Handelingen 16
‘De Heere [had] ons geroepen […] het evangelie te verkondigen’
In zijn laatste woorden tot zijn apostelen gebood de Heiland hun: ‘Onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ (Mattheüs 28:19). Paulus en zijn metgezellen boekten opmerkelijke vooruitgang in de vervulling van dit gebod. In deze les leer je de hulp herkennen die de Heiland je wil geven als je je inzet om anderen over zijn evangelie te vertellen.
Met anderen over het evangelie praten
Je herinnert je wellicht dat de Heiland na zijn opstanding zijn apostelen bijeenbracht en hun het volgende gebod gaf: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ (Mattheüs 28:19).
Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd over het gebod van de Heiland om het evangelie te prediken. Je kunt de video ‘Zendingswerk: verkondigen wat u in uw hart voelt’ vanaf tijdcode 2:46 tot 3:30 bekijken of het onderstaande citaat lezen.
Ik heb vaak over deze grote opdracht van de Heiland aan zijn discipelen […] nagedacht en gebeden: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ [Mattheüs 28:19].
Ik heb vaak over deze vraag nagedacht: ‘Hoe kunnen wij als leden en als discipelen van Christus die grote opdracht het beste volbrengen?’
Ik moedig u aan om diezelfde vraag in uw hart en verstand te overwegen.
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Zendingswerk: verkondigen wat u in uw hart voelt’, Liahona, mei 2019, 15–16.)
Denk na over de vraag van ouderling Uchtdorf en over de volgende vragen. Noteer je antwoorden eventueel in je studiedagboek.
-
Hoe groot is je verlangen om anderen over het evangelie te vertellen op een schaal van 1–5? Waarom heb je dit antwoord gegeven?
-
Welke obstakels zijn er als je anderen over het evangelie wilt vertellen?
De apostel Paulus was een zendeling die met zijn prediking grote indruk maakte en veel zielen tot Jezus Christus bracht. In de loop van deze week kom je meer te weten over de gebeurtenissen die tijdens de tweede en derde zendingsreis van Paulus plaatsvonden (zie Handelingen 15:36–41; 16; 17; 18:1–22 en Handelingen 18:23–28; 19; 20; 21:1–15). Op de volgende kaart zie je de reizen van Paulus ingetekend:
Bij het bestuderen van enkele lotgevallen van Paulus tijdens zijn tweede zendingsreis zul je in deze les voorbeelden van de volgende waarheid zien: De Heer kan ons leiden naar mensen die Hij heeft voorbereid om zijn evangelie te ontvangen. Let op influisteringen van de Geest die je kunnen helpen om anderen over het evangelie te vertellen.
Paulus en zijn metgezellen prediken het evangelie in Macedonië
Lees Handelingen 16:6–15 en ga na wat Paulus en zijn metgezellen aan het begin van zijn tweede zendingsreis meemaakten.
-
Wat leer je hieruit over onze hemelse Vader dat je kan helpen om de mensen te vinden die de Heer heeft voorbereid om zijn evangelie te ontvangen?
-
Op welke manier heb je de Heer anderen zien voorbereiden om zijn evangelie te ontvangen? Op welke manier heeft Hij je voorbereid of kan Hij je voorbereiden om mensen te vinden die Hem zoeken?
Bekijk de video ‘Prayer’ (4:12) op ChurchofJesusChrist.org en zie hoe de Heer mensen voorbereidt om zijn evangelie te ontvangen en uit te dragen.
Paulus en Silas worden gevangengezet en blijven prediken
Nadat Paulus en zijn metgezellen Lydia hadden onderwezen en gedoopt, dreef Paulus bij een jonge slavin een boze geest uit (zie Handelingen 16:16–18). Vervolgens werden Paulus en zijn metgezel Silas geslagen en gevangengezet (zie Handelingen 16:19–24). Als je in de gevangenis wordt geworpen omdat je het evangelie predikt, zou je het wel opgeven, zou je denken. Maar Paulus en Silas kregen de kans om anderen te helpen tot Christus te komen.
Lees Handelingen 16:25–36 en ontdek hoe de Heer de gevangenschap van Paulus en Silas veranderde in een kans om het evangelie te prediken.
-
Welke christelijke eigenschappen toonden Paulus en Silas in dit verhaal?
-
Hoe stelden deze eigenschappen hen in staat om het evangelie doeltreffender te verkondigen?
-
Wat heb je uit dit verhaal geleerd dat je kan helpen bij het vinden van mensen die de Heer heeft voorbereid om zijn evangelie te ontvangen?
Toepassen wat je hebt geleerd
Streef naar inspiratie van onze hemelse Vader door de Heilige Geest om te bepalen wat je kunt doen om anderen over het evangelie van Jezus Christus te vertellen. Kies een van de volgende uitnodigingen waarvan je denkt dat die jou het beste zal helpen:
-
Bid elke dag dat de Heer je naar iemand zal leiden die Hij heeft voorbereid om het evangelie te ontvangen.
-
Je kunt eventueel twee namen van vrienden of klasgenoten op school noemen die misschien ontvankelijk zijn voor het evangelie van Jezus Christus. Vraag je hemelse Vader vervolgens hoe je een werktuig in zijn handen kunt zijn om ze tot de Heiland te brengen.
-
Werk met toestemming van je ouders en leiders een paar uur samen met een koppel zendelingen. Vertel de klas er later over.
-
Bedenk zelf iets wat je kunt doen om anderen over het evangelie te vertellen.
Facultatief: Wil je meer weten?
Hoe kan ik op sociale media anderen over het evangelie vertellen?
In de video ‘To Sweep the Earth as with a Flood’ (2:56) spreekt ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen over het gebruik van sociale media om het evangelie te verbreiden. Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.
Stel dat mensen mijn uitnodiging om meer te weten te komen op dit moment afwijzen?
Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Van God hoeft u het herstelde evangelie en de Kerk van Jezus Christus niet te ‘verkopen’. Hij verwacht gewoon van u dat u het niet onder een korenmaat verbergt. En als anderen niets in de kerk zien, is dat hún beslissing. Het betekent niet dat u gefaald hebt. U blijft ze vriendelijk behandelen. En wie weet nodigt u ze ooit nóg een keer uit. Het verschil tussen oppervlakkige sociale contacten en meelevend, moedig discipelschap is: een uitnodiging!
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Uw grote avontuur’, Liahona, november 2019, 88.)
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Zelfs als u een sterk verlangen hebt om het evangelie te verkondigen, bent u misschien niet tevreden met het resultaat van uw inspanningen. U voelt zich misschien zoals mijn vriend die zei: ‘Ik heb met mijn vrienden en familieleden over de kerk gepraat, maar weinigen hebben interesse. Door al die afwijzingen word ik steeds terughoudender. Ik weet dat ik meer moet doen, maar ik weet niet hoe en voel me enorm schuldig.’ […]
Ik raad u aan om u niet meer schuldig te voelen over gebreken die u bij het verkondigen van het evangelie denkt te hebben. Bid liever om gelegenheden zodat u, zoals Alma gezegd heeft, ‘in alle dingen en op alle plaatsen […] als getuige van God op [kunt] treden […] opdat [anderen] door God [zullen] worden verlost en onder de deelgenoten der eerste opstanding [zullen] worden gerekend, [en] het eeuwige leven [zullen] hebben’ [Mosiah 18:9]. Dat is een veel sterkere motivatie dan schuldgevoel.
(Neil L. Andersen, ‘Een getuige van God’, Liahona, november 2016, 36–37.)
Hoe vind ik mensen die ik kan onderwijzen?
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
We moeten bidden om de hulp en aanwijzingen van de Heer zodat wij een werktuig in zijn handen kunnen zijn voor iemand die er nu klaar voor is – iemand die Hij nu door ons wil laten helpen. Vervolgens moeten we opletten, zodat we de ingevingen van zijn Geest horen, en dat we er gehoor aan geven als we ons zendingswerk doen.
Die ingevingen zullen we echt krijgen. Wij weten uit talloze getuigenissen dat de Heer op zijn eigen manier en zijn eigen tijd mensen voorbereidt om zijn evangelie te aanvaarden. Die mensen zijn zoekende, en als wij ernaar streven om ze te vinden, zal de Heer hun gebeden verhoren door de onze te verhoren. Hij zal ingevingen en leiding geven aan hen die ernaar verlangen, en er oprecht naar streven, om leiding te ontvangen in de vragen waar, wanneer en wie zij over het evangelie moeten vertellen.
(Dallin H. Oaks, ‘Anderen over het evangelie vertellen’, Liahona, januari 2002, 8.)