‘Les 119 – Leer en Verbonden 107:1–20: “Het heilig priesterschap”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 107:1–20’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Les 119: Leer en Verbonden 106–108
Leer en Verbonden 107:1–20
‘Het heilig priesterschap’
In het voorjaar van 1835 stonden leden van het pas gevormde Quorum der Twaalf Apostelen op het punt van vertrek voor hun eerste zending. In deze openbaring van de Heer staan details waarmee zij en anderen hun priesterschapstaken kunnen vervullen. Deze les kan de cursisten duidelijk maken hoe belangrijk het is om bij hun dienstbetoon in zijn kerk gebruik te maken van de macht van de Heiland en zijn priesterschapsgezag.
Mogelijke leeractiviteiten
Toevoegingen
-
Wat gebeurt er met een tak (toevoeging) als deze van de boom wordt verwijderd? Waarom?
Lees Johannes 15:5 en ga na wat de Heiland in verband met deze aanschouwelijke les uiteenzet.
-
Wat heb je geleerd?
-
Waarom is verbonden blijven met de Heiland noodzakelijk bij ons dienstbetoon in zijn kerk?
Toevoegingen aan het priesterschap
Op 28 maart 1835 maakten leden van het pas gevormde Quorum der Twaalf Apostelen zich klaar om op zending naar het oosten van de Verenigde Staten te gaan. Sommige apostelen wisten niet goed hoe ze hun nieuwe roeping moesten vervullen. De Heer openbaarde Leer en Verbonden 107 om ze in het priesterschap te onderrichten en in hun taken aan te moedigen.
Lees Leer en Verbonden 107:1–4 en ga na wat de Heer over het priesterschap zegt.
-
Wat ben je te weten gekomen over het Melchizedeks priesterschap?
Vergelijk de naam van het priesterschap in vers 3 met wat president Dieter F. Uchtdorf, destijds lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd:
Christus is de bron van alle ware macht en priesterschapsgezag op aarde. En het is ons voorrecht om eraan bij te dragen. (Dieter F. Uchtdorf, ‘De vreugde van het priesterschap’, Liahona, november 2012, 59.)
-
Waarom is het belangrijk om te begrijpen dat alle priesterschapsmacht rechtstreeks van Jezus Christus afkomstig is?
Lees samen met een klasgenoot Leer en Verbonden 107:5, 13–14 en ga na welke woorden op het bord je met de stam van de boom kunt vergelijken en welke met de toevoegingen.
-
Wat kun je op basis van wat je gelezen hebt met de stam vergelijken? Wat zijn de toevoegingen?
-
Wat zegt het ons dat de Heer het Aäronisch priesterschap en kerkorganisaties ‘toevoegingen’ aan zijn Melchizedeks priesterschap noemt?
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft het volgende over priesterschapsgezag in kerkroepingen gezegd:
Uiteindelijk draagt de Heer Jezus Christus alle sleutels van het priesterschap, omdat het zijn priesterschap is. Hij beslist welke sleutels aan de mens worden gedelegeerd en hoe die sleutels worden gebruikt. […]
Aangezien in de Schriften staat dat ‘alle andere bevoegdheden [en] functies in de kerk toevoegingen aan dat [Melchizedeks] priesterschap’ zijn (Leer en Verbonden 107:5), wordt alles wat op aanwijzing van die priesterschapssleutels wordt gedaan met priesterschapsgezag verricht. (Dallin H. Oaks, ‘De sleutels en het gezag van het priesterschap’, Liahona, mei 2014, 50.)
-
Hoe kan het besef dat elke roeping in de kerk met de macht van de Heiland verbonden is je helpen de mensen om je heen beter te dienen?
-
Wanneer heb je gevoeld dat de macht van de Heiland je in je kerkwerk hielp?
Priesterschapsmacht ervaren
Lees Leer en Verbonden 107:8, 18–20 en ga na hoe de Heiland macht door zijn priesterschap verschaft aan wie in de kerk dienen.
-
Met welke ‘geestelijke zaken’ (vers 8) zegent de Heer ons zoal door zijn Melchizedeks priesterschap?
-
Hoe verbinden de in vers 20 genoemde ‘uiterlijke verordeningen’ van het Aäronisch priesterschap (zoals de doop en het avondmaal) je met Jezus Christus?
-
Wanneer is iemands band met de Heiland in zijn of haar dienstbetoon jou tot zegen geweest?
Persoonlijke toepassing
Zuster Bonnie L. Oscarson, voormalig algemeen jongevrouwenpresidente, heeft uitgelegd hoe priesterschapsgezag jongevrouwen in hun roeping kan sterken. Ga na hoe haar uitspraak op alle jongeren in hun dienstbetoon van toepassing kan zijn.
Jongevrouwen in de kerk behoren zichzelf te beschouwen als essentiële deelnemers aan het verlossingswerk dat door de priesterschap wordt geleid, en niet alleen als toeschouwers en assistentes. Jullie hebben roepingen en worden door hen die de sleutels van het priesterschap bezitten, aangesteld om met macht en gezag in dit werk leiding te geven. Als je je roeping als klaspresidente grootmaakt, je geestelijk voorbereidt, samen overlegt, je klasgenoten de helpende hand reikt en elkaar het evangelie onderwijst, vervul je je taak in dit werk en worden jij en je leeftijdsgenoten gezegend. (Bonnie L. Oscarson, ‘Verheft u in kracht, zusters in Zion’, Liahona, november 2016, 14.)
-
Wat valt je op in dit citaat? Waarom?
Laat de cursisten de volgende vraag in hun studiedagboek beantwoorden. Vraag enkele vrijwilligers naar hun antwoorden.
-
Wat heb je vandaag geleerd over het belang van de macht van de Heiland en zijn priesterschapsgezag als je in de kerk dient?
Uit het hoofd leren
Help de cursisten tijdens deze les de tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren en herhaal ze in toekomstige lessen. De kerngedachte is: ‘Het Melchizedeks priesterschap […] bezit de macht en het gezag […] om geestelijke zaken te besturen.’ Ideeën voor activiteiten om teksten uit het hoofd te leren staan in het aanhangsel onder ‘Herhalingsactiviteiten kerkleerbeheersing’.