Seminarie
Herhalingsactiviteiten kerkleerbeheersing: ideeën voor herhaling van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis


Herhalingsactiviteiten kerkleerbeheersing: ideeën voor herhaling van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Herhalingsactiviteiten kerkleerbeheersing’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Aanhangsel

Herhalingsactiviteiten kerkleerbeheersing

Ideeën voor herhaling van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis

Tijdens elke les oefening kerkleerbeheersing kan het nuttig zijn om de cursisten de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis te laten herhalen. Zo leren ze deze beginselen beter in de klas en in de praktijk toepassen.

Hieronder staan enkele manieren waarop u uw cursisten de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis kunt laten herhalen:

Beginselen uit het hoofd opzeggen. Vraag de cursisten om de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis uit het hoofd op te zeggen. Ze kunnen de beginselen ook in hun studiedagboek noteren. Als de cursisten hulp nodig hebben, kunnen ze alinea 4 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023) raadplegen. U kunt ook hints geven, zoals een invulactiviteit of de eerste letter van elk woord in de verschillende beginselen.

Zinnen aan het juiste beginsel koppelen. Zet de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op het bord. Lees of toon vervolgens verschillende zinnen of zinsneden uit alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing. Vraag de cursisten bij welk beginsel voor het verkrijgen van geestelijke kennis de zin het beste past.

De betekenis uitleggen. Laat verschillende cursisten de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in hun eigen woorden uitleggen. Doe dit bijvoorbeeld door verschillende cursisten naar de verschillende beginselen te vragen, of deel de cursisten in groepjes van drie in en wijs elke cursist een van de beginselen toe. Indien nodig kunnen ze deze beginselen in alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing doornemen, voordat u ze vraagt die uit te leggen.

In maximaal tien woorden samenvatten. Laat de cursisten elk beginsel voor het verkrijgen van geestelijke kennis in maximaal tien woorden samenvatten. Laat enkele cursisten hun samenvatting voorlezen en uitleggen waarom ze die woorden hebben gekozen.

Een afbeelding of pictogram maken. Laat de cursisten een symbool, afbeelding of pictogram maken voor elk van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis. Hun creatie dient overeen te komen met wat de beginselen ons leren. Als de cursisten klaar zijn, laat u ze hun creatie aan anderen tonen en uitleggen.

Herhalen met bespreking van scenario. Geef de cursisten een realistisch scenario en laat ze vervolgens alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing bestuderen. Laat de cursisten leringen uit deze alinea’s opzoeken en bespreken die de persoon uit het scenario kunnen helpen om (1) in geloof te handelen, (2) ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief te onderzoeken, en (3) naar meer inzicht te streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen.

Over eigen ervaringen vertellen. U kunt de cursisten vragen naar hun eigen ervaringen met de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis. Laat ze uitleggen hoe die beginselen hen bij hun eigen vragen of omstandigheden hebben geholpen, of hoe ze de beginselen hebben gebruikt om anderen te helpen.

Eén zinsnede kiezen. Laat iedere cursist zich op een van de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis concentreren. Geef ze de tijd om uit elke alinea over hun beginsel een zinsnede te kiezen die naar hun idee het beste weergeeft wat er in die alinea staat. Laat de cursisten vervolgens door het lokaal lopen en iemand opzoeken die hetzelfde beginsel heeft gekregen, en hun zinsneden met elkaar vergelijken. De cursisten kunnen vervolgens hun klasgenoten opzoeken die de andere twee beginselen hebben gekregen en vertellen welke zinsneden ze hebben gekozen.

Ideeën voor herhaling van Schriftteksten kerkleerbeheersing

Neem gedurende het jaar regelmatig de tijd om de Schriftteksten kerkleerbeheersing die de cursisten bestuderen door te nemen. Zo kunnen uw cursisten de tekstverwijzingen en kerngedachten beter onthouden. Ze kunnen zo de leer in de Schriftteksten kerkleerbeheersing ook beter begrijpen, uitleggen en toepassen. Er staat een lijst met Schriftteksten kerkleerbeheersing en kerngedachten in het Basisdocument kerkleerbeheersing.

Hieronder staan enkele activiteiten die u kunt gebruiken of aanpassen om uw cursisten de Schriftteksten kerkleerbeheersing op verschillende manieren te laten herhalen.

Uit het hoofd leren

Geheugenkaartjes. Laat de cursisten geheugenkaartjes maken met de tekstverwijzing op de ene kant van een strookje papier en de kerngedachte op de andere kant. De cursisten kunnen kaartjes voor meerdere Schriftteksten kerkleerbeheersing op één vel papier maken en de geheugenkaartjes uitknippen. Ze kunnen dan zelfstandig of met een klasgenoot oefenen om de tekstverwijzingen en kerngedachten uit het hoofd te leren. U kunt de herhalingsactiviteit met geheugenkaartjes geregeld doen.

App Kerkleerbeheersing. Gebruik de activiteiten in de app Kerkleerbeheersing. Sluit zo mogelijk uw mobiele apparaat op een beamer of televisie aan om de inhoud van de app te tonen, zodat de cursisten de activiteiten voor uit het hoofd leren klassikaal kunnen doen. U kunt ook cursisten met een mobiel apparaat vragen om de activiteiten in de app in de les of daarbuiten te doen.

Klassikaal opzeggen. Nadat u een tekstverwijzing hebt genoemd, kan de klas de kerngedachte samen opzeggen. U kunt ook een kerngedachte noemen en de klas de bijbehorende tekstverwijzing samen laten opzeggen.

Gerelateerde afbeeldingen. Zoek naar afbeeldingen of tekeningen die met de leringen in de Schriftteksten kerkleerbeheersing te maken hebben. Laat deze afbeeldingen zien terwijl de cursisten oefenen om de tekstverwijzingen en kerngedachten uit het hoofd te leren. U kunt de cursisten ook vragen om zelf afbeeldingen op te zoeken of te maken waarmee ze de teksten uit het hoofd kunnen leren. Als de hele klas dezelfde afbeeldingen gebruikt om bepaalde teksten uit het hoofd te leren, kunt u die afbeeldingen in toekomstige lessen af en toe omhoog houden om na te gaan of de cursisten de kerngedachten en tekstverwijzingen hebben onthouden.

In de juiste volgorde zetten. Toon woorden van de tekstverwijzing en kerngedachte in willekeurige volgorde en laat de cursisten ze in de juiste volgorde zetten.

Eerste letters. Toon alleen de eerste letter van elk woord van de tekstverwijzing en kerngedachte en laat de cursisten proberen de tekstverwijzing en kerngedachte correct op te zeggen. Laat steeds meer letters weg naarmate de cursisten de tekstverwijzing en kerngedachte beter leren opzeggen.

Lege plekken invullen. Laat de tekstverwijzing en kerngedachte zien, waarbij enkele woorden zijn weggelaten. Laat de cursisten de tekstverwijzing en kerngedachte opzeggen en de ontbrekende woorden invullen. Laat steeds meer woorden weg naarmate de cursisten de tekstverwijzing en kerngedachte beter leren opzeggen.

Koppelen. Toon meerdere tekstverwijzingen en kerngedachten in twee kolommen. Zet in de eerste kolom de tekstverwijzingen in de juiste volgorde. Zet in de tweede kolom de kerngedachten in willekeurige volgorde. Laat de cursisten vervolgens de juiste tekstverwijzingen en kerngedachten aan elkaar koppelen.

Begrijpen en uitleggen

Kruisverwijzingen. Laat de cursisten meerdere kruisverwijzingen opzoeken die met een Schrifttekst kerkleerbeheersing te maken hebben. Daarna kunnen ze hun klasgenoten vertellen wat ze hebben geleerd, waaronder wat de aanvullende Schriftteksten die ze bestudeerd hebben met de Schrifttekst kerkleerbeheersing te maken hebben. U kunt uitleggen dat sommige kruisverwijzingen bij de Schriftteksten kerkleerbeheersing uit andere standaardwerken komen.

Met Jezus Christus in verband brengen. Laat de cursisten een Schrifttekst kerkleerbeheersing bestuderen en zich afvragen wat die tekst met Jezus Christus te maken heeft. Ze kunnen bedenken en bespreken hoe hun Schrifttekst ze meer inzicht geeft in Jezus Christus, zijn leer of het heilsplan. Ze kunnen ook letten op voorbeelden van hoe de Heiland de waarheid in de tekst onderwees of er een voorbeeld van was.

Eenvoudige uitleg. Laat de cursisten zich voorbereiden om de leer in verschillende Schriftteksten kerkleerbeheersing uit te leggen aan iemand die er niet bekend mee is. Laat ze zich bijvoorbeeld voorstellen dat ze deze leringen uitleggen aan een kind of iemand die geen lid van de kerk is. Laat ze hun uitleg in hun studiedagboek opschrijven en met een klasgenoot delen.

Regel op regel. Toon de cursisten voorbeelden van enkele ‘Regel op regel’-pagina’s uit het tijdschrift Voor de kracht van de jeugd waarin belangrijke woorden of zinsneden uit Schriftteksten geanalyseerd worden. Een voorbeeld van zo’n pagina is ‘Regel op regel: een wachter’. (Voor de kracht van de jeugd, oktober 2022, 32.) Laat de cursisten hun eigen ‘Regel op regel’-pagina maken. Laat ze enkele trefwoorden uit een Schrifttekst kerkleerbeheersing kiezen en daar relevante Schriftteksten, citaten van kerkleiders en definities in verwerken die hun begrip van die kernwoorden verdiepen.

Vragen stellen. Laat de cursisten een Schrifttekst kerkleerbeheersing kiezen die ze beter willen begrijpen. Laat ze de tekst lezen en twee of drie vragen noteren die ze over die tekst hebben. Deze vragen kunnen betrekking hebben op woorden of zinsneden die ze beter zouden willen begrijpen of op het belang van de tekst. Als de cursisten hun vragen hebben opgeschreven, laat u ze in bronnen zoals de app Evangeliebibliotheek, de Gids bij de Schriften of andere studiewijzers naar antwoorden op hun vragen zoeken. Vraag de cursisten wat ze hebben geleerd.

Visuele voorstelling. De cursisten kunnen een tekening, collage, meme, woordkunst, woordwolk of een andere visuele voorstelling maken van de boodschap in een Schrifttekst kerkleerbeheersing. Laat de cursisten dan aan anderen zien wat ze hebben gemaakt en uitleggen wat dat met de Schrifttekst kerkleerbeheersing te maken heeft.

Toepassen

Scenario’s. Bespreek verschillende scenario’s met betrekking tot omstandigheden, moeilijkheden of geestelijke vragen van tieners. Laat de cursisten een of meer Schriftteksten kerkleerbeheersing noemen die volgens hen op het scenario van toepassing zijn en uitleggen hoe deze teksten van nut kunnen zijn.

Over eigen ervaringen vertellen. De cursisten kunnen een Schrifttekst kerkleerbeheersing kiezen die ze onlangs op zichzelf hebben toegepast of meer willen gaan toepassen. Vraag hoe deze leringen ze hebben beïnvloed.

Teksten met je persoonlijke omstandigheden in gedachten bestuderen. Laat de cursisten aan hun eigen omstandigheden, vragen of te nemen beslissingen denken. Laat ze Schriftteksten kerkleerbeheersing opzoeken die in hun situatie van pas komen, en vertellen wat ze nuttig vonden.

Een tiener helpen. Laat de cursisten een poppetje van een tiener tekenen en hun naam, leeftijd, gezinssituatie, en eventuele vragen, problemen of moeilijkheden opschrijven. Laat ze dan Schriftteksten kerkleerbeheersing opzoeken waar deze tiener iets aan kan hebben. Ze kunnen de leer in de gekozen tekst uitleggen en de tiener advies geven.

Een devotional of toespraak voorbereiden. Geef de cursisten de gelegenheid om aan de hand van Schriftteksten kerkleerbeheersing een devotional of korte toespraak voor te bereiden. Plan eventueel dat elke cursist gedurende het semester aan het begin van een les zijn of haar devotional of toespraak presenteert. Help ze om de context van de tekst samen te vatten en de waarheden erin uit te leggen. Vraag de cursisten naar zinvolle ervaringen met of voorbeelden van het toepassen van de waarheden uit de gekozen teksten. Laat ze ook getuigen van de waarheden erin.