Kerkleerbeheersing: Lukas 24:36–39
‘Een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb’
Bij je studie van Lukas 24:1–9, 36–48 heb je over de opstanding van de Heiland geleerd. Met behulp van de Schrifttekst kerkleerbeheersing Lukas 24:36–39 krijg je de leer van de opstanding beter onder de knie door de verwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren, de leer uit te leggen, en de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in een praktijksituatie toe te passen.
Mogelijke leeractiviteiten
Uit het hoofd leren en uitleggen
Je herinnert je vast nog wel dat na het lijden van de Heiland in Gethsémané en zijn dood aan het kruis, zijn lichaam van het kruis werd gehaald en in een graf gelegd. Drie dagen later is Jezus Christus uit de dood opgestaan. Lees de tekst kerkleerbeheersing in Lukas 24:36–39 en onderstreep belangrijke woorden of zinsneden die de Heiland zijn discipelen na zijn opstanding bijbracht.
Stel je voor dat je de volgende vraag voor het gedeelte ‘Vraag en antwoord’ in het tijdschrift Voor de kracht van de jeugd moet beantwoorden. Bedenk wat je in 2–3 zinnen kunt vertellen.
-
Wat is er zo speciaal aan de opstanding van Jezus Christus?
Om deze verwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren, verdeel je een pagina in je studiedagboek in vieren. Schrijf de verwijzing en de zinsneden (zoals hieronder weergegeven) op. Teken eventueel een simpel plaatje of pictogram voor elk van de vier elementen van de tekstverwijzing en de kerngedachte. Oefen met het opzeggen van elk daarvan tot je ze allemaal uit het hoofd kunt opzeggen.
-
Lukas 24:36–39
-
Want een geest
-
heeft geen vlees en beenderen,
-
zoals u ziet dat Ik heb
Toepassing
Neem alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) nog eens kort door. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door te proberen alle drie de beginselen uit het hoofd op te schrijven. Schrijf vervolgens in je studiedagboek hoe je deze beginselen hebt gebruikt of kunt gebruiken.
Oefen nu met de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis en de leer uit Lukas 24:36-39 door het volgende scenario te lezen en de vragen te beantwoorden.
Een goede vriend van je, Jeffrey, heeft ermee ingestemd om de zendelingenlessen bij jou thuis te volgen. Jeffrey en zijn gezin zijn onlangs naar jullie woonplaats verhuisd en hij weet eigenlijk nog niets over Jezus Christus. Jeffrey lijkt zich ongemakkelijk te voelen als hij over het heilsplan en de rol van Jezus Christus hoort, maar hij zegt niets. Later, als de zendelingen weg zijn, zegt hij dat hij niet in de opstanding en een leven na de dood gelooft.
-
Wat kun je doen of zeggen om Jeffrey duidelijk te maken dat je hem wilt helpen?
-
Welke vragen kun je stellen om beter te begrijpen wat Jeffrey gelooft of wat zijn achtergrond is?
-
Hoe kun je Jeffrey met behulp van elk van de drie beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis helpen?
In geloof handelen
-
Hoe kun je in deze situatie in geloof handelen?
-
Wat kun je aan Jeffrey over in geloof handelen vertellen? Waarom is dit een belangrijke stap om antwoorden op zijn vragen te vinden?
Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken
-
Welke vragen kun je Jeffrey stellen of van welke eeuwige waarheden kun je getuigen als je probeert hem zijn bezwaren vanuit een eeuwig perspectief te laten bekijken?
-
Hoe kan dat Jeffrey helpen om dit vanuit een eeuwig perspectief te bekijken?
-
Waardoor ben je de opstanding van de Heiland en de rol daarvan in het heilsplan beter gaan begrijpen?
Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen
-
Welke Schriftteksten uit Lukas 24 kun je gebruiken als je op Jeffrey reageert? Welke andere bronnen kun je raadplegen voordat je reageert? (Een deel van het materiaal dat je in de vorige les over Lukas 24 hebt bestudeerd, zou van nut kunnen zijn.)
-
Waar zou je Jeffrey naar verwijzen als hij zelf meer wilde bestuderen?