‘3. Gedragscode voor zendelingen’, Zendingsnormen voor discipelen van Jezus Christus – servicezending (2021)
‘3. Gedragscode voor zendelingen’, Zendingsnormen voor discipelen van Jezus Christus – servicezending
3
Gedragscode voor zendelingen
3.0
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de gedragsnormen en christelijke eigenschappen van zendelingen beschreven. Er wordt van je verwacht dat je deze normen en eigenschappen in praktijk brengt en ontwikkelt, zodat je een toegewijder discipel van Jezus Christus wordt. Zoals de profeet Moroni heeft gezegd: ‘Want ik denk aan het woord van God dat zegt: Aan hun werken zult u hen kennen; want indien hun werken goed zijn, zijn zij eveneens goed’ (Moroni 7:5).
3.1
Christelijk gedrag
Bid en werk om de christelijke eigenschappen te ontwikkelen die in de Schriften en in de leringen van hedendaagse profeten worden beschreven. Die eigenschappen zijn onder meer dankbaarheid, vriendelijkheid, liefde, nederigheid, geduld, empathie en gehoorzaamheid. Met de hulp van de Heer en je eigen oprechte, ijverige inspanningen kun je christelijke eigenschappen ontwikkelen (zie Mosiah 3:19).
Wees vriendelijk, positief en opbouwend. Heb oog voor ieders omstandigheden. Je bent te gast op de locaties waar je dient en je behoort mensen en locaties met respect en waardering te behandelen.
Respecteer altijd de gewoonten, godsdienstige overtuigingen en gebruiken van anderen terwijl je in de samenleving werkzaam bent. Beledig anderen niet. Bedenk dat wat je tijdens je serviceopdrachten zegt en doet, gehoord, gezien en vastgelegd kan worden. Waar je ook dient, je vertegenwoordigt Jezus Christus en zijn herstelde kerk.
3.2
Tempelwaardig
Zendelingen moeten hun hele zending tempelwaardig zijn.
De Heer Jezus Christus nodigt je uit om je voor te bereiden en je te heiligen; ‘ja, zuiver uw hart en reinig uw handen en uw voeten voor mijn aangezicht, opdat Ik u rein zal kunnen maken’ (Leer en Verbonden 88:74). Een deel van deze voorbereiding houdt ook in dat je, als je je begiftiging hebt ontvangen, je tempelverbonden nakomt.
3.2.1
Tempelverbonden (indien begiftigd)
Als je de tempelverbonden van gehoorzaamheid, offerande en toewijding nakomt, zal dat je helpen om zoals de Heiland te worden.
Blijf tempelwaardig, ook als er geen tempel in je servicezendingsgebied is. Vraag je bisschop en ringpresident om een tempelaanbevelingsgesprek voordat je aanbeveling verloopt.
Voor wie de verbonden van de tempel zijn aangegaan, is het dragen van het garment een heilig voorrecht. Luister naar de Heilige Geest als je nadenkt over jouw persoonlijke beweegredenen om het garment te dragen.
3.2.2
Tempelbezoek
Als er een tempel in de buurt is, word je aangemoedigd om gedurende je zending als bezoeker naar de tempel te gaan. Deze bezoeken kunnen ook een van je toegewezen servicemogelijkheden zijn.
Tempelbezoek mag je andere zendingsopdrachten niet hinderen. Als je in de tempel dient, vervul je opdracht dan waardig, respectvol en eerbiedig. Denk aan het volgende als je naar de tempel gaat:
-
Als je door het tempelpresidium als verordeningswerker bent geroepen, zul je op aanwijzing van het presidium in de tempel dienen.
-
Neem geen fototoestel, mobiele telefoon of lectuur (ook je patriarchale zegen niet) mee de tempel in.
-
Het is niet gepast dat zendelingen in de celestiale zaal samendrommen of in gebed knielen.
-
Door familienamen mee naar de tempel te nemen, kun je Israël aan de andere kant van de sluier helpen vergaderen en je tempelbezoek verrijken.
3.3
De wet van kuisheid
Een belangrijk aspect van tempelwaardig zijn, is de wet van kuisheid gehoorzamen. Doe je uiterste best om jezelf tegen seksuele verleiding te beschermen, want je wilt je heilige verbonden niet overtreden. Dingen doen waarmee je de wet van kuisheid overtreedt, kunnen in sommige landen zelfs tot strafrechtelijke vervolging leiden.
Je moet elke gedachte of daad mijden die je van de Geest afzondert. Dat houdt in, maar is niet beperkt tot: overspel; ontucht; homoseksuele handelingen; orale seks; seksuele gevoelens opwekken; ongepast aanraken; berichten, afbeeldingen of video’s versturen of ontvangen die onzedelijk of seksueel van aard zijn; masturbatie; en pornografie bekijken of gebruiken. Zie Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], ‘Bekering’, 13–16, voor meer informatie.
Als je het moeilijk vindt om deze normen na te leven, vraag de Heer dan om hulp en spreek meteen met je ringpresident.
3.3.1
Pornografie mijden
Er zijn veel soorten pornografie. Denk van tevoren goed na en maak verstandige keuzes, zodat je pornografie uit de weg kunt gaan. Als je er toch mee wordt geconfronteerd, wend je ogen dan af, schakel het toestel uit of loop weg.
Gebruik de volgende tips om pornografie te mijden:
-
Mijd websites, publicaties en plekken waar de kans groot is dat je suggestieve dingen of pornografie zult horen, lezen of zien.
-
Word je bewust van de momenten dat je het meest in de verleiding komt om technologie ongepast te gebruiken, bijvoorbeeld als je moe bent of je verveelt.
-
Besluit vooraf wat je in dergelijke situaties gaat doen. Je servicezendingsleiders kunnen je daarbij helpen. Je kunt ook meer informatie vinden op ChurchofJesusChrist.org/addressing-pornography.
Iedereen die pornografie wil mijden of een verslaving wil overwinnen, kan hulp en genezing vinden in de verzoening van Jezus Christus. Als je het moeilijk hebt, praat dan met je ringpresident. Hij zal je liefdevol raad en steun geven.
3.4
Eerlijkheid
Ons is geboden eerlijk te zijn. Om de tempel te mogen betreden, moet je eerlijk in je omgang met anderen zijn. Eerlijk zijn, houdt onder meer in:
-
De waarheid vertellen, in het bijzonder aan je servicezendingsleiders en je ringpresident over je gedrag, getuigenis, werkethos, en je emotionele en lichamelijke gezondheid.
-
In je wekelijkse rapporten verslag doen van je dienstverlening en hoe je je tijd gedurende de week hebt besteed.
-
Betrouwbaar zijn en nooit een verkeerd beeld van of verkeerde informatie over iemand of je serviceopdracht geven.
-
Anderen respecteren door niet zonder toestemming dingen te lenen, te pakken of te gebruiken (zoals kleding, boeken, elektronische apparaten en sieraden).
3.5
Omgaan met anderen
De Heiland leerde: ‘Dit is mijn gebod, dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb’ (Johannes 15:12). Kies ervoor om het voorbeeld van de Heiland te volgen, en beleefd te handelen op manieren die veilig en gepast voor de situatie zijn.
3.5.1
Algemene normen voor omgang met familie en vrienden
Wees een steun en een goed voorbeeld voor je familie en vrienden. Vertel inspirerende gebeurtenissen die je op je zending beleeft.
Familieleden moeten je wellicht helpen met lichamelijke noden, vervoer of op andere manieren om van je zending een succes te helpen maken. Je leven thuis zal tijdens je zending enigszins veranderen. Jij en je familie zullen offers moeten brengen om je zending zo zinvol en productief mogelijk te maken.
3.5.2
Algemene normen voor omgang met volwassenen
Laat zien dat je betrouwbaar bent en bouw hechte relaties op met de mensen die je dient. Wees professioneel en vriendelijk. Houd je aan de volgende normen:
-
Voorkom situaties die lichamelijk of geestelijk gevaarlijk kunnen worden of die verkeerd begrepen kunnen worden.
-
Flirt niet en ga met niemand ongepast om.
-
Gebruik geen grove taal. Gebruik geen slang. Gebruik gepaste aanspreektitels. Gebruik bijvoorbeeld de titel ‘elder’ of ‘zuster’ als je het over andere servicezendelingen en servicezendingsleiders hebt om daarmee respect voor hun roeping te tonen.
3.5.3
Algemene normen voor omgang met kinderen en kwetsbare volwassenen
Voor je eigen veiligheid en de veiligheid van kinderen en kwetsbare volwassenen dien je je strikt aan de volgende normen voor het samenwerken met deze groepen te houden:
-
Wees onder geen beding alleen met kinderen of kwetsbare volwassenen.
-
Pas niet op hen, kleed ze niet aan, dien ze geen medicijnen toe, en zorg niet voor hun persoonlijke hygiëne.
-
Dien ze alleen als er een andere verantwoordelijke volwassene bij is. Houd je aan de veiligheidsmaatregelen van de kerk of de liefdadigheidsorganisatie waar je werkzaam bent.
-
Als je met hen in een liefdadigheidsorganisatie samenwerkt, moet je wellicht eerst een antecedentenonderzoek ondergaan.
Kwetsbare volwassenen zijn mensen met een mentale of lichamelijke beperking die niet in staat zijn een situatie in te schatten en zich tegen mishandeling, misbruik, verwaarlozing of uitbuiting te beschermen. Kwetsbare volwassene is ook van toepassing op vluchtelingen die de taal- of cultuurverschillen misschien niet begrijpen.
3.5.4
Algemene normen voor omgang met onderwijszendelingen
Als lid van de kerk kun je onderwijszendelingen naar hun onderwijsafspraken vergezellen. Je mag jezelf niet als onderwijszendeling presenteren. Draag geen naamplaatje voor servicezendelingen naar onderwijsafspraken. Je mag geen districts- en zoneconferenties voor onderwijszendelingen bijwonen, tenzij de zendingspresident je daarvoor uitnodigt.
3.5.5
Daten
Je mag op zending niet daten. We moedigen je aan een jonge-alleenstaandenwijk te bezoeken en daar aan de activiteiten deel te nemen. Je behoort echter geen dansavond bij te wonen. Je moet oppassen dat je geen activiteiten bijwoont die op daten lijken.
3.5.6
Naamkaartje voor zendelingen dragen
Het is een eer en een voorrecht om het naamplaatje voor zendelingen te dragen. Draag het altijd terwijl je van of naar je zendingsopdracht reist, op je serviceplek en in kerkbijeenkomsten.
Zendingsopdrachten omvatten zendingsbijeenkomsten en -conferenties, tijd om bij je familie te zijn, en kerkopdrachten en liefdadigheidsopdrachten die je thuis doet. Als je vragen hebt over het dragen van een naamplaatje voor zendelingen, stel die dan aan je servicezendingsleiders.
3.5.7
Thuis wonen
In je zendingsoproep ben je als servicezendeling aan je plaatselijke leefgemeenschap toegewezen, en dien je anderen christelijk terwijl je thuis woont.
3.5.8
Baan en opleiding
Een baan en opleiding – voltijds of deeltijds – maakt geen deel uit van een servicezending. Je dient je tijd, talenten, energie en financiële middelen aan je zending te besteden. Dat maakt deel uit van de wet van toewijding.
Je kunt desgewenst aan het instituut en PathwayConnect deelnemen.
3.5.9
Veiligheidsrichtlijnen voor activiteiten
De veiligheidsrichtlijnen voor activiteiten gelden voor jonge alleenstaanden, wat inhoudt dat ze ook op jou als zendeling van toepassing zijn. Er zijn restricties voor activiteiten met overnachtingen, tempelbezoek buiten je toegewezen tempeldistrict, en verre reizen. Dergelijke activiteiten dwingen je servicezendingsleiders hun planning aan te passen en goedkeuring van aangewezen priesterschapsleiders te krijgen. Je ouders of voogden moeten wellicht het formulier Toestemming en medische gegevens invullen voordat je kunt deelnemen.
3.6
Ontspanning en amusement
Kies activiteiten die opbouwend zijn en je helpen ontspannen. Doe, in overleg met je arts, aan lichaamsbeweging en houd je lichaam en geest fit voor je dienstverlening. Mijd recreatieve activiteiten die blessures of extreme vermoeidheid kunnen veroorzaken.
3.6.1
Spelletjes, films en televisie
Activiteiten, zoals onschuldige videospelletjes, films en televisieprogramma’s, in de uren dat je geen serviceopdracht hebt, zijn met toestemming van je ringpresident en servicezendingsleiders toegestaan.
Dergelijke activiteiten mogen je persoonlijke voorbereiding, studie of servicetijd niet in de weg staan. Mijd alles wat de Geest verjaagt. Vraag je telkens af of het dragen van je naamplaatje bij dit soort activiteiten gepast is.
3.6.2
Aanwezigheid in wijk en instituut
Tijdens je zending blijft je lidmaatschapskaart in je thuiswijk. Als er in je regio een wijk voor jonge alleenstaanden is, mag je daar naar de kerk gaan.
We moedigen je aan om aan instituutslessen en -activiteiten deel te nemen. Je kunt ook deelnemen aan activiteiten voor jonge alleenstaanden die door je wijk of ring georganiseerd worden, zoals thuisavondactiviteiten, tempelreizen, devotionals, spelletjes en picknicks, uitgezonderd dansavonden.
3.6.3
Culturele en recreatieve activiteiten
Vergeet niet dat je een zendeling bent. Je bezigheden moeten altijd nuttig, opbouwend en in overeenstemming met de normen in dit handboek zijn.
Wees verstandig en neem geen risico’s als je aan recreatieve activiteiten deelneemt. Op zending mag je niet aan activiteiten met een verhoogd risico deelnemen.
Je mag met andere servicezendelingen sociale activiteiten bijwonen als die je serviceopdrachten niet in de weg staan. Deze activiteiten worden wel met inachtneming van de servicezendingsnormen gehouden en mogen nooit een overnachting inhouden.
Je kunt na je servicezendingsleiders en je toezichthouder op de servicelocatie in kennis te hebben gesteld met je familie op vakantie gaan. Stel samen met je zendingsleiders een plan op om je zendingsbeleving op je vakantie te verbeteren.
3.6.4
Muziek
Luister naar muziek die in overeenstemming is met je heilige roeping. Muziek moet gebruikt worden om de Geest uit te nodigen, je beter op je werk te kunnen concentreren en je gedachten en gevoelens op de Heiland te richten.
Luister niet naar muziek die immoraliteit aanmoedigt, geweld verheerlijkt, aanstootgevend taalgebruik gebruikt of je geestelijke gevoeligheid afstompt door de maat, de instrumentatie, het volume, de tekst of de intensiteit.
3.6.5
Elektronica en computers
Al het gebruik van elektronische apparaten en media, inclusief mobiele telefoons en computers, dient in overeenstemming met de evangeliebeginselen te zijn. Het gebruik van elektronica mag op geen enkele manier afbreuk doen aan de geest en roeping van je zending.
Wijs alles af wat vulgair, immoreel, gewelddadig of pornografisch is. Gebruik je mobiele telefoon niet tijdens serviceopdrachten.
3.6.6
Media
Sociale media kunnen een doeltreffende manier zijn om te delen hoe je als zendeling de Heiland volgt. Posts over activiteiten die niets met je zending te maken hebben, dienen altijd de waardigheid van je zendingsoproep te weerspiegelen.
Kies verstandig als je media gebruikt. Alles wat je leest, waar je naar luistert of naar kijkt, heeft invloed op je. Gebruik alleen media die opbouwen.
Let goed op wat je aan persoonlijke informatie en afbeeldingen via de technologie doorgeeft. Bescherm zo jezelf en anderen. Zet ‘elder’ of ‘zuster’ niet in de naam van je account. Zet niets op het internet of in een bericht wat je in het openbaar ook niet zou zeggen. Praat niet over je politieke opvattingen. Houd je aan de wet op het uitwisselen van muziek, films en ander auteursrechtelijk beschermd materiaal. Doe niet alsof je eigen berichten officiële bekendmakingen van de kerk zijn.
Als je te veel tijd aan het internet, een mobiel apparaat of andere media besteedt, kan dat je ervan weerhouden om je servicezendingsschema en serviceopdrachten uit te voeren.
Als je niet zeker weet wat gepast is om naar te kijken of te luisteren, bespreek het dan met je ouders, bisschop, ringpresident of servicezendingsleiders. De Heilige Geest zal je de kracht geven om goede keuzes te maken.
3.7
Uitzonderingen op het beleid
Elke uitzondering op de normen die in deze zendingsnormen worden uitgelegd, is niet iets dat door je ringpresident, bisschop, ouders of servicezendingsleiders alleen kan worden besloten. Als je van mening bent dat een uitzondering in overweging moet worden genomen, praat dan met je ringpresident en servicezendingsleiders over je beweegredenen. Servicezendingsleiders kunnen je verzoek vervolgens aan het servicezendingskantoor voorleggen.
3.8
Communicatie met servicezendingsleiders, priesterschapsleiders en toezichthouder op de servicelocatie
Als zendeling leg je verantwoording aan de Heer en je leiders af. Dat doe je door geregeld zendingsrapporten in te leveren. Die rapporten kunnen bestaan uit:
-
Je zendingsopdrachten en -schema
-
Je lichamelijk en emotioneel welzijn
-
Je geestelijke ervaringen en ontwikkeling
-
Je recente successen en hindernissen
Je dient je toezichthouder op je servicelocatie en je servicezendingsleiders te verwittigen wanneer je je serviceopdracht niet kunt uitvoeren. Dat dien je zo mogelijk ruim van tevoren te doen.
Gebruik op zending je toegewezen e-mailaccount in plaats van persoonlijke accounts.