Test je kennis 9
1 Korinthe 8–16 en 2 Korinthe
In deze les evalueer je de doelen die je jezelf hebt gesteld en de persoonlijke groei die je bij het bestuderen van het Nieuwe Testament hebt doorgemaakt.
Mogelijke leeractiviteiten
In deze les krijg je gelegenheid om te beoordelen wat je hebt geleerd en hoe je de beginselen in 1 Korinthe 8–16 en 2 Korinthe hebt toegepast. Door te bekijken wat je hebt geleerd, kun je zien in hoeverre je Schriftstudie je helpt om meer op de Heiland te gaan lijken.
Je doelen evalueren
Raad eens hoeveel gedrukte pagina’s met Schriftuur de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde bij elkaar bevatten.
-
Waarom denk je dat de Heer ons zoveel bladzijden aan Schriftuur heeft gegeven?
-
Hoe kun je laten zien dat je dankbaar bent voor zijn woord?
Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom de Heer zoveel van zijn woorden in de Schriften heeft gegeven. Lees het volgende citaat of bekijk ‘The Blessings of Scripture’ (3:03) op ChurchofJesusChrist.org.
Bedenk eens hoe groot deze zegen is: we hebben […] een zo grote hoeveelheid heilige Schriftuur. […] En dat niet alleen, bovendien kan iedere man, vrouw en kind zijn of haar eigen exemplaar van deze gewijde teksten bezitten en bestuderen, meestal nog in hun moedertaal ook. […] De Heer wil ons met deze zegen vast en zeker duidelijk maken dat we, meer nog dan voorheen, onze toevlucht moeten nemen tot de Schriften. Mogen wij ons voortdurend vergasten aan de woorden van Christus, die ons alle dingen zullen zeggen die wij behoren te doen (zie 2 Nephi 32:3).
(D. Todd Christofferson, ‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2010, 35.)
-
Waarom zou onze behoefte om ‘onze toevlucht [te] nemen tot de Schriften’ nu veel groter zijn dan voorheen?
-
In welke persoonlijke behoeften voorzien de Schriften voor jou, of zouden ze kunnen voorzien?
Neem even de tijd om over je persoonlijke Schriftstudie na te denken. Bespreek met je hemelse Vader hoe je Schriftstudie in je behoeften voorziet en of je dingen anders moet doen. Misschien moet je consequenter in je dagelijkse Schriftstudie zijn of er meer van leren. Schrijf op wat je denkt anders te moeten doen. Je kunt je ouders, je seminarieleerkracht of een kerkleider vragen om je met je Schriftstudiedoelen te helpen.
Vertrouw op de Heiland en vraag Hem om hulp
Toen Paulus aan de heiligen in Korinthe schreef, richtte hij zich op de manieren waarop Jezus Christus ons zegent en helpt. Enkele voorbeelden: ons uitkomst geven uit verzoeking (zie 1 Korinthe 10:13), ons helpen om naastenliefde te ontwikkelen (zie 1 Korinthe 13), ons door de opstanding uit de dood opwekken (zie 1 Korinthe 15), ons uitnodigen om met Hem te worden verzoend (zie 2 Korinthe 5:16–21 ; 7:1–10), en ons de kracht geven om getrouw moeilijkheden te doorstaan (zie 2 Korinthe 11 – 12).
Neem even de tijd om Schriftteksten die je in 1 Korinthe 8–16 en 2 Korinthe hebt gemarkeerd of aantekeningen die je bij die gedeelten hebt gemaakt door te nemen voor zover die je hebben geholpen om meer over de Heiland te weten te komen of op Hem te vertrouwen.
Bereid een boodschap van 3 tot 5 minuten voor over hoe Jezus Christus jou helpt. Verwerk daarin de volgende punten:
-
Een of meer Schriftteksten uit 1 Korinthe 8–16 of 2 Korinthe die je aanspraken.
-
Een uitleg van wat deze passages leren over hoe de Heiland je helpt en sterkt.
-
Een persoonlijke ervaring of een voorbeeld uit de Schriften waarin Jezus Christus helpt op de manier die in die passages wordt onderwezen.
-
Hoe je anderen kunt aanmoedigen om de hulp en kracht van de Heiland te ontvangen.
Familiegeschiedenis, tempelwerk en de opstanding
Activiteit A: Deelnemen aan familiegeschiedenis en tempelwerk
In een eerdere les heb je misschien 1 Korinthe 15:29 bestudeerd. Bedenk wat de opstanding van de Heiland voor je voorouders betekent. Bekijk deze video terwijl je daarover nadenkt.
Bij je studie van 1 Korinthe 15:29 heb je misschien een plan opgesteld om aan familiegeschiedenis en tempelwerk deel te nemen. Zo ja, neem dan even de tijd om je plan door te nemen en na te denken over wat je hebt gedaan om dat plan uit te voeren. Zo niet, bedenk dan nu een plan om je voorouders alle zegeningen van het evangelie van Jezus Christus te laten genieten.
Rapporteer over je plan.
Als je een plan hebt opgesteld, vertel dan wat er goed is gegaan en welke obstakels je bent tegengekomen. Zijn er aanpassingen die je hemelse Vader je misschien wil laten doorvoeren? Hoe zullen die aanpassingen je helpen?
Als je geen plan hebt opgesteld, vertel je wat je wilt doen en waarom. Wat zou je plan voor jou en anderen betekenen als je het uitvoert?
Beantwoord een van deze vragen:
-
Hoe laat je deelname aan familiegeschiedenis en tempelwerk je geloof in de opstanding zien?
-
Hoe heeft je deelname aan familiegeschiedenis en tempelwerk eraan bijgedragen dat je je dichter bij je hemelse Vader voelt en meer op Jezus Christus bent gaan lijken?
Activiteit B: De leer van de verzoening van de Heiland uitleggen
-
Waarom is de opstanding van de Heiland een essentieel onderdeel van zijn verzoening?
-
Wat heb je in 1 Korinthe 8–16 of 2 Korinthe over de opstanding bestudeerd waar je iets aan hebt gehad?
-
Welke keuzes zouden we anders maken als we niet in een letterlijke opstanding geloofden?
-
Waarom ben je dankbaar dat Jezus Christus ons macht geeft over de dood? Hoe kun je je dankbaarheid daarvoor tonen?