Mattheüs 18:11–14
Het mededogen van onze hemelse Vader en Jezus Christus
Jezus Christus maakte duidelijk dat Hij en onze hemelse Vader liefde en zorg hebben voor iedereen. Deze les is bedoeld om je te laten voelen dat je hemelse Vader en Jezus Christus meelevend zijn en elke verloren ziel willen verlossen.
Mogelijke leeractiviteiten
De aard van onze hemelse Vader en Jezus Christus
-
Welke van de volgende uitspraken beschrijft volgens jou het best hoe je hemelse Vader en Jezus Christus denken over hen die gezondigd hebben?
-
Het is frustrerend voor Hen om zondaars te vergeven, maar Ze zullen dit doen als we oprecht berouw tonen.
-
Ze zouden liever hebben dat we berouw tonen zodat Ze ons kunnen vergeven, maar Ze zijn tevreden met wat we ook kiezen.
-
Ze voelen grote vreugde als Ze zondaars vergeven die zich bekeren.
-
Hoe kan iemands begrip van de aard van onze hemelse Vader en Jezus Christus zijn of haar keuzes beïnvloeden?
Overweeg bij het bestuderen van deze les wat je leert over de aard van onze hemelse Vader en Jezus Christus, en hoe deze kennis je leven kan beïnvloeden.Nadat Hij zijn discipelen had uitgelegd hoe ernstig de zonde is om Gods kinderen iets aan te doen, gaf de Heiland uiting aan zijn barmhartige verlangen om ‘te behouden wat verloren is en om zondaars tot bekering te roepen’ ( Bijbelvertaling van Joseph Smith, Mattheüs 18:11).
Lees in Mattheüs 18:11–14 en wat onze hemelse Vader en Jezus Christus vinden van hen die geestelijk verloren zijn.
-
Welke woorden of zinnen in deze verzen helpen je om de aard van je hemelse Vader en Jezus Christus beter te begrijpen?
-
Hoe kunnen mensen zoal geestelijk verloren raken?
Een van de waarheden die we uit deze verzen kunnen leren, is dat onze hemelse Vader en Jezus Christus medelijdend zijn en verlangen naar redding van hen die geestelijk verloren zijn.
President Dieter F. Uchtdorf, toenmalig lid van het Eerste Presidium, heeft het volgende uitgelegd:
Door de eeuwen heen is deze gelijkenis [van het verloren schaap] vaak opgevat als een oproep aan ons om de verloren schapen terug te brengen en de hand te reiken aan hen die afgedwaald zijn. Hoewel dat zeker gepast en goed is, vraag ik me af of er niet meer achter zit.
Kan het zijn dat Jezus ons vooral iets wilde leren over het werk van de goede Herder?
Kan het zijn dat Hij getuigde van Gods liefde voor zijn eigenzinnige kinderen? […]
Het maakt niet uit hoe u bent afgedwaald – door uw eigen foute keuzes of door omstandigheden waar u geen invloed op had. […]
Omdat Hij van u houdt, zal Hij u vinden. Hij zal u op zijn schouders leggen en Zich verheugen. En als Hij u thuisbrengt, zal Hij tegen iedereen zeggen: ‘Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was’ [ Lukas 15:6 ].
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Hij zal u op zijn schouders leggen en u naar huis dragen’, Liahona, mei 2016, 102.)
-
Waarom zou Jezus Christus willen dat we weten hoe medelevend Hij en onze hemelse Vader zijn?
-
Hoe kan inzicht in hun medelevende aard je op dit moment helpen met je levensomstandigheden?
Bewijs van de medelevende aard van onze hemelse Vader en Jezus Christus
Eén manier waarop wij ons getuigenis van de evangeliebeginselen kunnen versterken, is door te zoeken naar voorbeelden uit het echte leven die de waarachtigheid ervan illustreren. Als je de evangeliebeginselen in het leven van anderen aan het werk ziet, kan de Heilige Geest je hoop en vertrouwen geven dat die beginselen ook jou zullen zegenen. De volgende suggesties kunnen je helpen om levensechte voorbeelden te zien van de waarheid dat je hemelse Vader en Jezus Christus medelevend zijn en verlangen naar de redding van hen die geestelijk verloren zijn.
Zoek in de Schriften naar verhalen die aantonen hoe vergevensgezind en medelevend je hemelse Vader en Jezus Christus zijn. Als je hulp nodig hebt, overweeg dan een of beide van de volgende Schriftpassages te bestuderen: Johannes 8:1–11 ; Alma 36:6–21 .
Je kunt ook één of beide van de volgende video’s bekijken: ‘The Savior Wants to Forgive’ (5:50) en ‘Principles of Peace: Repentance #PrinceofPeace’ (2:57), op ChurchofJesusChrist.org. Deze video’s laten aan de hand van voorbeelden zien hoe Jezus Christus in deze tijd met mededogen en vergevensgezindheid mensen die geestelijk verloren zijn de hand reikt.
-
Wat wil de Heer volgens jou dat je leert van de voorbeelden die je koos?
-
Op welke manieren merkte je dat de Heiland medelijden toonde en hen uitzocht die verloren waren?
Voorbeelden van evangeliebeginselen zoeken in je eigen leven en in het leven van mensen die je kent, kan een bijzonder effectieve manier zijn om aan te voelen dat ze waar zijn.
Beschrijf, zonder persoonlijke details of namen te noemen, iemand die je kent en wiens leven het bewijs is dat je hemelse Vader en Jezus Christus in onze tijd medelevend zijn en zoeken naar hen die verloren zijn.Bedenk hoe deze voorbeelden je getuigenis van de medelijdende aard van je hemelse Vader en Jezus Christus helpen versterken. Bedenk waarom het belangrijk voor je is om dit over Hen te weten.
Toelichting en achtergrondinformatie
Wie stellen de verloren schapen in Mattheüs 18:12–13 voor?
Jesaja legde uit: ‘Wij dwaalden allen als schapen; wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg’ ( Jesaja 53:6 ; cursivering toegevoegd). Daarom staat het verloren schaap dat door de Goede Herder gered moet worden voor ieder van ons.
Wat vindt onze hemelse Vader van hen die Hem proberen te volgen maar steeds weer struikelen?
President Dieter F. Uchtdorf, toenmalig lid van het Eerste Presidium, heeft deze vraag beantwoord. Je kunt de video ‘Vier titels’ bekijken, op ChurchofJesusChrist.org, vanaf tijdcode 3:07 tot 4:49.
We weten allemaal hoe een peuter leert lopen. Hij neemt een stapje en wankelt. Hij valt. Nemen we hem dat kwalijk? Natuurlijk niet. Welke vader zou een peuter straffen omdat hij struikelt? We moedigen aan, we klappen in de handen en we prijzen hem, omdat hij met elk stapje meer op zijn ouders gaat lijken.
Tja, broeders, vergeleken met de volmaaktheid van God, zijn wij stervelingen nauwelijks meer dan een onbeholpen, struikelende peuter. Maar onze liefhebbende hemelse Vader wil dat we op Hem lijken, en dat, beste broeders, behoort ook ons eeuwige doel te zijn. God begrijpt dat we dat niet met één stap bereiken, maar stapje voor stapje.
Ik geloof niet in een God die regels en geboden instelt, en dan gaat zitten wachten tot we een fout maken zodat Hij ons kan straffen. Ik geloof in een hemelse Vader die liefdevol en zorgzaam is, en zich verheugt als we gaan staan en naar Hem toelopen. Zelfs als we struikelen, spoort Hij ons aan om niet ontmoedigd te raken, het nooit op te geven en niet het bijltje erbij neer te gooien, maar om moed te vatten, geloof te oefenen en het te blijven proberen.
(Dieter F. Uchtdorf, ‘Vier titels’, Liahona, mei 2013, 58.)
Als God zo liefdevol is, moeten we er dan echt naar streven zijn geboden te gehoorzamen om gered te worden?
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
Sommigen lijken Gods liefde op prijs te stellen omdat ze hopen dat zijn liefde zó groot en onvoorwaardelijk is dat die hen genadig zal verschonen van gehoorzaamheid aan zijn wetten. […]
Als iemand de leringen van Jezus begrijpt, kan hij of zij redelijkerwijs niet tot de conclusie komen dat onze liefdevolle hemelse Vader of zijn goddelijke Zoon gelooft dat hun liefde hun geboden overstijgt. […]
Jezus zei: ‘Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is’ [ Mattheüs 7:21 ].
(Dallin H. Oaks, ‘De liefde en de wet’, Liahona, november 2009, 26, 28.)
Aanvullende leeractiviteit
Mattheüs 18:1 . ‘Wie is toch de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen?’
Schrijf de bovenstaande vraag op het bord en nodig de cursisten uit om verschillende antwoorden op deze vraag te bedenken. Vraag hen vervolgens zich voor te stellen wat de Heiland deed in Mattheüs 18:2 voordat Hij de vraag hardop beantwoordde. Vraag de cursisten wat ze kunnen leren van het non-verbale antwoord van de Heiland op de vraag.
Nodig de cursisten uit om Mattheüs 18:3–4 te lezen, en bespreek de christelijke eigenschappen van kinderen. Wat zien we vaak in kinderen dat ons aan Jezus Christus doet denken? Hoe kunnen we, door weer als een kind te worden, ons beter voorbereiden om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan? Laat de cursisten Mattheüs 18:1–4 koppelen aan Mosiah 3:19 en bespreek wat dit vers aan hun begrip toevoegt.
Nodig ze uit om onder gebed een christelijke eigenschap te ontwikkelen die ze bij kinderen gezien hebben.