Op 24 februari 1834 ontving de profeet Joseph Smith in een openbaring van de Heer het gebod een groep vrijwilligers bijeen te brengen om de lijdende heiligen in Missouri te helpen. De Heer vereist groot geloof van de mensen die gehoor geven aan de oproep om zich bij de groep, het zogeheten kamp van Israël, aan te sluiten. Deze les kan de cursisten helpen de geboden van de Heer te gehoorzamen.
Mogelijke leeractiviteiten
Obstakels voor het eeuwige leven
President Wilford Woodruff (1807–1898) heeft gezegd:
Ik streef naar heil en eeuwig leven, en ik wil niet dat er iets tussen mij en wat ik nastreef in staat. (Wilford Woodruff, in Journal of Discourses, deel 17, 246.)
Wat zijn enkele obstakels of barrières die tussen mensen en hun streven naar het eeuwige leven kunnen staan?
Hoe bereidwillig ben je op een schaal van één (niet gewillig) tot tien (zeer gewillig) om de Heer te gehoorzamen als zijn geboden moeilijk lijken?
Bedenk waarom je jezelf dit cijfer hebt gegeven. Let bij je studie vandaag op de leringen en geestelijke ingevingen van onze hemelse Vader door de Heilige Geest die je kunnen helpen om de Heiland te volgen, ook als een gebod moeilijk lijkt.
Hoe zou je de instructies van de Heer in deze verzen samenvatten?
De Heer gebood diverse mensen zich in groepen van tien, twintig, vijftig en honderd te organiseren. Hij vroeg om vijfhonderd man, maar vereiste minimaal honderd mannen om deel te nemen (zie Leer en Verbonden 103:29–34). In totaal sloten iets meer dan tweehonderd mannen zich bij de groep aan, die het kamp van Israël, later het Zionskamp, genoemd werd.
Wat voor gedachten of gevoelens zou jij hebben als je werd geroepen om je bij het kamp van Israël aan te sluiten? Waarom?
Wat staat er in deze verzen dat de leden van het kamp van Israël wellicht troost heeft geboden?
Wilford Woodruff beschrijft zijn beslissing om zich bij het kamp van Israël aan te sluiten als volgt:
Ik was geroepen om mijn leven in de waagschaal te leggen en met een handjevol van ons op te trekken naar Missouri om onze broeders te verlossen. We moesten echt in geloof gaan. Mijn buren kwamen langs en smeekten me niet te gaan. Ze zeiden: ‘Je moet niet gaan, want dan leg je het loodje.’ Ik zei tegen hen: ‘Als ik wist dat ik bij mijn eerste stap in de staat Missouri een kogel door het hart kreeg, zou ik toch gaan.’ […] Zo voelde ik me destijds met betrekking tot Gods werk, en zo voel ik me nog steeds. Ik streef naar heil en eeuwig leven, en ik wil niet dat er iets tussen mij en wat ik nastreef in staat. (Wilford Woodruff, in Journal of Discourses, deel 17, 246.)
Welke woorden uit dit citaat spreken je aan?
In hoeverre helpt dit citaat je als je met moeilijk te gehoorzamen geboden te maken krijgt?
Geloof om de geboden van de Heer te gehoorzamen
Wat zijn enkele voorbeelden van geboden van de Heer die voor tieners tegenwoordig wellicht moeilijk te gehoorzamen zijn?
Waarom kan het moeilijk zijn om die geboden te gehoorzamen?
Stel dat je een vriend(in) hebt die met een moeilijk te gehoorzamen gebod te maken heeft. Kies een van de volgende studieopties en let op leringen en waarheden die je met je vriend(in) wilt delen.