‘Les 125 – Leer en Verbonden 111: “Ik zal alle dingen voor uw welzijn regelen”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Leer en Verbonden 111’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
De kerk zat in 1836 diep in de schulden. De profeet Joseph Smith en andere kerkleiders reisden naar Salem (Massachusetts). Daar hoopten ze geld te vinden om de schulden van de kerk af te betalen. Op 6 augustus 1836 ontving Joseph Smith de openbaring die in Leer en Verbonden 111 staat opgetekend. In deze openbaring stelde de Heer hem gerust over de schulden van de kerk en het welzijn van Zion. Deze les kan de cursisten meer vertrouwen in hun hemelse Vader en Jezus Christus geven.
Mogelijke leeractiviteiten
Laat de cursisten aan het begin van de les nadenken over moeilijkheden waar tieners vaak mee te maken hebben, waardoor ze ontmoedigd kunnen raken of bang zijn dat het niet goedkomt. Teken dan een schaal zoals de volgende op het bord en laat de cursisten aan de hand daarvan de volgende vraag beantwoorden.
Waar zou jij jezelf op deze schaal plaatsen als je denkt aan de problemen of moeilijkheden die jij momenteel ondervindt of mogelijk zult ondervinden?
Een moeilijke tijd voor Joseph en anderen
U kunt een cursist vragen om de volgende context voor te lezen, of u kunt die in uw eigen woorden samenvatten. U kunt de cursisten ook vragen om hoofdstuk 22 van Saints: The Story of the Church of Jesus Christ in the Latter Days , deel 1, The Standard of Truth, 1815–1846 ([2018], 258–259) te lezen, of de audio van dat hoofdstuk afspelen vanaf tijdcode 16:14 tot 17:00 (op saints.ChurchofJesusChrist.org ). Wijs er eventueel op dat wij met moeilijkheden te maken krijgen die ons kunnen ontmoedigen, en dat Joseph Smith en andere kerkleiders in 1836 ook grote problemen hadden, waardoor ze zich ernstig zorgen maakten over de toekomst van Zion.
In 1836 zat de kerk diep in de schulden door de bouw van de Kirtlandtempel en de aankoop van grond in Ohio en Missouri. Tegelijkertijd werden de heiligen in Clay County (Missouri) gedwongen te vertrekken. Toen Joseph en Hyrum Smith, Oliver Cowdery en Sidney Rigdon eind juli 1836 ruim 965 kilometer van Kirtland (Ohio) naar Salem (Massachusetts) afreisden, hielden deze zorgen hun gemoederen bezig. Hoewel het niet zeker is waarom ze deze reis maakten, hadden ze mogelijk informatie gekregen waarmee ze dachten de schulden van de kerk te kunnen afbetalen. Volgens een verslag had een kerklid aan Joseph Smith verteld dat er in een huis in Salem een grote som geld verstopt lag. (Zie de historische inleiding op ‘Revelation, 6 August 1836 [D&C 111] ’, 35, josephsmithpapers.org .)
Laat de cursisten tijdens hun studie van Leer en Verbonden 111 naar openbaring streven over hoe de Heer ons het vertrouwen kan geven dat onze problemen en moeilijkheden ons ten goede zullen komen.
‘Niettegenstaande uw dwaasheden’
Zet de volgende teksten op het bord. De cursisten kunnen die bestuderen door de eerste groep verzen te lezen, daarna op een blaadje de twee vragen te beantwoorden en dat vervolgens aan een medecursist te geven. Bespreek wat de cursisten hebben opgeschreven. Herhaal deze activiteit met de andere twee groepen verzen. Zo kunnen de cursisten met elkaar bespreken wat ze leren en elkaar onderwijzen.
Leg zo nodig uit dat een dwaasheid ook een vergissing of inschattingsfout kan zijn.
Leg de focus op onze hemelse Vader en Jezus Christus: Voor meer oefening raadpleegt u de instructie ‘Onderwijs in de titels, rollen en eigenschappen van Jezus Christus ’ in Verbetering van onderwijsvaardigheden: concentreer u op Jezus Christus . Oefen de vaardigheid ‘Bedenk zoekvragen waardoor cursisten rollen, titels, symbolen, eigenschappen en kenmerken van Jezus Christus gaan herkennen’. Nadat u de instructies hebt doorgenomen, kunt u de vragen aanpassen die u de cursisten over de volgende Schriftteksten wilt stellen of zelf nog vragen toevoegen.
Lees de volgende Schriftteksten en beantwoord voor elke groep teksten de volgende twee vragen:
In hun antwoord op de tweede vraag benoemen de cursisten mogelijk een aantal beginselen of eigenschappen van God. Ze kunnen het volgende noemen: God gaat barmhartig met onze dwaasheden om (zie vers 1 ); God communiceert met ons door de vrede en macht van zijn Geest (zie vers 8 ); God kan alle dingen voor ons welzijn regelen (zie vers 11 ).
God kan alle dingen voor ons welzijn regelen
Volg de ingevingen van de Geest om te bepalen op welke beginselen de cursisten nog dieper moeten ingaan. De rest van deze les is gericht op het beginsel dat God alle dingen voor ons welzijn kan regelen . Zet dit beginsel eventueel op het bord en vraag de cursisten om de woorden in vers 11 te markeren waaruit dit blijkt.
Wijs eventueel op de schaal op het bord en vraag de cursisten te bedenken hoe zeker zij ervan zijn dat God ‘alle dingen’ voor hun welzijn kan regelen.
Bespreek eventueel met de cursisten dat ze kunnen bidden voor meer begrip van en geloof in deze eigenschap van God als ze meer in dit beginsel willen geloven.
Leg zo nodig uit dat er met ‘wees zo bedachtzaam als slangen en toch zonder zonde’ (vers 11 ) wordt bedoeld dat discipelen van de Heiland wijs, maar ook onschuldig en rein moeten zijn.
Voor de volgende activiteit kunt u de cursisten in groepjes van drie opdelen. Laat elke cursist in het groepje een van de onderstaande teksten lezen. Nadat de cursisten de teksten hebben gelezen en besproken, kunt u ze vragen om hun bevindingen op het bord te zetten. Ze kunnen die rondom het beginsel op het bord zetten en een pijltje naar het beginsel tekenen.
Bestudeer de volgende teksten en ga na wat we moeten doen zodat God alle dingen voor ons welzijn kan regelen. Koppel de volgende verzen aan Leer en Verbonden 111:11 .
Laat de cursisten het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley lezen en hun inzichten aan de lijst op het bord toevoegen:
President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft getuigd:
Het komt allemaal in orde. Maak je geen zorgen. Dat zeg ik elke ochtend tegen mezelf. Het komt allemaal in orde. Als je je best doet, komt alles in orde. Vertrouw op God en ga in geloof en vertrouwen in de toekomst voorwaarts. De Heer zal ons niet in de steek laten. Hij zal ons niet in de steek laten. (‘Latter-Day Counsel: Excerpts from Addresses of President Gordon B. Hinckley ’, Ensign , oktober 2000, 73.)
Vraag de cursisten met elkaar te bespreken wat ze op het bord hebben gezet. Laat ze uitleggen waarom het belangrijk voor hen is. Met de volgende vragen kunt u de bespreking bevorderen:
Welke gevonden inzichten geven je het vertrouwen dat God alle dingen voor je welzijn kan regelen?
Hoe geeft een eeuwig perspectief jou het vertrouwen dat God alle dingen voor je welzijn kan regelen?
Wanneer of hoe heeft God dingen voor jouw welzijn geregeld of voor iemand die je kent?
Bij de volgende activiteit krijgen cursisten de tijd om te bedenken wat de dingen die ze vandaag hebben geleerd en gevoeld voor hen en hun relatie met hun hemelse Vader kunnen betekenen. Nadat de cursisten in hun dagboek hebben geschreven, kunt u enkele cursisten vragen wat ze hebben opgeschreven.
Maak een of meer van de volgende zinnen in je dagboek af:
Ik heb er meer vertrouwen in gekregen dat God alle dingen voor mijn welzijn kan regelen door … Wat ik vandaag heb geleerd, kan me bij mijn problemen helpen door … Wanneer ik het in de toekomst moeilijk heb, wil ik onthouden dat …
Een dwaasheid kan ook een vergissing of inschattingsfout zijn. Het kan een ‘dwaasheid’ van Joseph Smith en zijn metgezellen zijn geweest om naar geld op zoek te gaan en de financiële problemen van de kerk zelf te proberen op te lossen. Maar in de rest van de openbaring in Leer en Verbonden 111 beloofde de Heer barmhartig dat Hij ze zou blijven helpen en leiden.
Door de fouten van deze kerkleiders te erkennen, maakt de Heer het verschil tussen fouten en zonden duidelijk. President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft uitgelegd dat we allemaal fouten maken en daardoor vooruitgang kunnen maken:
Fouten maken een onvermijdelijk onderdeel uit van ons groeiproces in het sterfelijk leven. Als we alle mogelijke fouten vermijden, vermijden we alle mogelijke groei. In de gelijkenis van de talenten vertelde de Heiland over een dienstknecht die niet wilde riskeren dat hij iets door een verkeerde investering zou verliezen. Dus hij verborg zijn talent en deed er niets mee. Die slaaf werd door zijn heer veroordeeld (zie Mattheüs 25:24–30 ).
Als we bereid zijn om correctie voor onze fouten te ontvangen, […] worden onschuldige fouten een bron van groei en vooruitgang. (Dallin H. Oaks, ‘Sins and Mistakes ’, Ensign , oktober 1996, 67.)
President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft het volgende gezegd waardoor de cursisten de invloed en macht van de Geest beter kunnen begrijpen:
Je hebt in je hart en je verstand de stille bevestiging gevoeld dat iets waar was. En je wist dat het inspiratie van God was. Voor sommigen van jullie gebeurde dat misschien wel toen de zendelingen jullie onderwezen voordat je je liet dopen. Of misschien gebeurde het bij een toespraak of een les in de kerk. Misschien heb je het vandaag ook al meegemaakt toen er iets gezegd of gezongen werd dat waar was, net zoals ik iets voelde bij het zingen. De Heilige Geest is de Geest van waarheid. Je voelt gemoedsrust, hoop en vreugde als die je in je hart en je verstand vertelt dat iets waar is. En ik heb bijna altijd een gevoel van licht gehad. Had ik ook maar enig gevoel van duisternis, dan is dat verdreven. En het verlangen om het goede te doen, neemt toe. (Henry B. Eyring, ‘Gifts of the Spirit for Hard Times ’ [devotional aan de Brigham Young University, 10 september 2006], 2, speeches.byu.edu .)
Toen de Heiland zijn discipelen uitzond om het evangelie te prediken, zei Hij dat ze ‘bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven’ moesten zijn (Mattheüs 10:16 ). De Heiland heeft zijn discipelen in deze tijd vergelijkbare raad gegeven: ‘Wees zo bedachtzaam als slangen en toch zonder zonde’ (Leer en Verbonden 111:11 ). Uit beide verzen blijkt dat discipelen van de Heiland zowel wijs als onschuldig en rein moeten zijn. In de Bijbelvertaling van Joseph Smith wordt benadrukt hoe belangrijk het is om een wijze dienstknecht van de Meester te zijn: ‘Wees dus bedachtzame dienstknechten en oprecht als de duiven’ (Zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 10:14, vergelijk Mattheüs 10:16 ). (New Testament Student Manual [2018], 36–37.)
President Dieter F. Uchtdorf, destijds lid van het Eerste Presidium, heeft gezegd:
Wie aan de innerlijke roep gehoor geven en God zoeken, wie bidden, geloven en het pad bewandelen dat de Heiland heeft gebaand – ook al struikelen zij soms op dat pad – krijgen de troostrijke verzekering: ‘Alle dingen zullen voor [hun] welzijn samenwerken’ (Leer en Verbonden 90:24 ). (Dieter F. Uchtdorf, ‘Verlangen naar huis ’, Liahona , november 2017, 22.)
Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Alle dingen kunnen ten goede voor ons samenwerken als we ‘geheiligd in Christus […] in het verbond van de Vader’ zijn [Moroni 10:33 ]. Elke goede en beloofde zegening is weggelegd voor hen die tot het einde toe trouw blijven. De ‘gelukkige toestand van hen die de geboden van God onderhouden’, is ‘gezegend [zijn] in alle dingen, zowel stoffelijke als geestelijke’, en ‘bij God kunnen wonen in […] nimmer eindigend geluk’ [Mosiah 2:41 ]. (Gerrit W. Gong, ‘Verbondsrelaties ’, Liahona , november 2019, 81.)
Om de cursisten het beginsel dat God alle dingen voor hun welzijn kan regelen nog duidelijker te maken, kunt u ‘Life Is Incredibly Unfair – in Our Favor ’ (13:33) vertonen. Voordat u de video vertoont, vraagt u de cursisten of ze denken dat Jezus Christus in Leer en Verbonden 111:11 het echt over ‘alle dingen’ had. Laat de cursisten tijdens de video nagaan hoe de vrouw in deze video die vraag zou beantwoorden.
13:33
Als cursisten baat hebben bij meer historische context, kunt u het verhaal over ouderling Erastus Snow vertellen en uitleggen hoe hij door de openbaring in Leer en Verbonden 111 zijn zending kon vervullen.
In 1841, vijf jaar nadat afdeling 111 was ontvangen, werd Erastus Snow naar Salem (Massachusetts) geroepen, ter vervulling van de openbaring dat het volk in Salem in het koninkrijk van de Heer zou worden vergaderd. Eerst stonden mensen niet open voor de evangelieboodschap. Ouderling Snow vertrouwde op de belofte van de Heer dat Hij ‘vele mensen in deze stad’ had (Leer en Verbonden 111:2 ) en bleef over de herstelde kerk van de Heiland prediken. Uiteindelijk geloofden mensen in het herstelde evangelie en lieten zich dopen. In februari 1843 had de gemeente Salem 110 leden. Later reisden de bekeerlingen uit Salem naar Nauvoo en trokken verder naar de Rocky Mountains. (Zie Elizabeth Kuehn, ‘More Treasures Than One ’ in Revelations in Context [2016], 229.) Veel nakomelingen van deze bekeerlingen in Salem zijn nog steeds lid van de kerk. (Zie Kim R. Burningham, ‘The “Insignificant” Scripture ’, Ensign , augustus 1990, 47–48.)
Nadat u het verhaal over ouderling Erastus Snow hebt verteld, bespreekt u wat we daarvan kunnen leren. De volgende vragen kunnen daarbij helpen:
Als dat nuttig is, kunt u de cursisten vragen naar andere voorbeelden uit de Schriften of de kerkgeschiedenis waarbij God regelde dat iets negatiefs uiteindelijk goed uitpakte. Enkele voorbeelden zijn: Joseph Smith en Martin Harris, die de 116 manuscriptpagina’s van het Boek van Mormon verliest (Leer en Verbonden 3:1, 7–10 ); Jozef, de zoon van Jakob, wordt naar Egypte verkocht (Genesis 37 , 39–45 ); Abish laat het volk van koning Lamoni bijeenkomen (Alma 19:28–29 ); en Petrus en Johannes worden gevangengezet (Handelingen 5:17–20 ).