hemelse Vader in gebed om een groter verlangen om zijn Zoon te volgen.

Onze voorspraak en vriend

De cursisten kunnen de zending en het karakter van Jezus beter begrijpen door een van zijn vele namen te bestuderen. Als de cursisten zijn rol als onze voorspraak bij de Vader hebben besproken, krijgen ze de kans om verschillende namen en titels van Jezus zelfstandig te bestuderen.

Toon tijdens de volgende activiteit desgewenst een afbeelding van Jezus in Gethsémané:

Lees Leer en Verbonden 45:3–5 en let op een titel en rol van Jezus Christus.

Denk na over de titels van Jezus Christus: Door de volgende activiteit kunnen de cursisten de Heiland beter leren kennen door zijn titel als onze voorspraak bij de Vader te begrijpen. Voor meer instructies over hoe u de cursisten kunt helpen zich op titels van Jezus Christus te richten, raadpleegt u ‘Onderwijs de titels, rollen en eigenschappen van Jezus Christus’ in Verbetering van onderwijsvaardigheden: Concentreer u op Jezus Christus. Hiermee scherpt u deze vaardigheid aan: ‘Bedenk zoekvragen waardoor cursisten rollen, titels, symbolen, eigenschappen en kenmerken van Jezus Christus leren herkennen.’

Stel vragen als de volgende om de cursisten meer begrip bij te brengen van de rol van Jezus Christus als onze voorspraak bij de Vader. U kunt erop wijzen dat een definitie van het woord voorspraak iemand is die mensen in nood steunt en voor ze opkomt.

• Wat versta jij onder het woord voorspraak?

• Hoe vervult Jezus Christus volgens deze verzen zijn rol als onze voorspraak bij de Vader?

• Wat kunnen we uit deze verzen over het karakter van de Heiland leren?

Lees desgewenst samen met de cursisten het volgende citaat van president Russell M. Nelson. Vraag de cursisten hoe deze aanvullende leringen van president Nelson hun liefde en waardering voor Jezus Christus vergroten.

Jezus is onze voorspraak bij de Vader (zie 1 Johannes 2:1; Leer en Verbonden 29:5; 32:3; 45:3; 110:4). Het woord voorspraak betekent onder meer ‘iemand die voor een ander spreekt, zijn belang verdedigt’. Ook andere aanverwante termen, zoals pleiter of middelaar, worden in de Schriften gebruikt (zie ook 1 Timotheüs 2:5; 2 Nephi 2:28; Leer en Verbonden 76:69). […]

Als we Hem als onze voorspraak-pleiter-middelaar bij de Vader beschouwen, hebben we de verzekering van zijn weergaloze begrip, gerechtigheid en barmhartigheid (zie Alma 7:12). (Russell M. Nelson, ‘Jesus the Christ—Our Master and More’ [devotional aan de Brigham Young University, 2 februari 1992], 4, speeches.byu.edu.)

Dit kan een goed moment in de les zijn om de cursisten de tijd te geven bij hun gevoelens voor de Heiland stil te staan. Zet de volgende vraag op het bord en laat de cursisten hun antwoorden in hun studiedagboek noteren. Vraag enkele cursisten, indien gepast, hun gevoelens te verwoorden.

• Wat voel je als je je probeert voor te stellen dat de Heiland voor je pleit en het voor je opneemt?

• Hoe kan de kennis dat Jezus Christus voor je pleit je voornemen versterken om op het verbondspad te blijven?

Meer over Jezus Christus leren

Als de cursisten bij hun studie van de volgende verzen toelichting bij een titel van Jezus Christus in vers 1 nodig hebben, zeg dan dat Hij hier zijn goddelijke rol als Schepper van alle dingen aanduidt.

Jezus Christus heeft nog veel meer namen en titels. Lees Leer en Verbonden 45:1, 7, 59 en let daarop.

Besluit of de cursisten er baat bij hebben om met anderen samen of alleen aan de volgende activiteit te werken.

Moedig de cursisten aan om op een creatieve manier te ordenen wat ze leren. De cursisten kunnen bijvoorbeeld in hun studiedagboek een naam of titel van Christus in het midden van een pagina noteren. Als ze andere Schriftteksten en zinsneden ontdekken waardoor ze hun gekozen titel beter begrijpen, kunnen ze die in verschillende richtingen en formaten op de pagina noteren. Met lijnen kunnen ze de Schriftteksten en zinsneden dan met de naam of titel verbinden.

Kies een naam of titel uit je studie waarover je meer wilt weten. Gebruik beschikbare bronnen, zoals de app Evangeliebibliotheek en Schriftstudiewijzers, om te weten te komen wat die naam of titel over Jezus Christus zegt. Je kunt ook de woorden van hedendaagse profeten bestuderen om meer te weten te komen. Beantwoord daarna de volgende vragen:

• Wat heb je vandaag geleerd of gevoeld waardoor je liefde voor de Heiland en je verlangen om Hem te volgen zijn toegenomen?

• Hoe kan verder bestuderen van de namen van Jezus Christus je tot zegen zijn?

Laat de cursisten eventueel details en betekenisvolle inzichten uit hun studie delen. In toekomstige lessen zijn er wellicht meer gelegenheden om verder te bespreken wat de cursisten vandaag over de namen en titels van Jezus Christus hebben geleerd.

Aanvullende bronnen

Wat leert de voorspraak van Jezus Christus ons over onze hemelse Vader?

Ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Met Jezus Christus ‘hebben [wij] een Voorspraak bij de Vader’ [1 Johannes 2:1]. Toen Jezus zijn zoenoffer voltooid had, voer Hij ‘ten hemel […] om bij de Vader aanspraak te maken op zijn recht op barmhartigheid dat Hij jegens de mensenkinderen heeft.’ En toen Hij aanspraak op zijn recht op barmhartigheid had gemaakt, ‘bepleit[te] Hij de zaak van de mensenkinderen’ [Moroni 7:27, 28].

Christus’ voorspraak bij de Vader voor ons is niet tegenstrijdig. Jezus Christus, die zijn wil op liet gaan in die van de Vader, zou nooit iets voorstaan dat de Vader niet sowieso wilde. Onze hemelse Vader juicht ongetwijfeld onze successen toe.

Dat Christus onze zaak bepleit is ten minste deels bedoeld om ons eraan te herinneren dat Hij voor onze zonden heeft geboet en dat niemand van het bereik van Gods barmhartigheid wordt uitgesloten. (Zie Dale G. Renlund, ‘Kies voor u heden’, Liahona, november 2018, 104–105.)

Leer en Verbonden 45:7. Wat leert de titel ‘de Alfa en de Omega’ me over Jezus?

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven:

Alfa, de eerste letter van het Griekse alfabet, staat voor aanvang en begin. ‘Ik was in het begin bij de Vader’, openbaart Hij (Leer en Verbonden 93:21), en als de Eerstgeborene bevond Hij Zich aan de rechterhand van de Vader in de raadsvergaderingen van de hemel en in het scheppingswerk. […]

Als de Omega, naar de laatste letter van het Griekse alfabet, is Christus het einde, het einddoel en het eindresultaat van de sterfelijke ervaring. […]

Deze Griekse letters duiden de universele rol van Jezus vanaf het begin van de wereld tot het einde aan. Maar hij behoort ook specifiek de Alfa en de Omega te zijn – ons persoonlijke begin en ons persoonlijke einde – het voorbeeld waarnaar wij onze reis vormgeven […] en de norm waaraan we die aan het eind afmeten.

Bij elke keuze die we maken, moet Hij onze tijdrekening, onze uitgezette koers en onze enige haven vóór ons zijn. Hij zou voor ons persoonlijk moeten zijn wat Hij voor alle mensen collectief is: het begin- en eindpunt van ons bestaan, het kompas met betrekking tot onze voorrechten. We moeten niet van Hem afdwalen. We moeten dat niet eens willen proberen. Ik ben de Alfa en de Omega. (Jeffrey R. Holland, ‘Whom Say Ye That I Am?’, Ensign, september 1974, 6–7.)

Leer en Verbonden 45:7. Hoe is Jezus Christus het ‘licht dat in de duisternis schijnt’?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard:

Jezus Christus is in elke levensfase, in alle omstandigheden en in elke beproeving die we meemaken het licht dat angst verjaagt, en degene die verzekering en leiding geeft en vrede en vreugde voortbrengt. (David A. Bednar, ‘Het licht en het leven van de wereld’ [kerstdevotional met het Eerste Presidium, 6 december 2015], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)

Aanvullende leeractiviteiten

Leer en Verbonden 45:1. ‘Luister, o volk van mijn kerk’

Wilt u de les op een andere manier beginnen, laat de cursisten zich dan voorstellen dat ze een belangrijke beslissing moeten nemen, maar eerst met anderen willen overleggen. Laat ze zich afvragen welke eigenschappen ze bij mensen zouden zoeken, voordat ze op hun raad vertrouwen. Leg uit dat de openbaring in Leer en Verbonden 45 in een periode komt waarin mensen tegenstrijdige berichten over de kerk horen en lezen. Laat de cursisten Leer en Verbonden 45:1–8 lezen en letten op de woorden luister, neig het oor en hoor. Terwijl cursisten meer leren over de namen, titels en rol van de Heiland, laat u ze zich afvragen in welke opzichten Hij een betrouwbare bron van raad voor hen is.

Leer en Verbonden 45:8. ‘Zovelen als Mij aangenomen hebben’

De cursisten kunnen er baat bij hebben om te weten wat het betekent de Heiland aan te nemen en te ontvangen. Laat de cursisten Leer en Verbonden 45:8 lezen en vraag wat de Heiland volgens hen bedoelt met: ‘Ik kwam tot de mijnen, en de mijnen hebben Mij niet aangenomen.’ Laat de cursisten bespreken hoe ze Jezus Christus kunnen aannemen en Hem het middelpunt van hun leven maken. U kunt de cursisten ook vragen wat het volgens hen betekent om ‘zonen [en dochters] van God te worden’. Laat ze na hun antwoorden een kruisverwijzing tussen Leer en Verbonden 45:8 en Mosiah 5:7–8 maken. Bespreek hoe deze verzen ons begrip vergroten en getuigen hoe belangrijk het is om de Heiland aan te nemen en zijn naam op ons te nemen.