15. Jericho

Deze foto laat de vegetatie in het hedendaagse Jericho zien. In vroeger tijden was het een ommuurde stad in het Jordaandal, 252 meter onder de zeespiegel. Nu ligt zij in een vruchtbaar gebied waar de dadelpalmen en citrusbomen floreren. Op de achtergrond: volgens de overlevering de berg waar Jezus door de duivel werd verzocht (Matt. 4:1–11).

Belangrijke gebeurtenissen: In deze omgeving zijn Jozua en de kinderen van Israël voor het eerst de Jordaan overgetrokken om het beloofde land binnen te trekken (Joz. 2:1–3; 3:14–16). De Heer liet de muren van Jericho op wonderbaarlijke wijze ineenstorten voor het Israëlitische leger (Joz. 6; zie ook Hebr. 11:30). Jozua sprak een vervloeking uit over de stad (Joz. 6:26), die bewaarheid werd (1 Kon. 16:34). Elisa maakte het water te Jericho weer gezond (2 Kon. 2:18–22). Toen Hij voor de laatste keer naar Jeruzalem ging, trok de Heiland door Jericho, waar Hij de blinde Bartimeüs genas en overnachtte bij de tollenaar Zacheüs (Mark. 10:46–52; Luk. 18:35–43; 19:1–10). De weg van Jeruzalem naar Jericho vormt het toneel van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Luk. 10:30–37). (Zie GS Jericho.)