Beginselen en richtlijnen realisatie kerkgebouwen

‘De kerk realiseert kerkgebouwen zodat allen die daar komen:

Verbonden kunnen sluiten en hernieuwen middels heilige verordeningen (zie Leer en Verbonden 20:75; 59:9–12).
Bijeen kunnen komen (zie 3 Nephi 18:22–23).
Samen kunnen aanbidden en bidden (zie Mosiah 18:25; Moroni 6:9).
Elkaar kunnen onderwijzen en bedienen (zie Moroni 6:4–5).
Deel kunnen nemen aan ander goedgekeurd gebruik zoals beschreven in [hoofdstuk 35 van het Algemeen handboek].

Kerkgebouwen kunnen er verschillend uitzien, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en behoeften.’ (Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 35.1.) Gebieds- en ringleiders gebruiken de volgende beginselen en richtlijnen om dit doel, overeenkomstig de behoeften van de kerkleden in hun gebied, te verwezenlijken.

NB In deze paragraaf slaat de term ringpresidiums ook op districtspresidiums.

Beginselen

Uniformiteit en aanpassing

De leden van de kerk leven onder uiteenlopende politieke, sociale en economische omstandigheden. Ook de omvang van de wijken en gemeenten alsmede het aantal beschikbare leidinggevenden loopt sterk uiteen. Deze en andere omstandigheden kunnen ertoe leiden dat er bij de realisatie van geschikte kerkgebouwen plaatselijk aanpassingen noodzakelijk zijn.

Alle kerkgebouwen dienen essentiële voorzieningen te hebben die de eredienst en programma’s van de kerk ondersteunen. Daaronder vallen de ruimten voor de eredienst, voor onderwijs en activiteiten. Andere voorzieningen zijn ter beoordeling van het gebiedspresidium. De gebiedsleiders gaan oordeelkundig te werk als ze de door de kerk gehanteerde kerkgebouwontwerpen aan de plaatselijke behoeften en omstandigheden aanpassen.

Een vergaderruimte kan de woning van een lid, een school of wijkgebouw, een gehuurde ruimte, een door de kerk gebouwde of aangekochte ruimte, of nog andere optie zijn, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. Elk van deze opties kan als een geschikte, langetermijnoplossing worden beschouwd. Het gebruik van technologie, zoals audiovisuele apparatuur, kan een dergelijke aanpassing faciliteren.

In ruimte voorzien

Gebieds- en plaatselijke leiders benutten waar mogelijk de kerkgebouwen ten volle en dienen niet overhaast een plan voor aanvullende ruimte in. Er kan worden voorzien in aanvullende ruimte als de toegenomen opkomst de capaciteit van het bestaande gebouw overschrijdt.

Betaalbaarheid

Gebieds- en plaatselijke leiders zoeken een economisch haalbare en duurzame langetermijnoplossing als er behoefte is aan een kerkgebouw. Nieuwe ruimte moet een eerbiedige, waardige en bescheiden uitstraling hebben, en wat vormgeving betreft niet uit de toon vallen bij de omgeving. Ook moet zo mogelijk gebruik worden gemaakt van plaatselijk verkrijgbare materialen, apparatuur en meubels. De procedure voor de realisatie en het onderhoud van een kerkgebouw dient de zelfredzaamheid van de kerk in het gebied te bevorderen.

Richtlijnen

Benutting en nabijheid

Voordat er in meer kerkruimte wordt voorzien, dienen leiders na te gaan of beschikbare kerkgebouwen die binnen een redelijke reistijd vallen volledig worden benut. De kerkgebouwen maken deel uit van het voorraadhuis van de Heer en ringgrenzen zijn hierin van ondergeschikt belang. Facilitaire medewerkers kunnen leiders naar beschikbare ruimte helpen zoeken.

Elk gebied bepaalt hoeveel reistijd naar een kerkgebouw redelijk is voor de leden; dat is doorgaans niet meer dan 30–45 minuten voor het overgrote deel van de leden in een unit. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en kosten kan het gebiedspresidium de eis inzake de reistijd aanpassen aan hun gebied.

Opkomst

Elk gebied bepaalt de grootte en het type kerkgebouw op basis van het aantal actieve leden en de beschikbare opties. Gebieds- en plaatselijke leiders overwegen nieuwbouw alleen als dat een economisch haalbare en duurzame langetermijnoplossing is.

Tiendegetrouwheid

Voordat er een kerk wordt gebouwd of gekocht, moet het percentage actieve volwassenen dat in de desbetreffende kerkunit een volledige tiende betaalt 80 procent of meer zijn van het gemiddelde aantal actieve volwassenen dat in het voorgaande jaar in het gebied (of in het land als het gebied meer dan één land beslaat) een volledige tiende betaalde. Gebiedspresidiums kunnen de tiendegetrouwheidseis ook toepassen op huurpanden of andere opties voor nieuwe kerkruimte.

Masterplan kerkgebouwen

Om de kerk te versterken, stellen gebieden een langetermijnmasterplan op voordat er besloten wordt om kerkruimte toe te voegen of een andere bestemming te geven. Ze dienen die plannen volgens het geldende schema in. Belangrijke bepalende factoren bij deze plannen zijn onder meer: de optimale benutting van bestaande ruimte, de verwachte groei, de locatie van het gebouw, wijzigingen in unitgrenzen, en betaalbaarheid. De behoeften en plannen met betrekking tot een kerkgebouw worden overwogen op gebiedsniveau en in de desbetreffende coördinerende raad.

Andere overwegingen

Ringkantoor en -bijeenkomsten

Doorgaans voorziet een gebied in een ringkantoor als er een nieuwe ring gepland staat en als het kantoor niet in een bestaand gebouw past. Indien mogelijk worden ringconferenties, -activiteiten en -raadsvergaderingen in een kerkgebouw of gehuurde ruimte gehouden. Als de capaciteit van het kerkgebouw of de gehuurde ruimte niet volstaat, kan voor ringbijeenkomsten met audiovisuele apparatuur meer capaciteit worden gecreëerd.

Jaarplan kerkgebouwfaciliteiten

Kerkbouw wordt bekostigd op basis van het Jaarplan kerkgebouwfaciliteiten. Gebiedspresidiums dienen de jaarplannen via de Presiderende Bisschap in bij het budget- en bestedingscomité.

Extra kantoren voor bisschoppen en administrateurs

De volgende richtlijnen bevatten advies voor plaatselijke leiders als zij voor een bestaand kerkgebouw meer kantoren voor bisschoppen en administrateurs overwegen.

Richtlijnen:

Facilitaire medewerkers kunnen meewerken aan een onderzoek naar de benutting en potentiële capaciteit van de bestaande kerkgebouwen.
Voor er extra kantoren worden gerealiseerd, zien leiders erop toe dat er eerst wordt bekeken of de beschikbare klaslokalen en andere ruimten tot kantoor kunnen worden omgebouwd.
Overweeg kantoren voor administrateurs te delen (bv. twee units per kantoor).
Een kantoor dient zo nodig geluiddicht (plafond, muren en deur) te worden gemaakt om de vertrouwelijkheid te beschermen. Dat kan met isolatiemateriaal of een geluidsmaskeringssysteem worden gedaan.

Facilitaire medewerkers hebben voor locaties in de Verenigde Staten en Canada verscheidene kantoorindelingen en kostenramingen voor huidige en verouderde standaardplannen voor kerkgebouwen gemaakt.