Mattheüs 28; Lukas 24; Johannes 20

Getuigen van de herrezen Heiland

Jezus Christus verscheen na zijn opstanding aan veel mensen en groepen. In deze les bestudeer je de ervaringen van enkele van die getuigen, waardoor je getuigenis dat de Heiland leeft, sterker kan worden.

Getuigenissen van Jezus Christus bespreken. Zoek naar gelegenheden om getuigenissen van Jezus Christus te bespreken, waaronder getuigenissen van apostelen en profeten. Dan nodig je de Heilige Geest uit om van de waarheid te getuigen.

Voorbereiding van de cursist: vraag de cursisten om Ether 12:5–9 te lezen met deze vraag in gedachten: Hoe kun je weten dat Jezus Christus leeft terwijl je Hem niet ziet?

Mogelijke leeractiviteiten

Geloven zonder te zien

Zorg ervoor dat de cursisten aan het eind van de les voldoende tijd hebben om hun getuigenis van Jezus Christus te geven.

Bekijk de volgende afbeelding van de herrezen Heiland die uit het graf komt. Noteer in je studiedagboek wat je kunt zeggen tegen iemand die aan deze uiterst belangrijke gebeurtenis twijfelt. Over welke verslagen van de opstanding van de Heiland in de Schriften kun je bijvoorbeeld vertellen?

• Waarom denk je dat de Heer het belangrijk vindt dat we allemaal een eigen getuigenis krijgen dat Hij leeft?

Denk na over jouw getuigenis dat Jezus Christus leeft en hoe je gezegend kunt worden als je dat getuigenis versterkt. Als we de woorden bestuderen van mensen die weten dat de Heiland leeft, kan dat ons geloof in Hem versterken, zelfs als anderen om ons heen twijfelen. Let vandaag bij je studie op ingevingen van de Heilige Geest die de waarheid van deze verhalen in je hart en je verstand bevestigen.

Getuigen in het Nieuwe Testament

Bestudeer minstens één van de volgende verhalen uit het Nieuwe Testament over mensen die de herrezen Heiland zagen. Noteer vervolgens je antwoorden op de twee vragen, evenals andere gedachten en ingevingen die je krijgt.

U kunt op verschillende plekken in het lokaal afbeeldingen plaatsen die de volgende vier verslagen en de bijbehorende tekstverwijzingen voorstellen. Laat de cursisten elke plek individueel of in groepjes bezoeken en de bijbehorende verslagen bestuderen.

Afhankelijk van de behoeften van de cursisten kunnen ze ook meer tijd aan één van de volgende verslagen besteden, in plaats van alle vier de verslagen in het kort te bestuderen. In ‘Aanvullende leeractiviteiten’ staan enkele ideeën om deze verhalen te bestuderen.

1. Getrouwe vrouwen: Mattheüs 28:1–10

2. Twee discipelen op de weg naar Emmaüs: Lukas 24:13–35

3. Maria Magdalena: Johannes 20:11–18

4. Thomas: Johannes 20:24–29

• Wat heb je geleerd waardoor je geloof dat Jezus Christus leeft wordt versterkt?

• Wat heb je door zijn omgang met deze persoon of deze mensen over de Heiland geleerd?

Andere getuigen uit de Schriften

Je getuigenis van de Heiland kan nog sterker worden als je meer getuigen in andere Schriftteksten bestudeert. Bestudeer minimaal een van de volgende Schriftteksten. Noteer vervolgens je antwoorden op de twee vragen, evenals andere gedachten en ingevingen die je krijgt.

Merk op dat elk van deze passages een Schrifttekst kerkleerbeheersing bevat. U kunt de cursisten aansporen deze te markeren, zodat ze die gemakkelijk kunnen herkennen.

1. Mensen in het oude Amerika kort na de opstanding van de Heiland: 3 Nephi 11:8–17

2. Joseph Smith en Sidney Rigdon: Leer en Verbonden 76:19–24

• Hoe kan wat je leest je geloof versterken dat Jezus Christus leeft?

• Wat heb je nog meer over Jezus Christus geleerd?

Hedendaagse getuigen

Een andere essentiële manier om je getuigenis te versterken dat Jezus Christus leeft, is door het getuigenis te bestuderen van hedendaagse ‘bijzondere getuigen van de naam van Christus in de gehele wereld’ ( Leer en Verbonden 107:23), de geordende apostelen in onze tijd.

U kunt de volgende uitspraken door het getuigenis van andere levende apostelen vervangen.

Bekijk eventueel de video ‘Kom tot Mij’ (vanaf tijdcode 16:18 tot 16:47) en de video ‘The Only True God and Jesus Christ Whom He Hath Sent’ (2:26), beide beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org. Of lees de uitspraken van president Eyring en ouderling Holland, twee hedendaagse getuigen van Jezus Christus.

President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft getuigd:

Ik ben een getuige van de opstanding van de Heer, net zo zeker alsof ik daar die avond met de twee discipelen in het huis op de weg naar Emmaüs was geweest. Ik weet net zo zeker dat Hij leeft als Joseph Smith dat wist toen hij de Vader en de Zoon zag in het licht van een stralende morgen in een bos in Palmyra.

Dit is de ware kerk van Jezus Christus.

(Henry B. Eyring, ‘Komt tot Mij’, Liahona, mei 2013, 25.)

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd:

Ik getuig dat Jezus Christus de letterlijke, levende Zoon van onze letterlijke, levende God is. […] Ik getuig dat Hij letterlijk opstond uit het graf en dat Hij, nadat Hij voor het afronden van die herrijzenis naar zijn Vader was opgevaren, herhaaldelijk verscheen aan honderden discipelen in de oude en de nieuwe wereld. Ik weet dat Hij de Heilige Israëls is, de Messias die ooit in zijn uiteindelijke heerlijkheid zal terugkeren om als Koning der koningen en Heer der heren op aarde te regeren.

(Jeffrey R. Holland, ‘De enige waarachtige God en Jezus Christus, die Hij gezonden heeft’, Liahona, november 2007, 42.)

• Waarom denk je dat de Heiland ons naast zijn getuigen van destijds ook hedendaagse getuigen heeft gegeven?

Jouw getuigenis

Lees Johannes 20:29 en let op waarheden die Jezus Christus Thomas over het verkrijgen van een getuigenis bijbracht.

• Wat leer je uit dit vers over het ontwikkelen van je getuigenis van Jezus Christus?

We kunnen uit de leringen van de Heiland in dit vers onder meer leren dat we zalig zijn (oftewel gezegend worden) als we ervoor kiezen om te geloven dat Jezus Christus leeft, ook al hebben we Hem niet gezien.

Geef de cursisten de rest van de les de tijd om van de levende Heiland te getuigen. Kies uit de volgende vragen of gebruik andere methoden om de cursisten te laten nadenken en hun getuigenis te geven.

U kunt de cursisten vragen hun getuigenis in hun studiedagboek te schrijven, of klassikaal een lofzang zingen voordat ze hun getuigenis geven.

Voeg jouw getuigenis van de Heiland toe aan de getuigenissen die je vandaag hebt bestudeerd. Een manier om dat te doen, is door antwoorden op vragen zoals de volgende in je studiedagboek te schrijven.

• Wat voor bewijs heb je in jouw leven en dat van anderen gezien dat Jezus Christus leeft?

• Wanneer heb je gevoeld dat de Heilige Geest van de realiteit van Jezus Christus getuigde?

• Wat voor advies zou je geven aan iemand die nog niet zeker weet of hij of zij gelooft dat de Heiland leeft?

Toelichting en achtergrondinformatie

Waarom vertoonde het herrezen lichaam van Jezus wonden van de kruisiging?

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven:

Hoewel de kracht van de opstanding de wonden van de kruisiging volledig had kunnen genezen en zijn lichaam als nieuw had kunnen maken – en eens zal dat ongetwijfeld ook gebeuren – koos Christus er toch voor om die wonden te behouden, met een reden: onder andere voor zijn verschijning in de laatste dagen waarin Hij die tekens zal laten zien en zal openbaren dat hij ‘geslagen [is] in het huis van hen die [Hem] liefhebben’ [ Zacharia 13:6 ; Leer en Verbonden 45:52 ].

De wonden in zijn handen, voeten en zijde zijn tekens dat zelfs de reine en volmaakte in het sterfelijk leven pijnlijke ervaringen moet ondergaan, tekens dat beproevingen geen aanwijzing zijn dat God niet van ons houdt. Het is een belangrijk en hoopvol feit dat het de gewonde Christus is die ons komt redden.

(Jeffrey R. Holland, Christ and the New Covenant, [1997], 258–259.)

Johannes 20:17 . Wat bedoelde de Heiland toen Hij tegen Maria Magdalena zei: ‘Houd Mij niet vast’?

Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:

In de King Jamesvertaling van de Bijbel staat dat Jezus zei: ‘Touch me not’ [Raak Mij niet aan]. In de Bijbelvertaling van Joseph Smith staat ‘Hold me not’ [Houd Mij niet vast]. In verschillende vertalingen vanuit het Grieks staat ‘Klamp u niet vast aan Mij’ of ‘Houd Mij niet vast’. In sommige vertalingen staat ‘Klamp u niet meer vast aan Mij’ of ‘Houd Mij niet meer vast’. Sommige vertalingen leiden dus tot de conclusie dat Maria Hem al vasthield. We hebben reden om aan te nemen dat de herrezen Heer tegen Maria wilde zeggen: ‘U kunt Mij niet hier houden, want Ik ga naar mijn Vader.’

(Bruce R. McConkie, The Mortal Messiah: From Bethlehem to Calvary [1981], deel 4, 264.)

Welke video’s zijn beschikbaar om een beeld te krijgen bij de verschijningen van de herrezen Heiland?

Je kunt de volgende video’s bekijken (beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org):‘Jesus Is Resurrected’ (4:05)

‘Christ Appears on the Road to Emmaus’ (3:32)

‘Blessed Are They That Have Not Seen, and Yet Have Believed’ (2:29)

Aanvullende leeractiviteiten

Alternatief begin van de les

Aan het begin van de les kunt u een cursist vragen om de naam te noemen van iemand die hij of zij goed kent, maar die de klas en leerkracht nog nooit hebben ontmoet. Doe dan luchthartig alsof u aan het bestaan van die persoon twijfelt. Stel de cursist vragen als: Kan iemand anders in deze klas bevestigen dat deze persoon bestaat? Als genoeg van ons het niet eens zijn met wat je ons hebt verteld, zou je dan gaan twijfelen of die persoon wel bestaat?

Laat de cursisten zich vervolgens afvragen hoe ze zouden reageren op iemand die aan het bestaan van Jezus Christus twijfelt.

De weg naar Emmaüs

Als de cursisten meer tijd aan het verslag in Lukas 24:13–35 besteden, kunt u de volgende vragen stellen:

• Waarom zou de Heiland de Schriften gebruiken om de discipelen zijn zending beter te laten begrijpen?

• Welke Schriftteksten kun je gebruiken om een vriend(in) de zending van de Heiland beter te laten begrijpen?

• Hoe beschreven de discipelen hun gevoelens in vers 32 ? Waardoor voelden de discipelen zich zo? Hoe zou jij ingevingen van de Heilige Geest beschrijven?

• Waarom is het opmerkelijk dat de discipelen de Heiland ‘bij het breken van het brood’ herkenden? ( Vers 35 .) Hoe kan dat op ons van toepassing zijn?

Kiezen om te geloven

Laat de cursisten in Johannes 20:1–8 nagaan wat Johannes deed toen hij hoorde wat Maria Magdalena had meegemaakt. (Merk op dat Johannes zichzelf in dit gedeelte ‘de andere discipel’ noemt.)

Laat de cursisten de reactie van Johannes in Johannes 20:8 vergelijken met de uitspraak van Thomas in Johannes 20:24–25 . Stel daarna de volgende vragen:

• Kun je een paar voorbeelden noemen van iets dat je gelooft zonder tastbaar bewijs nodig te hebben?

• In welke opzichten ben je gezegend omdat je ervoor koos om zonder tastbaar bewijs te geloven? (Zie Johannes 20:29 .)

• Hoe kun je je geloof in ware dingen die je nog niet kunt zien, versterken? (Zie Alma 32:16–21 ; Ether 12:6 .)