Beginselen van christelijk onderwijs: heb uw cursisten lief

Probeer ze te leren kennen en hun omstandigheden, behoeften en sterke kanten te begrijpen.

Vaardigheid

Observeer uw cursisten en vraag naar hun interesses.

Uitleg

Door hun cursisten te observeren en naar hun interesses te vragen, komen leerkrachten meer over hun omstandigheden en leerbehoeften te weten. Er is meestal meer ruimte voor dergelijke gesprekken voor en na de les, maar tijdens de les is er ook zeker ruimte voor. Leerkrachten kunnen dat op verschillende manieren aanpakken. Als leerkracht merkt u wellicht een boek, project, sticker, sportartikel of iets anders van een cursist op. U kunt cursisten ook vragen naar speciale activiteiten waaraan ze hebben deelgenomen. We leren onze cursisten en hun interesses beter kennen door bepaalde vragen te stellen, zoals:

• ‘Vertel me eens over …’

• ‘Wat vind je leuk aan …’

• ‘Ik hoor graag meer over …’

Wanneer leerkrachten oprechte interesse tonen, komen ze meer te weten over de omstandigheden en leerbehoeften van hun cursisten en geven ze hun cursisten het gevoel dat ze echt om ze geven. Als cursisten dat gevoel hebben, is de kans groter dat ze tijdens de les hun inzichten en ervaringen met hun leerkracht en klasgenoten willen bespreken.

Werkwijze

1. Zuster Visser weet dat Eva een belangrijke voetbalwedstrijd had waar ze zenuwachtig voor was. Ze komt Eva tegen en vraagt haar hoe de wedstrijd is gegaan.

2. De sleutels van Adam liggen op de tafel. U loopt langs en ziet een vlag van een ander land aan zijn sleutelbos hangen. U vraagt benieuwd: ‘Adam, vertel me eens over de vlag die je aan je sleutelbos hebt hangen.’ Adam vertelt dat zijn zus in Brazilië op zending is geweest en dat ze haar na haar zending als gezin hebben opgehaald. U vervolgt het gesprek en vraagt: ‘Wat vond je leuk aan je zus ophalen?’

Klik hier voor een voorbeeldvideo.

Oefenen

Oefenen 1: Wat ziet u op de volgende afbeeldingen, waardoor u meer over de omstandigheden of leerbehoeften van deze cursisten te weten komt?

jongevrouwen spelen basketbal

jongevrouwen bespelen de ukelele

jongeren zitten in een halve kring

Oefenen 2: Welke vragen kunt u stellen om meer over de interesses van uw cursisten te weten te komen?

Bespreken of overdenken

• Wat hebt u geleerd door uw cursisten te observeren en ze naar hun interesses te vragen?

• Hoe toont u uw cursisten dat u ze liefhebt door ze te observeren en naar hun interesses te vragen?

Toepassen

• Zoek deze week tijdens de les naar gelegenheden om uw cursisten naar hun interesses, gebeurtenissen of omstandigheden te vragen. Laat zien dat u de dingen die ze u vertellen belangrijk vindt. Welke invloed merkt u dat dit heeft op de leerervaring van uw cursisten? Neem na de les een paar minuten de tijd om te noteren wat u over uw cursisten te weten bent gekomen. Wat kunt u met die informatie doen om leerervaringen voor te bereiden die tot bekering, relevantie en verbondenheid leiden?

Meer weten?

• Lori Newbold, ‘Oog voor het individu’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 13 juni 2017), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

• Chad H Webb, ‘We zijn niet helemaal tot hier gekomen om niet verder dan hier te komen’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en Instituut voor godsdienstonderwijs, 9 juni 2020), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

• ‘Reaching the Individual’ (video), ChurchofJesusChrist.org

Vaardigheid

Denk eerst even na en beantwoord reflectievragen, zodat u anderen met een geest van onderscheid, liefde en empathie kunt behandelen.

Uitleg

Iedere cursist heeft unieke ervaringen en relaties, die bepalend zijn voor zijn of haar mening en gevoelens ten aanzien van evangeliebeginselen. Die opvattingen vormen een uitgangspunt voor iemands denkwijze. Als we iemands uitgangspunt begrijpen, kunnen we net als Jezus Christus waarheden empathisch en liefdevol onderwijzen. Verschillen in uitgangspunten veranderen de leer niet. Integendeel, op deze manier zijn we in staat om het perspectief en de behoeften van cursisten beter te gaan begrijpen, zodat ze kunnen groeien in hun geloof in Jezus Christus.

Tijdens hun lesvoorbereiding overpeinzen leerkrachten eeuwige waarheden door even na te denken en de volgende reflectievragen te beantwoorden:

• Welke invloed hebben de ervaringen en relaties van mijn cursisten op de manier waarop ze deze waarheden zien, ervaren en naleven?

• Kan het bestuderen van deze waarheid ertoe leiden dat bepaalde cursisten zich buitengesloten of gekwetst voelen vanwege persoonlijke omstandigheden?

Terwijl leerkrachten tijdens de les of in een gesprek naar een opmerking of vraag van een cursist luisteren, overwegen ze het volgende:

• ‘Door welke ervaringen en relaties van deze cursist denkt hij of zij anders over dingen dan ik?’

• ‘Wat moet ik nog meer weten om zijn of haar achtergrond beter te kunnen begrijpen?’

Deze vragen nodigen de Heilige Geest uit, waardoor we anderen met een geest van onderscheid, liefde en empathie kunnen behandelen. Deze manier van denken helpt ons ook om niet afwijzend, veroordelend of defensief te reageren. We kunnen hierdoor waarheid onderwijzen op een manier die de klas tot zegen is en anderen helpen om in hun geloof in Jezus Christus te groeien.

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze (tijdens de lesvoorbereiding)

Tijdens het voorbereiden van een les over gehoor geven aan ingevingen van de Heilige Geest denk ik na over de volgende vragen: ‘Welke invloed hebben de ervaringen en relaties van mijn cursisten op de manier waarop ze deze waarheden zien, ervaren en naleven?’ en ‘Kan het bestuderen van deze waarheid ertoe leiden dat bepaalde cursisten zich buitengesloten of gekwetst voelen vanwege minder ideale persoonlijke omstandigheden?’

Een mogelijk antwoord is dan: ‘Misschien heb ik cursisten die het gevoel hebben dat ze nog nooit een ingeving hebben gekregen of die het gevoel hebben dat de Heilige Geest niet tot hen spreekt. Mogelijk zijn er cursisten die het gevoel hebben dat ze niet waardig genoeg zijn. Misschien weten mijn cursisten niet altijd zeker wanneer een bepaalde ingeving van de Heilige Geest komt. Er zijn misschien cursisten die het beu zijn om verhalen van anderen te horen over gehoor geven aan de Geest, omdat die verhalen altijd zo groots klinken en zij voor hun gevoel nooit zoiets meemaken.’

Oefenen (tijdens de lesvoorbereiding)

Tijdens het voorbereiden van een les over 1 Nephi 3:7, ‘Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden’:

• Denk na en beantwoord deze reflectievragen: ‘Welke invloed hebben de ervaringen en relaties van mijn cursisten op de manier waarop ze deze waarheden zien, ervaren en naleven?’ en ‘Kan het bestuderen van deze waarheid ertoe leiden dat bepaalde cursisten zich buitengesloten of gekwetst voelen vanwege minder ideale persoonlijke omstandigheden?’

Tijdens het voorbereiden van een bespreking over het geslacht als een essentieel kenmerk van onze eeuwige identiteit en doel in de les ‘Geslacht en eeuwige identiteit’:

• Denk na en beantwoord deze reflectievragen: ‘Welke invloed hebben de ervaringen en relaties van mijn cursisten op de manier waarop ze deze waarheden zien, ervaren en naleven?’ en ‘Kan het bestuderen van deze waarheid ertoe leiden dat bepaalde cursisten zich buitengesloten of gekwetst voelen vanwege minder ideale persoonlijke omstandigheden?’

Werkwijze (tijdens de les)

• Tijdens een bespreking over de leer van de sabbat zegt een cursist: ‘Wij kijken thuis op zondag graag naar sportwedstrijden.’ Na deze opmerking denkt u over de volgende reflectievragen na: ‘Door welke ervaringen en relaties van deze cursist denkt zij anders over dingen dan ik?’ of ‘Wat moet ik nog meer weten om haar achtergrond beter te kunnen begrijpen?’

Klik hier voor een voorbeeldvideo.

Oefenen (tijdens de les)

Tijdens een les over zendingswerk zegt een cursist: ‘Waarom moet iedere jongeman toch op zending gaan?’

• Denk rustig na over de volgende reflectievragen: ‘Door welke ervaringen en relaties van deze cursist denkt hij anders over dingen dan ik?’ of ‘Wat moet ik nog meer weten om zijn achtergrond beter te kunnen begrijpen?’

Tijdens een bespreking over profeten en openbaring vraagt een cursist: ‘Wanneer gaat het beleid van de kerk nu eindelijk eens met de tijd mee?’

• Denk rustig na over de volgende reflectievragen: ‘Door welke ervaringen en relaties van deze cursist denkt zij anders over dingen dan ik?’ of ‘Wat moet ik nog meer weten om haar achtergrond beter te kunnen begrijpen?’

Bespreken of overdenken

• Wat leert u over de waarheid empathisch onderwijzen door vóór en tijdens de les over uitgangspunten van cursisten na te denken?

• Hoe kunt u door deze oefening meer zoals Jezus Christus onderwijzen?

Toepassen

Voer een van de bovenstaande oefeningen de komende twee weken uit. Plan hoe u met deze vaardigheden blijft oefenen. Hier volgen enkele voorbeelden:

• Bij elke waarheid die u voorbereidt, neemt u vijf minuten de tijd om eerst even na te denken en reflectievragen te beantwoorden zodat u het uitgangspunt van een cursist beter kunt begrijpen.

• Neem vóór de les een cursist in gedachten en denk na over een eventuele opmerking of vraag die deze cursist over de voorbereide waarheden zou kunnen hebben. Denk vervolgens rustig over de volgende reflectievragen na: ‘Door welke ervaringen en relaties van deze cursist denkt hij of zij anders over dingen dan ik?’ of ‘Wat moet ik nog meer weten om zijn of haar achtergrond beter te kunnen begrijpen?’ Op deze manier bent u voorbereid om dit tijdens de les toe te passen wanneer u naar opmerkingen en vragen van uw cursisten luistert.

Meer weten?

• Chad H Webb, ‘Empathie’ (jaarlijkse instructie-uitzending Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 26 januari 2021), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

• Jean B. Bingham, ‘Waarheid overbrengen in de taal van de liefde’ (jaarlijkse instructie-uitzending SI, 19 januari 2021), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

Vaardigheid

Probeer de ware intentie achter vragen, gevoelens en overtuigingen van cursisten helder te krijgen en te begrijpen.

man onderwijst cursisten

Uitleg

Als u de intentie achter de vragen, gevoelens en overtuigingen van een cursist wilt verduidelijken en begrijpen, moet u meer te weten komen over de ervaring, situatie of het gevoel dat tot de vraag heeft geleid. Als een cursist een vraag, gevoel of overtuiging heeft gedeeld, kunt u hem of haar bedanken voor wat hij of zij heeft gedeeld en dan vragen of de cursist openstaat voor het beantwoorden van vervolgvragen. Als de cursist nee zegt, verzeker hem of haar dan dat het goed is en behandel de oorspronkelijke vraag of uitspraak. Als de cursist ja zegt, stelt u een vervolgvraag waardoor de cursist meer over de aanleiding van de vraag of uitspraak kan vertellen. Dat kan ertoe bijdragen dat u en anderen in uw klas elkaar beter begrijpen en met empathie en liefde kunnen reageren.

De onderstaande werkwijzen en oefeningen zijn voorbeelden. De instructie is zinvoller als werkwijzen en oefeningen worden toegepast op komende lessen in het leerplan.

Werkwijze

1. Zuster Garnier onderwijst uit de Schriften over het priesterschap als een van haar cursisten vraagt: ‘Waarom mochten zwarte mannen het priesterschap pas in 1978 hebben?’

   • Zuster Garnier: Bedankt voor je vraag. Het is een vraag waar velen van ons over nagedacht hebben. Mag ik een paar vervolgvragen stellen?

   • Cursist: Zeker!

   • Zuster Garnier: Wat heeft jou ertoe gebracht om deze vraag te stellen?

2. Broeder Monet onderwijst uit de Schriften over het priesterschap als een van zijn cursisten vraagt: ‘Waarom mochten zwarte mannen het priesterschap pas in 1978 hebben?’

   • Broeder Monet Goed dat je die vraagt stelt. Het is een vraag waar velen van ons over nagedacht hebben. Mag ik een paar vervolgvragen stellen?

   • Cursist: Nee.

   • Broeder Monet: Geen probleem. Ik ben blij dat je hem gesteld hebt. Laten we het er eens over hebben.

Andere voorbeelden van een vervolgvraag die u kunt stellen:

• Ik waardeer het dat je dit in de groep naar voren hebt gebracht. Is er een reden of zijn er omstandigheden die tot deze [vraag, gedachte, overtuiging] hebben geleid?

• Bedankt voor deze vraag. Kun je me vertellen waar deze vraag vandaan is gekomen?

• Bedankt voor deze vraag. Kun je aangeven wat jou op deze vraag heeft gebracht of waarom je die juist nu stelt?

Klik hier voor een voorbeeldvideo.

Oefenen

Probeer te begrijpen en helder te maken wat de aanleiding voor de vraag, het gevoel of de overtuiging in de volgende situaties was:

1. Tijdens een les over het door God verordonneerde huwelijk tussen een man en een vrouw, vraagt een cursist: ‘Waarom hebben wij niets op met mensen die deel uitmaken van de lhbtq-gemeenschap? Waarom zouden ze niet kunnen trouwen als ze van elkaar houden?’

2. Tijdens een gesprek over zendingswerk zegt een cursist: ‘Ik dacht dat jongemannen geen keuze hebben in de vraag of ze op zending moeten gaan, maar jongevrouwen wel.’

Bespreken of overdenken

• Waarom denkt u dat we de tijd moeten nemen om te begrijpen wat er wordt gedeeld? Hoe denkt u dat onze moeite om inzicht in de intenties van een cursist te krijgen de les positief kunnen beïnvloeden? Hoe kan ons inzicht in de intenties van een cursist ons helpen om hen met Christus te verbinden?

Toepassen

• Luister in de klas goed naar wat er wordt gezegd en overweeg zorgvuldig waar u meer duidelijkheid in wilt krijgen. Nadat u de cursist die de vraag heeft gesteld hebt bedankt, stelt u een vervolgvraag waardoor de cursist meer duidelijkheid kan geven.

Meer weten?

• ‘Vervolgvragen stellen’ (video), ChurchofJesusChrist.org

• Randall L. Ridd, ‘Living with Real Intent’, Ensign, oktober 2015, 12–15