Hoofdstuk 7
Mormon nodigt de Lamanieten van de laatste dagen uit om in Christus te geloven, zijn evangelie aan te nemen en zich te laten redden — Allen die in de Bijbel geloven, zullen ook in het Boek van Mormon geloven. Ongeveer 385 n.C.
1 En nu, zie, ik wil iets zeggen tot het overblijfsel van dit volk dat gespaard is gebleven, indien God hun mijn woorden geeft, zodat zij weet zullen hebben van de aangelegenheden van hun vaderen; ja, ik spreek tot u, overblijfsel van het huis van Israël; en dit zijn de woorden die ik spreek:
2 Weet dat u van het huis van Israël bent.
3 Weet dat u tot bekering moet komen, anders kunt u niet worden gered.
4 Weet dat u uw oorlogswapens moet neerleggen en u zich niet meer mag verheugen in het bloedvergieten en ze ook niet meer mag opnemen, tenzij God het u gebiedt.
5 Weet dat u tot de kennis van uw vaderen moet komen en u van al uw zonden en ongerechtigheden bekeren en geloven in Jezus Christus, dat Hij de Zoon van God is, en dat Hij door de Joden werd gedood, en door de macht van de Vader wederom is opgestaan, waardoor Hij de overwinning heeft behaald op het graf; en in Hem is ook de prikkel van de dood verzwolgen.
6 En Hij brengt de opstanding van de doden teweeg, waardoor de mens moet worden opgewekt om voor zijn rechterstoel te staan.
7 En Hij heeft de verlossing van de wereld teweeggebracht, waardoor het hem die op de dag van het oordeel onschuldig voor zijn aangezicht wordt bevonden, vergund wordt om in de tegenwoordigheid van God in zijn koninkrijk te wonen en met de koren hierboven de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, die één God zijn, onafgebroken lof toe te zingen in een staat van geluk die geen einde heeft.
8 Daarom, bekeer u en laat u dopen in de naam van Jezus, en grijp het evangelie van Christus aan dat u wordt voorgelegd, niet alleen in deze kroniek, maar ook in de kroniek die van de Joden tot de andere volken en van de andere volken tot u zal komen.
9 Want zie, deze wordt geschreven met de bedoeling dat u die zult geloven; en indien u die gelooft, zult u ook deze geloven; en indien u deze gelooft, zult u weet hebben van uw vaderen, en ook van de wonderbare werken die door de macht van God onder hen werden verricht.
10 En u zult tevens weten dat u een overblijfsel bent van het nageslacht van Jakob; daarom wordt u gerekend onder het volk van het eerste verbond; en indien u gelooft in Christus en u laat dopen — eerst met water en dan met vuur en met de Heilige Geest — het voorbeeld volgend van onze Heiland volgens hetgeen Hij ons heeft geboden, dan zal het wel met u zijn op de dag van het oordeel. Amen.